De Hollandsche Spectator
(1999)–Justus van Effen– Auteursrechtelijk beschermdAflevering 61-105: 26 mei 1732 - 27 oktober 1732
[pagina 23]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verantwoording tekstDe hier gepresenteerde tekst van de vertogen 61 tot en met 105 is gebaseerd op een privé-exemplaar dat een interessante vermenging vertoont van het door Van Selm (1975) voor de eerste 211 afleveringen van de eerste druk veronderstelde bestaan van een A- en B-editie.Ga naar voetnoot1 Een toetsing van de resultaten van zijn onderzoek over de verschillen tussen beide edities wat betreft het gebruikte cursief, het voorkomen van de zogenoemde stok (lijst met verkoopadressen), de datering der vertogen, de plaats van katernsignaturen, gebruikte custoden, de plaatsing en vorm van de initialen en het voorkomen van lijstjes met corrigenda leerde dat het door mij gebruikte exemplaar vooral vertogen uit de A-editie lijkt te bevatten, de editie die volgens Van Selm de meeste autoriteit verdient: 33 uit de A en 8 of 12 uit de B-editieGa naar voetnoot2. De hier gebruikte editie neemt een positie in tussen twee door Van Selm onderzochte subeditiesGa naar voetnoot3 en bevestigt het door hem genoemde beeld van het successievelijk ‘op raken’ van vertogen, die een nadruk nodig maken. Van Selm stelt dat dit het gevolg kan zijn van een per aflevering verschillend aantal verkochte stuks,Ga naar voetnoot4 maar mogelijk is er daarnaast ook sprake geweest van verschillende oplagen. Dit zou niet alleen het voorkomen van het naar verhouding grote aantal gebonden exemplaren van de B-editie extra ondersteunen,Ga naar voetnoot5 maar tevens een verklaring kunnen bieden voor enkele door mij gevonden ‘afwijkingen’ van de door Van Selm genoemde criteria. Ik heb bewust niet gekozen voor een ‘zuivere’ A- of B-editie, maar mijn exemplaar daar wel mee vergeleken.Ga naar voetnoot6 Ik wilde namelijk door middel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 24]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de ‘natte vinger proef’ zien of de door Van Selm voor beide edities ontwikkelde criteria opgaan voor ook andere dan de door hem onderzochte exemplaren van de sub- of ‘gemengde editie’. Ondanks de hier geldende beperking van slechts 45 onderzochte vertogen, bevestigt deze bescheiden controle dat de drukgeschiedenis van De Hollandsche Spectator complex is, vol ogenschijnlijke tegenstrijdigheden.
Van Selm beschouwt het voorkomen van het “swash-achtige cursief”, de correcte datering van de vertogen, de stok (met uitzondering van die bij de nrs 61 en 63) en lijstjes met drukfouten als typerend voor de A-editie. Aanvullend heeft hij de plaatsing van katernsignaturen, custoden en de vorm van de initiaal aan het begin van ieder vertoog betrokken bij zijn vergelijking van beide edities. Voor de vertogen 61-98 en 100-102 kloppen mijn bevindingen met die van Van Selm, al kan ik wel een enkele aanvulling gevenGa naar voetnoot1. Problematisch zijn ‘mijn’ nummers 99, 103-105. Nr 99 mist het swash-achtige cursief en zou daarmee tot de B-editie behoren, maar heeft wel dezelfde plaatsing van de katernsignatuur als de A-editie. Al wijst Van Selm erop dat in sommige gevallen de beschrijving van de katernsignaturen niet eenduidig tot de conclusie van het bestaan van twee edities leidde,Ga naar voetnoot2 toch is hier daarnaast bovendien sprake van een van de B-editie afwijkende initiaal. Op grond van het ontbreken van het typische cursief kan ik slechts concluderen dat deze nr 99 niet tot de ‘echte’ A-editie behoort. Ook in de nummers 103-105 ontbreekt het swash-achtige cursief en behoren deze zodoende niet tot de A-editie; alle drie hebben echter wel een met de A-editie overeenkomende signatuurplaatsing. Bovendien heeft nummer 103 op pagina 102 géén custode, voor Van Selm een kenmerk van de A-editie,Ga naar voetnoot3 terwijl ook de initiaal, de letter W, dezelfde is als die | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 25]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van