Liederen voor den landman. Deel 1
(1794)–Jan van Eijk– Auteursrechtvrij
[pagina 32]
| |
Wijze: Psalm CXXXVI.Ga naar voetnoot(*)Scheerder! scheer uw schaapje zacht,
Kwets het beestje niet,
Dat ons met zijn blanke vacht
Zoo veel voordeel biedt.
| |
[pagina 33]
| |
Scheerder! denk, hoe 't wollig dons,
Dat uw knipschaar trekt
Van de schaapjes, u en ons
Voor de koude dekt.
O! Wat is dit stomme dier
Lijdzaam, mak en stil!
't Maakt geen smartelijk getier,
't Buigt zich naar uw' wil.
Scheerder! zoo was Jesus ook,
's Vaders Godlijk kind.
Vrienden! zoo was Jesus ook,
Onze beste Vrind.
Ja; Hij deed zijn' mond niet op;
Zei niet: ‘ach! of: wee!’
Schoon het lijden steeg ten top,
Lijdzaam en gedwee!
Als een Lam, werd Hij geleid
Naar de slagtbank heen.
Heeft gewillig uitgebreid
Aan het kruis zijn leên.
| |
[pagina 34]
| |
Lieve Jesus! onze schuld
Hebt gij dus geboet;
En den eisch der Wet vervuld!
O! Vat zijt gij goed!
Dek ons voor des Rigters oog!
Heilig onzen wil!
Trek ons hart to U omhoog!
Maak het zacht en stil!
|
|