Van smeinscen lede
(1956)–L. Elaut– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 47]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tweede hoofdstukFragmenten en varianten van Van Smeinscen LedeW. Dols publiceerde in 1942 Een handschriften-fragmentje van een middelnederlandsch dichtwerk over ‘menschkunde’Ga naar voetnoot(28) dat in zijn bezit was gekomen. Het was als een snipper gebruikt in een of ander boekband. Zeer nauwgezet beschrijft hij de perkamentjes en hun inhoud. Hij heeft in de medische didactische geschriften van vóór 1500 gezocht en besluit dat de fragmentjes nergens kunnen ingepast worden ‘niettegenstaande verscheidene overeenkomsten, ook in détails’Ga naar voetnoot(29). W. Dols geeft een photocopie van de gevonden fragmenten. In 1951 heeft J. Descamps de fragmentjes van Dols geïdentificeerdGa naar voetnoot(30). Zij behoren ‘tot een physiologisch, gedicht, Van Lede geheten en 2027 verzen lang, waarvan ons in hs Brussel, Kon. Bibl. 19308 een volledig afschrift is bewaard gebleven’. We geven hier Dols' fragmenten tegenover de corresponderende verzen uit het brussels manuscript.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 48]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 49]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 50]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de fragmenten van Dols die hoop en al 52 verzen behelzen, zitten stijl- en tekstverschillen die de vergelijkende lezing aan beide zijden van de verticale middellijn laat aan het licht treden. Er is dezelfde inconsequentie in de schrijfwijze van sommige woorden, zoals ook door Dols werd aangetoondGa naar voetnoot(31). Deze auteur houdt het met de vlaamse aard van de fragmenten; ze zouden van het eind van de 15de eeuw zijn; de brusselse codex is van de 14de eeuwGa naar voetnoot(32). Ons komt het voor dat de kopist der fragmenten minder slordig is te werk gegaan dan die van het brussels manuscript. We wijzen daarop in de tekstverklarende nota's telkens waar het van pas komt. We stippen terloops aan hoe in v. 821 Bedi corrupt is voor Beda; dank zij die lezing kan het vers uit het brussels handschrift juist begrepen worden. Over de vlaamse oorsprong van zijn fragmenten zijn we het met Dols eens. We onderstrepen dat ze westvlaams zijn, en dat er geen fundamenteel verschil is met de brusselse codex. Er zijn geen redenen om te vermoeden dat de brusselse codex het enig exemplaar is geweest van de middelnederlandse vertaling uit Thomas van Cantimpré's eerste boek van de De Natura Rerum. Het blijkt dat er exemplaren met tekstvarianten in omloop zijn geweest; men kan alvast op dat tweetal wijzen met een eeuw verschil in de copie. De inzage van de middelnederlandse medische en physiologische geschriften heeft aangetoond dat er ook andere varianten zijn geweest die in de redactie van die geschriften verwerkt werden. |
|