Liederen voor den landman. Deel 1
(1794)–Jan van Eijk– Auteursrechtvrij
[pagina 35]
| |
Wijze: Zwijgt winden, gij stroomen,
| |
[pagina 36]
| |
Die handen en harten
Voor Lijdenden sluit,
En eindigt in smarten
En jammergeluid.
In voorige dagen
Werd Juda beroerd,
In schandlijke laagen
Van ontucht vervoerd.
De weeldrigheid wekte
Den dartelen geest,
En zonde bevlekte
Het Scheenderen feest.Ga naar voetnoot(*)
Toen Nabal, bij 't scheeren,
En 't vreugdebetoon,
Het billijk begeeren
Van Isaïs Zoon
Niet goedvond te geeven,
Hoe was hij verblijd!
Maar 't koste hem 't leeven,
Door wrevel en spijt.Ga naar voetnoot(†)
ô Neen! ons genoegen,
Op 't vrolijke feest,
| |
[pagina 37]
| |
Moet Christenen voegen,
En in onzen geest
Ten spoorflag verstrekken
Van liefde tot God,
En mildheid verwekken
Bij 't vreugdegenot,
|