Vijfentwintig jaar Vlaamse Beweging
(1969)–H.J. Elias– Auteursrechtelijk beschermd2. Aug. Borms en de Raad van VlaanderenEen dood gewicht in de politiek waren de kleine groepjes die, in aktivistische traditie, een derde Raad van Vlaanderen hebben opgericht. Hun werktuig was Dr. Borms. Toen deze als een volkomen vrij man de gevangenis verliet, vroeg iedereen zich af welke rol hij nog zou spelen in de Vlaamse politiek, welk standpunt hij zou innemen. Dr. Borms genoot een geweldig zedelijk prestige bij al wie zich Vlaams-nationalist heette. In de strijd om de macht in de Vlaams-nationale beweging, was elke groep er om bekommerd hem aan zijn kant te krijgen. Nog een jaar tevoren, bij de onderhandelingen over het Direktorium, had Van Severen er bij Borginon sterk op aangedrongen Borms in de gevangenis op te zoeken en zijn schriftelijke instemming met het Direktorium te vragen, waarvan hij lid zou worden bij zijn vrijlating. Dit zou - volgens Van Severen - een uiterst strenge waarschuwing betekenen voor de groep van het Antwerpse FrontGa naar voetnoot(1). Toen Borms vrij kwam en op 17 januari vanuit Merksem een eerste boodschap richtte tot het Vlaamse volk, bevestigde hij zijn wil verder te strijden om het sluimerend ‘rasgevoel’ in Vlaanderen op te wekken en ‘Vlamingen te vormen die op het historisch uur zullen bereid zijn, zonder vaar noch vrees, over te gaan tot de reddende daad’Ga naar voetnoot(2). Op de grote Bormsbetoging die op 3 februari 1929 te Antwerpen plaats had, verklaarde hij dat zijn ideaal was zelfbestuur voor Vlaanderen binnen het Grootnederlands verband, maar dat het gebod van de tijd nu was al onze krachten te verenigen om Vlaanderen zo vrij mogelijk te maken met als minimum de Vlaamse zelfstandigheidGa naar voetnoot(3). Hierdoor nam Borms een middenpositie in | |
[pagina 53]
| |
die hem, naar zijn verwachting, niet bond aan een van de bestaande groepen en aan de kleine partijtegenstellingen. Hij was in de gevangenis de man geweest van heel Vlaanderen in de eis tot amnestie en hij wilde zich nergens aan binden. Borms was de grote irenist die geen partijen kende. Hij sprak tot zijn ‘Vlaamse Broeders en Zusters’. Hij ging zelfs zo ver te verklaren in een redevoering te Gent, op 19 febr. 1929, dat, waar de kommunisten een voorstel tot bondgenootschap hadden gedaan, men dat zou kunnen aanvaarden als de kommunisten tijdelijk hun programma wilden opgeven om alleen nog voor Vlaanderen te strijdenGa naar voetnoot(4). Borms kende in de Vlaamse politiek geen vriend-vijandbegrip, wat in 1929 de miskenning was van de werkelijkheid. Onder aandrang van een groep vrienden en strijdgenoten - die buiten de aktieve politiek stonden of er zich machteloos in voelden - aanvaardde Dr. Borms, einde 1929, het te beproeven een derde Raad van Vlaanderen in het leven te roepen. Een aantal bekende Vlaamse nationalisten kwam op 15 dec. 1929 samen met de bedoeling deze Raad te stichten. Volgens een indiskretie in de pers werd na uitvoerige besprekingen beslist dat die moest tot stand komen, los van alle partijgroeperingen. Een komitee was aangesteld om het vraagstuk ter studie te nemen. Van Severen had dadelijk, uit naam van de Westvlaamse partijorganizatie, een afwijzende brief gestuurdGa naar voetnoot(5). Op een vergadering van de bond van vrijwillige belastingbetalers Offerwilligheid (die in 1929 en 1930 bestond, maar ontbonden werd) verklaarde Dr. Borms dat op de eerste vergadering een komitee van vijf leden was opgericht om een lijst