Watersport
Zoals vorige zomers logeerpartijen van schilder Melle (Oldeboerrigter) en Gerard Diels aan boord van Elburgs boot Marina hadden opgeleverd, zag de Kortenhoefse plas nu Tientje Louw en Gerrit Kouwenaar verschijnen. Tientje, roodbruin van het zonnebaden op het dak van haar woning in Amsterdam, in haar uiterst summiere bikini, die in die dagen nog verre van algemeen was. Het valt zelfs te betwijfelen of er al badpakken van dit soort in Nederland te koop waren, hoewel de gedoemde atol natuurlijk al sedert 1946 in het nieuws was geweest. Maar Tientje, die een zeldzaam talent bezat om zonder patroon, op het oog, met een schaar en een lap stof wonderen van couture te verrichten, zal ook deze plunje wel weer zelf hebben gemaakt. Jarenlang heb ik in de veronderstelling verkeerd dat Gerrit Kouwenaars regel in Goede morgen haan over de meisjes met linten aan sloeg op de betrekkelijke smalheid van zowel broekje als bustehouder van Tientjes pakje, maar onlangs hielp de auteur mij uit de droom: Tientje bezat ook een zomerrok, door haar samengestikt uit een voorraad kleurige stukken lint, cadeau gekregen of voor een paar kwartjes gekocht in een van de handeltjes in textielrestanten die de voormalige joodse buurt nog altijd rijk was.
Hoe dan ook, Tientje voelde zich volmaakt op haar gemak met water en zon. Gerrit iets minder. Niet dat hij het niet dolgezellig in de roef en aan dek vond, maar de eigenlijke zin van de watersport ging aan hem voorbij. Wij charterden een in ons basishaventje gelegen open