Wat blijft komt nooit terug(1979)–Jan Eijkelboom– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] Genezen Toen uit het schimmenrijk ik was teruggekomen vielen de blaadren van de bomen, stond hun skelet alweer te kijk. Tegen een mast van roestvrij staal klepperen hel twee nylon koorden, geluid dat je als kind nooit hoorde. Toen stond er nog een houten paal en woei de wind ook uit een noorden dat minder kil leek, minder schraal. Toch dreven op het water schotsen wanneer het later winter werd. De haven werd ermee versperd als nu mijn schrijftafel met slordige papieren rotsen vol dreiging, woede en verwijt, die ik weer slim en koel bestrijd. Ik ben, kortom, geheel terug. God hielp mij toch de brug weer over, de ijzige bedoening in van leven-met-een-zin. Vorige Volgende