Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymen(1667)–Pieter Elsevier– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Aen de zelve noch knorrende. HOe knor, en morje dus? Of benje quaet van flus? Altijdt te knorren? zeg hoe Duyker? hoe komt dat? Dan knorje met je mont, dan knorje metje gat; Dat îs een droevig leven! Ik mach wel voorje beven. p.e. Vorige Volgende