De Hollandsche Spectator
(1998)–Justus van Effen– Auteursrechtelijk beschermdAflevering 106-150: 31 oktober 1732 - 3 april 1733
[pagina 154]
| |
No. 123. Den 29. December 1732. De Hollandsche Spectator.
Parva leves capiunt animos.Ga naar voetnoot1
DE volgende Brieven zyn my onlangs, en kort na malkander, besteld. Ik twyfel niet of de verscheidenhied van derzelver inhoud, schoon ze beide een eenig onderwerp behelzen, zal myn Lezer niet onaangenaam zyn: en in die hoop deel ik ze hem mede, zonder zelf daar iets van te zeggen; latende aan hem over, om 'er zulke aanmerkingen op te maaken, als hy goedvind.
De eerste luid van woord tot woord aldus: Parbleu Spectator, ik moet bekennen, dat je my geattrapeertGa naar voetnoot2 hebt. Tot noch toe heb ik my geimagineert dat alles, wat je kwansuis in je weekelyksche Bagatelles plaatste, als of het je van den een of den anderen prullevaar was toegezonden, je eigen fabryk was: en dat je dat kunsje gebruikte om dus beter naar uw Engelsche, Fransche en Hoogduitsche Voorgangers te gelyken; maar nu zie ik dat je waarlyk somtyds missives krygt: want anders zou het je onmooglyk wezen om zo net achter het geheim van de zogenaamde Themistius te komen, die in je 115. vertoog levensgrootte staat uitgeschilderd. Je moet weeten dat ik my glorieer een van de eerste Matadors te zyn in de Charmante societeit, daar die lompert een reis drie vier verschenen is. Ik heb zulk een goede idée van je persoon, dat ik my verzeker dat je zelf de conduite, die hy daar gehouden heeft, ten eenemaal zult desaprobeeren.Ga naar voetnoot3 Le pauvre Garçon! ik beklaag hem in myn hart dat hy geen beter raadsman als zyn oom heeft aangetroffen. Waarom zich niet | |
[pagina 155]
| |
liever aan my, of aan zyn goede vriend Gallomimus, geadresseert? Wy weeten immers ruim zo wel hoe men tegenwoordig met de sexe moet converseeren, als een paai,Ga naar voetnoot1 die mogelyk [18] van al zen leven geen twee reizen le beau monde heeft gezien. Is het niet de grootste sottise van de waereld met een kopje Thee iemands gezondheid te salueeren? Foei, dat men de kwaade gewoontes van onze plompe voorouders niet af kan wennen! Wat my belangt, ik zou liever barsten, als zulk een enorme faux pas te begaan. Dat komt 'er van als men de kop zo met de studie breekt, dat men eerder een Pedant als een Galant genoemt mag worden! Ik ben ook wel op de Academie geweest, maar ik heb nevens myn Collegies altyd de assemblées trouw gefrequenteert: Je zelt misschien wel weeten dat zulks de heeren Studenten tot Utrecht gepermitteert is; en daarom heb ik die plaats voor andere Universiteiten verkooren, schoon myn ouwe man my liever te Franeker of te Harderwyk had gehad. Laat je niet wysmaaken dat de boeken niet convenieeren met de doekenGa naar voetnoot2 (gelyk deeze of geene viesneus misschien zou sustineeren) ik kan je van het tegendeel overtuigen: want als ik my des avonds retireerde, had ik altyd noch lust om de Dictata, die my een armen hals geduurig byzette, te copieeren: zo dat ik niets verloor, al negligeerde ik nu en dan eens een privaat collegie. Diergelyke treinGa naar voetnoot3 van leven heeft my de capaciteit verschaft om in onze Amsterdamsche saletten met lof te brilleeren. Zelfs ben ik zo ver geavanceert in die kunst, dat ik in myn Heures de loisirGa naar voetnoot4 een geschrift heb opgesteld, dienstig voor alle jongelingen van fatsoen, die zich met vrucht in de groote waereld begeeren te vertoonen. Het spyt me slechts dat myn hooge geboorte my niet toelaat om my met een Interessante Boekwurm te engageeren: anders zoude ik de inclinatie wel hebben om myn werkje ter drukperse over te geeven. Zo ik de liberteit dorst gebruiken, zoude ik het u toezenden; met instantelyk verzoek, dat je het eens wilde feuilletteeren, om naar bevinding van zaaken daar mede te leeven; want jy bent die dingen beter gewent. Ik zal je dan met een myn adres communiceeren: 't geen ik echter bid dat voor u alleen mag gehouden, en niet gedivulgeert worden. Deeze conditie beding ik ex- | |
[pagina 156]
| |
