Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymen(1667)–Pieter Elsevier– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Aan Dianier. Toon: La Reyne du pré. 'k ACht geen Rose lipjes, Of men al eens kust, Als men op de tipjes Niet een uurtjen rust, 'k Acht geen bol en poesle kaakjes, Als men der de mont meê tart: Kleyne kusjes, kleyne smaakjes, Wak're soentjes gaan aan 't hart. 2. Daarom, zoete Susje, Kom ik uw' eens aan Om een lecker kusje, Laat mijn toch begaan, Laatme zoenen, laatme lecken, Laatme geven kus op kus, En niet van u mont vertrecken, Eer ik al den yver zus, 3. Twee maal vijftig kusjes Kunnen niet voldoen [pagina 95] [p. 95] Mijne grage lusjes; Als ik u eens zoen, Laat m'er twee maal hondert plucken, En soo lang mijn lippen aan Uwe zuyk're lipjes drucken, Dat de lusjes zijn voldaan. F.v.O. Vorige Volgende