Vijfentwintig jaar Vlaamse Beweging
(1969)–H.J. Elias– Auteursrechtelijk beschermd2. De regering Theunis (20 nov. 1934-19 maart 1935)De tijd voor een drieledig ministerie was nog niet aangebroken: Vandervelde stelde de aanvaarding van het Plan als voorwaarde voor de socialistische deelneming. Het werd (19 november) een nieuw katoliek-liberaal ministerie waarin de aanwezigheid opviel, naast de eerste minister Theunis zelf, van de bankiers Francqui en Gutt. Het werd door de socialisten dadelijk bestreden als ‘le gou- | |
[pagina 134]
| |
vernement des banquiers’. Naar aanleiding van de onderhandelingen die tot de samenstelling van deze regering hadden geleid, had een scherp incident plaats onder de katolieke Vlaamse ministers. De eerst aangezochte kabinetsformateur H. Jaspar had in de loop van zijn besprekingen aan Sap medegedeeld dat verschillende katolieke Vlaamse ministers o.a. Van Cauwelaert zich ertegen verzet hadden, dat Sap nog in het ministerie zou komen. De betrokken ministers loochenden, dat zij dat zouden verklaard hebben, maar Sap bleef bij zijn eigen versieGa naar voetnoot(32). Het incident heeft er zeker niet toe bijgedragen de verhouding Sap-Van Cauwelaert te verbeteren! Wij zullen er weldra de echo's van horen. De regeringsverklaring (27 november) bevestigde de wil om verder de stabiliteit van de munt te verdedigen en de deflatiepolitiek voort te zetten. Over het Vlaamse vraagstuk werd met geen woord gerept. De Standaard, die tijdens het ministerschap van Sap maar slapjes aan de stok gehangen had (mei 1932-nov. 1934), wapperde opnieuw breed open. Het feit van de afwezigheid van enige verklaring omtrent ‘de voortzetting van het Vlaamse rechtsherstel’ en ‘de handhaving van de Vlaamse rechtsgelijkheid in de verschillende domeinen van ons openbaar leven waar deze reeds door de wet is vastgelegd maar door zekere machten en personen wordt bevochten’ werd erin onderstreept. Tevens werd de aandacht gevestigd op een vergadering van het dagelijks bestuur van de Katolieke Vlaamse Landsbond waarin de klemtoon werd gelegd op de heersende ontevredenheid in Vlaanderen en op de mogelijkheid, dat een groot gedeelte van de Vlaamse gemeenschap zou streven naar nieuwe vormen om de toepassing van de aangenomen wetten te verzekerenGa naar voetnoot(33). Wij hebben gezien hoe, einde 1934, minister Theunis dan toch stand hield in het vraagstuk van de bestuurlijke amnestie. Begin 1935 had een incident plaats dat de openbare mening in Vlaanderen diep schokte. Op 11 januari verzocht minister Van Cauwelaert om ontslag. Hij was het voorwerp geweest van een heftige campagne in La Libre Belgique naar aanleiding van de moeilijkheden in de Antwerpse Bank-Unie waarvan zijn zoon beheerder-directeur was. Edm. Rubbens heeft in zijn notulen het dramatisch ogenblik beschreven waarop eerste minister Theunis in de kabinetsraad deze beslissing meedeelde en hoe Van Cauwelaert, een gebroken man met tranen in de ogen en met haperende | |
[pagina 135]
| |
stem, er zijn verdediging voordroeg. Hij verklaarde reeds op 25 november zijn ontslag te hebben willen aanbieden: waar thans het parket de vorige dag in de Bank en in de privé-woning van zijn zoon was afgestapt, wenste hij zijn ontslag in te dienen ten ein de zich te kunnen verdedigenGa naar voetnoot(34). Naar aanleiding hiervan namen de katolieke Vlaamse parlementsgroepen - waar Aug. De Schrijver ook De Standaard had aangevallen - een motie aan om te betreuren ‘dat het dagblad De Standaard tot voor heden de aanv allen van zekere pers tegen minister Van Cauwelaert niet heeft gel aakt’. De Standaard protesteerde en beriep zich op zijn ‘beproefde sympatie voor de heer Van Cauwelaert’. In bepaalde bladen werd Sap ervan beschuldigd La Libre Belgique te hebben gedokumen teerd. Sap liet een verklaring publiceren waarin hij eiste zich voor een vergadering van de Rechterzijde en van het bestuur van de katolieke Unie te kunnen verdedigen en ‘volledigen en klaren uitleg te verschaffen over de houding die ik, als minister van financiën, heb aangenomen in de zaak van den Boerenbond en aanverwante zaken’Ga naar voetnoot(35). Van Cauwelaert bleef leider van de Katolieke Vlaamse Kamergroep en is zijn persoonlijke moeilijkheden schitterend te boven gekomenGa naar voetnoot(36). De socialisten zetten intussen hun campagne voort voor het Plan. Op 13 febr. 1935 nam P.H. Spaak, samen met al de plaatsvervangers op de lijst, zijn ontslag als volksvertegenwoordiger te Brussel om een tussentijdse verkiezing uit te lokken met het Plan als inzet. In de regering zelf twijfelde men en zocht men reeds een uitweg naar een regering van nationale unie. De strijd tegen de ekonomische krisis door een verdere politiek van deflatie begon er hopeloos uit te zien. De socialisten van hun kant stonden niet meer | |
[pagina 136]
| |
volledig afkerig: zij hadden aanvaard deel uit te maken van een Nationale Kommissie van de Arbeid om een oplossing te zoeken voor het probleem van de werkloosheid. Deze toetreding van de socialistische partij duurde maar enkele dagen. De partij had tot een monstermanifestatie opgeroepen tegen 24 februari in Brussel. Op 15 februari verbood de regering deze gevaarlijke machtsontplooiing met als gevolg, dat de socialisten zich uit de Nationale Kommissie terugtrokken. De toestand werd al maar door meer gespannen. De regering raakte aan het einde van haar draad. Op 14 maart hield de bekende ekonomist Prof. Baudhuin uit Leuven, een opzienbarende voordracht over de noodzakelijkheid onmiddellijk over te gaan tot een devaluatie, als men uit het moeras wou geraken. De kapitaalvlucht nam grotere afmetingen aan. Op 18 maart werd de regering verplicht de kontrole op de wissel in te voeren. De volgende dag diende de regering Theunis haar ontslag in. |
|