pres, om dat ik zie dat je al vry wat facilGa naar voetnoot1 bent om de brieven die je krygt publycq te maeken. De volgende descriptie van myn persoon zal je convinceeren dat ik capabel ben om wat fraais van deeze soort au jour te brengen. Ik ben een welgemaakt Jongeling, en, sans me flatter pourtant, niet misdeeld van genië. Myn moeder is recht mal met my, om dat ik niet alleen haar eenige Zoon, maar ook haar eenigste kind ben. Myn Fransch verstond ik [19] circum circa zo goed als myn Duitsch eer ik naar de Academie ging, en daar heb ik het verder geleerd, door den omgang met aanzienlyke vreemdelingen. De beroemde Lamy is te Amsterdam, en Forest le Pere te Utrecht myn beschermmeester geweest. of ik in het Italiaansch, dansen en zingen ervaaren ben laat ik je zelf jugeeren; en je zelt het in geen twyfel trekken, als ik je zeg, dat ik in het eerste door Messer Ciangulo (die zyn eige aventures zo geestig beschreeven heeft) in het ander door den ouden Hermet, en in het laatste door Mahout onderwezen ben. Ieder van deeze drie is in zyn professie de gerenommeerste die de agreable provincie van Utrecht ooit gehad heeft. Verders ken ik van alles wat. Ik speel op de Bas de viole, op het klavier en op de Alt. Ja, als ik het geluk had van de eene of de andere Belle op het Collegium Musicum (dat des winters alle zaturdagen van vieren tot zessen in de Ambachtskamer gehouden word) te geleiden, heb ik my niet geschaamd myn kunst op de drie genoemde Instrumenten te toonen, en ik had altoos het plaisir dat ik van elk een wierd geapplaudeert. Je zoud niet gelooven hoe goede keur ik heb in my te ajusteeren.Ga naar voetnoot2 Wanneer ik zesmaal ter week in het salet ga, heb ik ieder reis een byzonder kleed aan, en des morgens ben ik anders dan des avonds. Monsieur Steenbergen is myn Perruquier, & c'est tout dire. Ik durf my vanteerenGa naar voetnoot3 de eerste te zyn die een justaucorpsGa naar voetnoot4 met paniers de crin,Ga naar voetnoot5 en een witte mof, met een ceintuur van de eige soort, gedraagen heb; en naar myn exempel is die mode zodanig en vogue, dat geen man van educatie de zelve ontbeeren mag, zo hy zich niet ridicul wil aanstellen. Ik ga alle speeldagen in de Comedie, schoon ik ze detestabel vind. | |
[pagina 157]
| |
Mais que faire? wy moeten ons wel met zulk een sober amusement behelpen; dewyl, als je weet, noch Opera, noch Fransche Acteurs, in onze stad getolereerd worden. 't Zou noch kunnen passeeren, wanneer men wat meer stukken vertoonde als Andromeda is; want dan heeft men ten minsten het contentement van Mietje Chalon te hooren zingen; maar nu komen 'er niet als pitoyable overzettingen van Tragedies voor den dag, die beter zyn om te leezen als om te zien. Dit is ook de reden dat ik gemeenlyk daar verschyn tegen de laatste Acte; en als de dans beginnen zal. Ik wil je niet langer met het detail myner verdere qualiteiten ennuieeren. Het gezegde is suffisant genoeg om je te doen begrypen dat ik al de requisites d'un galant homme in [20] superlativo graduGa naar voetnoot1 bezit, en dat Themistius nooit beter Conducteur en Gouverneur zou kunnen vinden als my. Nu zal ik je maar alleen eenige articles optellen van myn Ga naar voetnoot* Traité d'une parfaite conduite dans les salets, nécessaire à tout jeun' homme qui se pique de briller dans le monde, & qui veut se rendre agreable au beau sexe. 't Is met voordacht in het Fransch geschreven, om het by l'Ecole du Monde van le Noble, en andere charmante tractaatjes van de zelve natuur te plaatzen. Voor de rest assureer ik je dat ik geen van de importantste Essais heb uitgekoren; maar enkel de zulke die my eerst invielen, I. Commentaire sur ce vers de P. Corneille: Qu'un homme à Paragraphe est un joli galand. | |
[pagina 158]
| |
IV. De la necessité indispensable de fredonner quelque petit Air, en jouant, ou en mêlant les cartes. Hier zal ik het by laaten, uit vrees dat myn briefje te lang mogt vallen. Als ik je myn Manuscript toezend, en gy het approbeert, mag ik wel lyden dat het by Uytwerf gedrukt word. Ik wil hem liever het profyt gunnen als een ander; want ik heb hem altyd voor een honnêt man gehouden: en ik twyfel ook niet of hy zal my wel een honderd Exemplaaren tot een present toestaan (ik schryf om geen geld) maar ze moesten alle in het beste marroquin, rouge ou bleu, gebonden, en sur tranche verguld weezen; anders zoude ik ze aan niemand durven destribueeren. Voor u zyn zo veel | |
[pagina 159]
| |
afdrukken als je desidereert. Myn styl zou mogelyk wel correctie nodig hebben; maar wanneer die wat negligent is geeft ze de caractere van een man van fatsoen te kennen.
