[Vierde deel]
Hoofdstuk I / De Vlaamse Beweging in de Belgische politiek
1. Ter inleiding
De periode die gaat vanaf mei 1936 tot aan het uitbreken van de tweede wereldoorlog in september 1939, is zowel in nationaal als in internationaal opzicht een krisis- en overgangstijd. In de Belgische binnenlandse politiek maakt het parlementair regime een zware krisis door. Deze vindt haar oorsprong niet alleen in het feit dat het systeem zelf, principieel, door een belangrijke minderheid wordt betwist. Het gaat veel dieper, omdat een gedeelte van de aanhangers en verdedigers ervan tot de overtuiging gekomen is dat het in zijn bestaande vormen niet meer bij machte is de grote vraagstukken op te lossen die gesteld worden. De twee grootste partijen van het land, de katolieke en de socialistische, zijn maar in schijn monolieten. In feite lopen de barsten er doorheen, niet alleen horizontaal langs de taalgrens (zeer goed zichtbaar bij de katolieken) maar ook vertikaal aangezien de jongere krachten, die streven naar vernieuwing, in oppositie staan tot de ouderen, de doctrinairen.
Vanuit het standpunt gezien van de Vlaamse Beweging ondergaat dat zieke regime van dag tot dag sterker de Vlaamse druk. Het ziet er naar uit, in de jaren 1936-1939, dat de verenigde krachten van de traditionele partijen wel het rexisme hebben kunnen neerslaan, maar het sukses van de Vlaamse nationalisten in april 1939, na een verkiezingscampagne die in hatelijkheid die van 1932 overtrof, bewees dat men hier niet stond voor een tijdelijk en voorbijgaand verschijnsel van ongeduld en ontevredenheid, maar voor een stadig groeiend Vlaams bewustzijn dat zijn volle aandeel in de Staat opvorderde en daartoe desnoods het eenheidskader van de oude staat zou breken.
Het regime was ziek. Niet minder als zes regeringen volgen elkaar op vanaf 13 juni 1936 tot 3 sept. 1939. De drieledige, ‘nationale’ regering Van Zeeland (13 juni 1936-25 oktober 1937) ging ten onder in ‘het schandaal’ van de Nationale Bank. De eerste minister kreeg zijn gevraagde vertrouwensvotum, maar hij wist dat het op