Wat blijft komt nooit terug(1979)–Jan Eijkelboom– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] Wijnhaven Stutten, die ook alweer gaan rotten, verhindren 't huis om in te storten. Klimop drong door de ramen heen zodat het in november scheen of in die wankele warande nog mensen zorgden voor hun planten. Maar dat bedrieglijk groenfestijn is nu van een verschrompeld bruin, terwijl van buiten kale ranken het huis omknellen en verankren. Tot aan dit wankel evenwicht een kat, een zwerver, ik wellicht een einde maakt en mét de stenen straks in de haven is verdwenen. Een lauwe vloedgolf geeft nog aan: hier heeft een deftig huis gestaan waar eens bepruikte kooplui zagen hoe in de wemelende haven het lager volk de winst opbracht die bij droeg tot hun kalm gezag. Alleen het water bleef in leven, en 't huis. Maar dat nog slechts voor even. Vorige Volgende