Ondertusschen noem ik my de tout mon coeur Myn Heer Uw genegen Vriend **** Docteur en Droit.
P.S. Volgens de coûtume van uw correspondenten cacheer ik myn naam onder eenige étoiles, om eerst eens te zien hoe je met dit schryven handelt. Daar na zal ik à visage découvert voor den dag komen. [22]
De tweede Brief is van deezen inhoud.
Myn Heer de Spectator.
ZO het een troost is een makker in zyn misnoegen te hebben, vind ik reden my te troosten met het geval van Themistius, begrepen in den brief, die U. Ed. niet lang geleden aan het gemeen hebt medegedeeld. Ik ben omtrent in dezelve omstandigheden als die eerlyke jongeling. Deze laatste zomer ben ik getrouwd met een niet onverstandige en zeer bevallige vrouw, doch die zodanig in de groote waereld is, dat ik, om haar genegenheid niet te dwingen, genoodzaakt ben myn kantoor, ten minste tweemaal 's weeks, op de zorg van myn boekhouder te laaten staan, en met haar de gezelschappen waar te neemen. Dit stryd vry wat tegen myn humeur; maar ik wilde myn Sofia zo vroeg, en terwyl de Speelman (gelyk men zegt) noch op het dak zat, geen verdriet aandoen: Hopende dat zy wel wat meer aan haar eigen huis zal gewennen, wanneer ons huwelyk eens met een zoon of dochter gezegend werd, daar goede apparentie toe is. Eenigen van haare societeiten behaagden my zo nu en dan redelyk wel: en dit waren de zulken, daar getrouwden en ongetrouwden te samen komen, en waarin ik altyd een party naar myn zin krygen kan. Anderen zyn my zeer tegen, en die maaken juist het grootste getal uit. Dit zyn de kinderscholen, die opgepropt zyn van een party lafbekken en kleuters, die van dartelheid naauwlyks weten op wat voet zy staan, of op wat bil zy zitten moeten. De | |
[pagina 160]
| |
ontmoeting die ik onlangs in een van deeze gehad heb, heeft my de cordaate resolutie doen neemen van myn Echtgenoot voortaan alleen te laaten gaan, indien zy in haar drift blyft volharden. Ik gebruik de vryheid U Ed. deeze weinige letteren toe te zenden, om U Ed. te laaten oordeelen of ik gelyk heb, en of een man van een bezadigde ouderdom, als ik ben, zich met zulke zotheden kan behelpen. Een dag of drie is 'er vervlogen, toen wy verzocht wierden by zekere jonge Juffer, die met haar broeder op onze gelukwensching was geweest, en daar wy al eenige reizen belet hadden laaten vraagen, om de contravisite af te leggen; doch die altoos of buiten de stad was, of geen gelegenheid had om ons op te wachten. Wy namen de nodiging aan, en vonden 'er een gansche kamer vol [23] jong volkje, waar onder ik geen een kennis gewaar wierd. Na dat 'er eenige complimenten den hals gebroken waren, raakte myn huisvrouw eindelyk aan het zitten, en ik plaatste my voor de schoorsteen, daar een half dozyn Petits MaitresGa naar voetnoot1 bezig was met malkander in kwaad Fransch te discoureeren. Zy hadden het zo drok, dat ze myn groet ter naauwer nood beantwoordden, en zagen my alleen eens over schouder aan. Ik stond hier omtrent een quartier, zonder dat iemand my aansprak, wanneer de speeltafels gezet wierden, en ik, de laatste van het heele gezelschap, aan een quadrille party raakte, nevens twee meisjes, die pas uit den dop kwamen, en een jonkertje, dat niet veel ouder scheen. Geduurende het spel, hoorde ik het begin van verscheide nieuwe airtjes, en 't was niet als la, la, la, la, wat 'er uit kwam. Somtyds badineerden ze eens, en dan lachten ze weer dat het schaterde. Als ik iets wou zeggen, vielen ze my in de reden: als ik myn kaart in order schikte, vroegen ze: wat doeje myn Heer? wat doeje? 