Vijfentwintig jaar Vlaamse Beweging
(1969)–H.J. Elias– Auteursrechtelijk beschermd14. Een tussenspel: koncentratie en de gemeenteraadsverkiezingen van 16 oktober 1938Er werd nog steeds wel gesproken en geschreven over koncentratie en over de bereidwilligheid van de kant van de k.v.v. om op grond van het beginselakkoord van 8 dec. 1936 verder te onderhandelen, maar in werkelijkheid was er niet het minste vooruitzicht op een bredere samenwerking k.v.v.-v.n.v. De vijandschap van het a.c.w. werd met de dag groter en anderzijds bleef Van Cauwelaert onwrikbaar elke federalistische afwijking bestrijden. Terwijl Staf De Clercq alleen nog sprak over samenwerking op konkrete punten, vatte hij deze blijkbaar toch zeer ruim op. Op een v.n.v.-kongres voor gemeentelijke aangelegenheden (13 febr. 1938) in Brussel deed hij een voorstel tot samenwerking bij de gemeenteraadsverkiezingen. Het was een voorstel in negen puntenGa naar voetnoot(1). Het v.n.v. had de beslissing genomen deel te nemen aan de gemeenteraadsverkiezingen, maar deze strijd te houden op het gemeentelijke vlak en niet op dat van de algemene politiek, zoals dit de gewoonte was van de drie traditionele partijen, althans in de grotere agglomeraties. Het v.n.v. verklaarde zich bereid tot sa- | |
[pagina 119]
| |
menwerking met andere partijen maar met behoud van zijn meest volstrekte zelfstandigheid en onafhankelijkheid. Met het oog op een zeer gewenste samenwerking, gaf het in de negen punten een samenvatting van een gemeenschappelijk programma. Hierbij kwam o.a. voor: de gelijkstelling tussen vrij en officieel onderwijs op voorwaarde van eerbiediging van de bestaande taalwetten - rehabilitatie van aktivisten en Vlaams-nationalistische slachtoffers, voor zover dit mogelijk was op gemeentelijk terrein - steun in de Vlaamse strijd die te Brussel moet worden gevoerdGa naar voetnoot(2). De reaktie op dit voorstel was in de katolieke Vlaamse pers vrij gunstig. Alleen het weekblad Elckerlyc vond dat het v.n.v. bij de gemeenteraadsverkiezingen best niet zou opkomen en dat zijn leden voor het voorgestelde programma evengoed konden stemmen op de lijsten van de k.v.v. Koncentratie kon alleen overwogen worden in de gemeenten waar de katolieke meerderheid in gevaar was. De linkse pers spuwde vlam en vuur tegen het voorgestelde bondgenootschapGa naar voetnoot(3). Op 20 maart, op een vergadering van de k.v.v. te Maaseik, reageerde de voorzitter van het k.v.v.-direktorium, Alf. Verbist. Hij gaf er mededeling van de richtlijnen die het Direktorium beslist had aan zijn leden te geven. Die werden samengevat in de volgende punten: 1 de wens tot samenwerking waar een bestuur kan bewaard of heroverd worden dat de eerbiediging van de katolieke beginselen in het openbaar leven waarborgt; 2 de noodzakelijkheid daarbij de beginselen te aanvaarden vastgelegd door het Direktorium van de k.v.v. op het vlak van de gemeentelijke politiek (taalprobleem, schoolvraagstuk, beperking tot de gemeentelijke aangelegenheden)Ga naar voetnoot(4). Naar aanleiding van deze direktieven verscheen een mededeling van de Leiding van het v.n.v. (30 maart) waarin vastgesteld werd dat de k.v.v. geen stelling nam tegenover de negen punten en niet geneigd scheen tot samenwerking, waar haar meerderheid niet bedreigd was. Het v.n.v. deed desondanks toch een beroep op het Vlaamse volk om samen te marcheren op basis van de negen punten en gaf opdracht aan zijn afdelingen overal deze samenwerking na te strevenGa naar voetnoot(5). Onder deze omstandigheden werd door het v.n.v. zoveel mogelijk gestreefd naar samenwerking, waarbij dan toch dient opge- | |
[pagina 120]
| |
