Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymen(1667)–Pieter Elsevier– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 79] [p. 79] Toon: Couragie. ACh! wat komt hier voor een vlaeg Door kruypen al mijn schonken: Want mijn Admirael wordt graeg Op yemant sijn volle laeg t'Ontfoncken, t' ontfoncken, t' ontfoncken. 2. 'k Krijg een Zeyl in mijn gesicht, Wat Schip of het mach wesen; 't Is het Schip Vrouw Venus Nicht, Dat noch nimmer heeft geswicht Voor desen, voor desen, voor desen: 3. 't Heeft soo meenichmael gekamt, Het woelden als een donder, Schoon het wierdt aen boort geklamt, En met grof geschut bedamt Van onder, van onder, van onder. 4. 'k Acht het evenwel geen noot [pagina 80] [p. 80] Om ook een kans te wagen, En of het mijn weerstant boot, 'k Heb al vry wat kruyt en loot Voor 't vragen, voor 't vragen, voor 't vragen. 5. Stuurluy, stuur maer lustig voort, Wilt het op 't midden ramen, Als ick daer dan ben aen boort, Entert jy luy d'achter-poort Te samen, te samen, te samen. 6. Hy! couragie! hou maer aen: 't Canon doet operatie. Ach! mijn krachten die vergaen, En 't grof geschut leyt ongelaen. Och lacy! och lacy! och lacy. Vorige Volgende