't Is uw beurt om eerst te spreeken. Het heertje paste nooit; maar als hy voorzat, riep hy altyd zeer schielyk: Ik vraag permissie, zo ik niet solo speel. En deeze vraag geschiedde eer 'er rond gegeeven was. Dit verveelde my niet weinig, te meer, wyl ze malkander geduurig het een of 't ander in 't oor te byten hadden, 't geen ik wel merken kon dat my raakte. Ten laatsten waren onze touren, tot myn groote blydschap, geeindigd. Wy stonden op, na dat ik vry wat zest'halven had uitgekeerd. Ik ging naar de tafel daar myn vrouw noch bezig was, en hield my kwansuis of ik op haar spel lette; maar leende ondertusschen het oor | |
[pagina 161]
| |
aan myn drie hokkelingen,Ga naar voetnoot1 die aanstonds zich by een gevoegd hadden, en niet weinig van my begonden af te leggen. Een der juffertjes vatte eerst het woord, en sprak: Wel, ik moet bekennen dat ik my zeer geënnuiëerd heb. Is dat speelen? wat interessanter man is dat! Hy verbeeld zich mogelyk dat hy in zyn Collegie op den Doelen, of op het Heerenlogement, onder eenige kooplui aan het verkeerbord of de piquettafel zit. Hy mag de negotie verstaan, maar de welleevenheid is ver by hem te zoeken. Ook zweeg hy als een mof, en zag zo stemmig als een Ziekentrooster. Dat's waar, voegde 'er de andere by, maar heb je op zyn bokkepruik wel gelet? heb je wel gezien hoe zyn manchettes hingen? Ik geloof dat hy zyn hemd ten minste al eens heeft aangehad. Ik kon my niet houwen van lachen als ik hem aanzag, en weet waarlyk [24] niet hoe onze zoete Sofia zulk een gekke keur heeft kunnen doen. Ik wil niet hoopen, viel het melkmuiltje hier op in, dat wy dit origineeltje altyd in ons salet zullen hebben. Voor my, ik durf my wel ronduit declareeren, dat ik het dan zou moeten verlaaten. Want ... Hier keerde ik my juist by geval om, waardoor het verdere stichtelyk onderhoud afgesneden wierd. Myn vrouw had ook gedaan, en dewyl onze koets voor aan stond, naamen wy 't eerst afscheid, laatende de vrinden een ruim veld om my noch beter af te schilderen. Ik wilde niets hier van zeggen, schoon my wel tienmaal gevraagd wierd hoe ik my gediverteert had; maar ik nam voor U Ed. aanstonds te schryven, en verzoek dat gy myn brief in een uwer Vertoogen plaatst. Wy leezen ze altoos aan de koffytafel: en ik hoop dat ik hier mede zo veel by myn Vrouw zal uitwerken, dat ze my in myn besluit niet hinderen, noch verpligten zal om my meer aan diergelyke bejeegeningen te waagen. Inderdaad, myn Heer, zo lang de saletten op geen beter voet worden gebragt, strekt 'er voor de jeugd meer gevaar dan voordeel in: en de Ouders doen voorzigtig, die hunne kinderen beletten zich daar te veel aan over te geeven. Vooral dunkt my dat getrouwde luiden daar op zo niet gesteld behoorden te zyn, maar dat ze veel eer al die byeenkomsten moesten myden, daar men alleeen respect heeft voor een paar zyde kousen met goude of zilvere klinken, een hoed met een breede point d'Espagne,Ga naar voetnoot2 en een onbeschaamd air. Ik twyfel niet of gy zyt van myn gevoelen, en ik blyve met veel achting | |
[pagina 162]
| |
Myn Heer de Spectator
U E D. D.W. Dienaar D.S.A.
Deze Hollandsche Spectator zal alle Maandagen en Vrydagen te bekomen zyn: Te Amsterdam, by H. Uytwerf; te Rotterdam, J.D. Beman, Delft A. Beman en Boitet; 's Gravenhage, C. Boucquet en J. vander Kloot; Dordrecht, Van Braam; Leyden, Kerchem, Haarlem, Van Lee; Utrecht, Kroon; Middelburg, Meerkamp; Vlissingen, Payenaar, Leeuwaarden, Strik. &c. [[25] |
|