Kyrieleis(1950)–Lidy van Eijsselsteijn– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] De beek Gij zijt de zee. Van alle streken stromen rivieren in U uit. Soms, in de nachten, als de wekere winden aan mijn spiegel breken hoor ik, verrukt, Uw ver geluid - Dan barst een heimwee in mij uit, als op het eerste lenteteken, zwellend en schuimend, hoog en luid... Maar in de dag, in kleine kreken vermoeid verzandend, vloei ik uit. De weg tot U is eindeloos, slechts voet voor voet mag ik die weten. Stromend langs woud en wilde roos kan nimmer ik Uw stem vergeten - O eeuwig heimwee naar Uw schoot! Vorige Volgende