merkt dat het deze zelf niet kon bereiken met de oude nationalisten van het Vlaamse Front te Antwerpen die beslisten met een eigen lijst op te komen. Van een koncentratie k.v.v.-v.n.v. kwam in de grotere steden zoals Antwerpen of Gent niets terecht. Wij geloven zelfs niet dat er onderhandeld werd. In een vijftigtal middelbaar grote of kleinere steden en gemeenten kwam de koncentratie wel tot stand. In het totaal zou dit het geval geweest zijn voor 53 gemeenten. Het was een onbeduidend getal in verhouding tot het hele land, maar deze koncentratie had dan toch tot gevolg dat, terwijl de k.v.v. met man en macht - en ook met ‘Hitleriaanse’ argumenten - over 't algemeen het v.n.v. bevocht, dit laatste een bondgenoot was op verschillende plaatsen en niet volledig in het isolement was gedrukt, zoals meer en meer het gevaar dreigde bij de heersende internationale spanning (de eerste ernstige krisis rondom de Sudetenkwestie in mei 1938 en de gedeeltelijke mobilizatie die de akkoorden van München 29-30 sept. voorafging!). Moeilijk is het de resultaten te beoordelen van deze gemeenteraadsverkiezingen en van de plaatselijke koncentraties. Op een viertal plaatsen schijnt de koncentratie een mislukking geweest te zijn, doordat de verbonden partijen minder zetels behaalden als het vroegere totaal toen zij afzonderlijk streden. Dit was het geval in Aalst (-2), Eeklo (-2), Zottegem (-2) en St.-Agatha-Berchem (-1). Elders was het status-quo of een betrekkelijk suksesGa naar voetnoot(6). In hoever nu waren deze verkiezingen een toetssteen voor de Vlaamse nationalisten? Volgens een overzicht van Volk en Staat, per arrondissement, was er overal winst; de Vlaamse nationalisten zagen in de gemeenteraden hun aantal zetels stijgen van 274 tot 546Ga naar voetnoot(7). Deze cijfers zijn ten zeerste te betwisten in de interpretatie die men er aan gaf: het is niet uit te maken welke de juiste betekenis was van deze gemeenteraadsverkiezingen in dit opzicht. Er zijn wel een paar frappante cijfers, die een aanduiding geven. | |
[pagina 121]
| |
Antwerpen bleef nogmaals de zwarte vlek in het Vlaams nationalisme. Het v.n.v. behaalde er 7.165 stemmen; het Vlaamse Front 1.045. Dit maakte samen voor de Vlaamse nationalisten 8.210 stemmen, tegenover 10.288 in het jaar 1932. Het enige positieve dat hieruit te besluiten viel in 1938 was dat men voortaan maar best zou doen in de algemene politiek het Vlaamse Front als uitgestorven te beschouwen in Antwerpen. In Gent behaalde het v.n.v., voor de eerste maal sedert 1918, een gekozene met 5.002 stemmen. In Brussel stad was de uitslag ellendig: 1.295 stemmen. Elias gaf de - noodzakelijk optimistische - kommentaar op deze verkiezingen op de vergadering die in Gent op 20 oktober werd belegd om de gekozene van het v.n.v., Am. Bockaert te huldigen. Hij verklaarde dat over 't algemeen de koncentraties als geslaagd konden beschouwd worden. Waar dit niet het geval was, schoof hij de verantwoordelijkheid hiervoor op de rug van de kranten Het Volk en De Courant die een zeer heftige anti-v.n.v. campagne hadden gevoerd. Hij opperde de mening dat hier de oorzaak te zoeken was van de nederlaag in Aalst en in Eeklo en dat het vermoedelijk katolieke stemmen waren die afvielen terwijl de nationalisten trouw bleven. Hij zag voor het v.n.v. waar het alleen opkwam, overal vooruitgang, met uitzondering van Kortrijk, Brussel en Antwerpen. Voor deze laatste stad vond hij de resultaten een verheugende opklaring van de toestandGa naar voetnoot(8). De beoordeling van de toestanden, zoals Elias ze gaf, was die van een partijman. In feite was er in de resultaten van de verkiezingen geen houvast te vinden, buiten de vaststelling dat het beslist geen daverende overwinning was geweest voor het v.n.v. Het betekende in geen enkel opzicht een doorbraak. Men mocht zich bij de Vlaamse nationalisten met bezorgd gemoed afvragen wat de toekomst zou brengen als de internationale toestand nog weer eens zo dreigend werd als in de dagen van de akkoorden van München, nu zij ondervonden hadden dat zij in de verkiezingscampagne door de verschillende partijen als de partij van het gehate Hitler-Duitsland waren voorgesteld. |
|