op te maken van 120 tot 150 personen die zouden uitgenodigd worden om over deze aangelegenheid te beslissen. De uitnodigingen werden verzonden, maar de opkomst was zeer gering. De onderneming bleek voorbarig te zijn. Dr. Borms besloot toen met enkele leidende persoonlijkheden een komitee te vormen dat tegen Pasen verslag zou uitbrengen. Deze laatste vergadering kon niet doorgaanGa naar voetnoot(6). Dr. Borms gaf zijn pogingen niet op. Hij verzond op 23 febr. 1931 een circulaire om toetreding te vragen tot de Raad en tot zijn beginselen. Nadat hij aldus hierom verzocht werd, pleegde H. Borginon overleg met Staf De Clercq (de volksvertegenwoordigers hadden blijkbaar geen uitnodiging ontvangen) en vermoedelijk ook nog met anderen. Zijn antwoord | |
[pagina 54]
| |
was afwijzend. In zijn brief aan Dr. Borms (6 maart 1931) stelde hij vast dat laatstgenoemde de bestaande politieke organizaties niet had aangesproken wat volgens hem een volkomen miskenning was ‘van de voorwaarden waarin de strijd thans gevoerd wordt en van de krachten die hem beheersen’Ga naar voetnoot(7). Op 15 maart 1931 kwam de derde (zo was het toch bedoeld!) Raad van Vlaanderen tot standGa naar voetnoot(8). Artikel 2 van de statuten verklaarde: ‘De Vlaamse nationalist is zich bewust dat alle Vlamingen behoren tot de Nederlandse volksgemeenschap. Derhalve moet het einddoel van het Vlaams nationalisme zijn, het innigste samengaan te bewerkstelligen der gescheiden delen van de Nederlandse stam... Als aanvangsaktie... het zelfbeschikkingsrecht veroveren’Ga naar voetnoot(9). Als een nadere toelichting hiervan kan men de resolutie van de Raad d.d. 11 okt. 1931, naar aanleiding van het federaal statuut, beschouwenGa naar voetnoot(10). Dat alles was zonder enige politieke betekenis of invloed. De Raad van Vlaanderen vegeteerde enkele maanden. Hij gaf een paar voortreffelijke Memorandums uitGa naar voetnoot(11), maar alle pogingen die ondernomen werden om tot een bredere basis te komen, liepen faliekant uit. Zo verging het, einde 1933, de oproep om aan te sluiten bij de Vlaams-nationale Volksgemeenschap (gesticht op 25 juni) en die bedoeld was om aan de werking van de Raad een bredere grondslag en een hoger gezag te verzekerenGa naar voetnoot(12). De weg naar de eenheid lag elders. Voor een groot deel was de Raad samengesteld uit mensen die in de laatste tien jaar geen positieve arbeid hadden verricht in de nationalistische politiek. Er waren beslist ook mensen bij die het niet zouden uitgehouden hebben, indien de Raad uitgegroeid was. Zij behoorden tot dat soort lieden die de mening toegedaan zijn dat, zodra de groep boven een paar dozijn leden uitgroeit, het tijd wordt te nuanceren en de gelederen te splitsen in nieuwe groepen. Wij merken hier terloops nog op dat Dr. Borms ook aktief was in | |
[pagina 55]
| |
de organizatie van de Vlaams Nationale Blauwvoetbond, een turnvereniging opgericht op 29 sept. 1929 en waarvan het eerste bondsfeest plaats had op 8 en 9 aug. 1931 in Rumbeke. Deze turnkring had uitgesproken politieke doeleinden. Volgens de statuten was het doel van de bond ‘de lichamelijke en zedelijke opbeuring van het Vlaamse volk, als voornaamste faktor zijner staatkundige ontvoogding en als waarborg voor de latere instandhouding zijner zelfstandigheid’Ga naar voetnoot(13). Ze dachten hier aan het voorbeeld van de Tsjechische nationalisten en hun Sokols. Een organizatie van enige betekenis is deze Blauwvoetbond nooit gewordenGa naar voetnoot(14). |
|