Kyrieleis(1950)–Lidy van Eijsselsteijn– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Het Oor In de nachten zijt Gij het Oor. Daar stamel ik mijn gebeden. Daarin giet ik deze wrede eenzaamheid over. Hoor! Is achter dit oor een gelaat? Is daar de stem, die zal spreken? Ruist de zee, waar de kleine beek van mijn wezen in vergaat? Gij, Eeuwige, Gij zwijgt, zwijgt, zo Gij eeuwen deedt - Doch in dit zwijgen weet ik, dat Uw oor zich neigt. Vorige Volgende