Hoofdstuk III / De Vlaams-nationalistische partijpolitiek verder op de helling (1929-1932)
1. Inleidend woord
De Vlaams-nationalistische partijpolitiek vertoont in de jaren 1929-1932 een ontstellend beeld van verwarring en verdeeldheid. Het schouwspel is er een van politieke anarchie, zonder vaste algemene organizatie, zonder vast gemeenschappelijk programma, waarbij tal van groepen om de macht strijden. Er is, op een eerste gezicht, geen vaste lijn in te ontdekken. Het maakt de indruk van een beweging die in volle ontbinding is. Deze eerste indruk is echter bedrieglijk. In feite staan wij voor een rijpingsproces, waarbij alle groepen zich bewust zijn van de noodzakelijkheid der eenheid, of op zijn minst van de eendracht, maar nog niet tot het besef gekomen zijn dat de scheuring de eenheid moest voorafgaan, omdat hier standpunten tegenover elkaar stonden die onmogelijk konden verzoend worden. We kunnen aldus de grote lijnen van de ontwikkeling vastleggen, op voorwaarde dat we laten vallen wat zonder werkelijke politieke betekenis was in zijn tijd en voor de toekomst; als we de grote scheidingslijn zien die de aktieve politieke krachten verdeelde. Wij zien deze scheidingslijn getrokken rondom een dubbel objektief: enerzijds de strijd om politiek Groot-Nederland voorop te zetten in de Vlaams-nationale beweging; anderzijds de strijd tot uitbouw van een eigen, nationalistisch maatschappijbeeld, dat als een eigen ideaal wordt nagestreefd en de inertie van een te lang durende godsvrede overwint. Deze nationalistische verwarring of - als we er positief willen tegenover staan - deze nationalistische groei vraagt om twee redenen dat wij er tamelijk uitvoerig over uitweiden. Ten eerste omdat wij overtuigd zijn dat de nationalistische gedachte, zoals ze door deze nationalistische groepen werd uitgedragen, in de volgende jaren aan sterkte heeft toegenomen en meer en meer het
karakter van de Vlaamse Beweging vóór 1940 ging bepalen. Ten tweede omdat wij evenzeer de mening toegedaan zijn dat het de agerende Vlaams-nationalistische minderheid is die het politiek gebeuren in Vlaams opzicht heeft bepaald. In een artikel naar aanleiding van de Bormsverkiezing, schreef Edm. Rubbens in de