bijv. nummer 98 (A-editie).Ga naar voetnoot1 Op pagina 107 van nummer 104 staat in de B-editie “grooteu Corneille”, terwijl in het door mij gebruikte exemplaar “grooten Corneille” voorkomt, net zoals dat het geval is in de A-editie. De gebruikte initiaal ‘D’ is echter dezelfde als die in bijvoorbeeld de nrs 96, 97, 100 (A-editie), en anders dan die van nr 74 (B-editie). Dit suggereert dat de door mij gebruikte tekst in de tijd vóór die van een complete B-editie gesitueerd moet worden. Bij nummer 105 is nog meer aan de hand. De gebruikte initiaal ‘I’ is dezelfde als die van bijvoorbeeld de nummers 66, 94 en 95 (A-editie), maar anders dan die in de nrs 62, 63 en 80 (B-editie). Het meest opvallende is echter dat het lijstje met corrigenda op pagina 120 wèl voorkomt, terwijl Van Selm het ontbreken ervan juist als een van de kenmerken van de B-editie beschouwt.Ga naar voetnoot2 Het lijkt alsof er tussen de eerste (A-editie) druk en de nadruk (B-editie) zoals beschreven door Van Selm, mogelijk incidenteel, sprake is van een editie die noch zuiver A, noch zuiver B is. Oók in het door Van Selm onderzochte KB-exemplaar van de B-editie blijkt het swash-achtige cursief echter te ontbreken, al wordt dit niet door hem genoemd. Verder onderzoek is kortom wenselijk,Ga naar voetnoot3 en mogelijk kan in het verlengde daarvan een realistischer beeld gevormd worden over de oplage-kwestie en aantallen (na-)gedrukte exemplaren, waarover nog steeds geen duidelijkheid bestaat.Ga naar voetnoot4 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 26]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De collatieformule van Deel III (vertoog 61-90) is: 8o (in vieren): π2, A-Z4, Aa-Gg4 (122 folia); voor de vertogen 91-105 binnen Deel IV geldt: 8o (in vieren): π1, A-P4. Tussen vierkante haken is de paginanummering van het origineel aangegeven. Omwille van de vormgeving is het oorspronkelijke nummer van de eerste pagina van een nieuw vertoog steeds geplaatst aan het eind van de slotpagina van het voorgaande. In het origineel zijn diverse vertogen partieel in een kleiner corps gezet om toch binnen de acht pagina's van één aflevering te kunnen blijven. Dit onderscheid ontbreekt hier. Custoden en katernsignaturen zijn weggelaten, terwijl evenmin de ligaturen zijn overgenomen. De interpunctie is gehandhaafd, evenals het veelvuldig gebruik van hoofdletters na een puntkomma, en de toepassing van het vraagteken waar dit voor lezers nu als incorrect overkomt. Voor en na een leesteken is ingegrepen in de spatiëring: ervóór is deze consequent verwijderd, erná is deze (doorgaans) toegevoegd. Vóór de vormen 'er en 't is steeds een spatie aangebracht. Enclitische vormen als zeggenze zijn gehandhaafd, terwijl tevens binnen eenzelfde vertoog optredend verschillend taalgebruik van bijvoorbeeld twede naast tweede, twyffel naast twyfel, ligchaam naast lichaam ongewijzigd is overgenomen. De tekst is alleen gecorrigeerd in geval van aperte zetfouten. De door de auteur zelf vermelde drukfeilen aan het slot van vertoog 105 zijn in de tekst weliswaar gecorrigeerd, doch in de lijst met verbeteringen hieronder opgenomen met een *. De titelpagina's van Deel III en IV met de incorrecte vermelding van de naam “Harmanus” in plaats van “Hermanus” Uytwerf zijn in de lopende tekst gecorrigeerd.Ga naar voetnoot1 Marietje d'Hane-Scheltema heeft de Griekse en Latijnse motto's voorzien van een letterlijke vertaling en waar mogelijk een vermelding van de bron gegeven. Ik hecht eraan haar op deze plaats nogmaals te danken dat zij bereid is geweest haar kennis, ervaring en tijd hieraan te geven. In deze tekstuitgave zijn tevens de vertalingen van Pieter Adriaen Verwer opgenomen, gemaakt terwille van de door hem bezorgde tweede druk van De Hollandsche Spectator;Ga naar voetnoot2 deze staan steeds in cursief genoteerd achter | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 27]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
“1756: pagina”. De noten met Arabische cijfers behoren niet tot de oorspronkelijke tekst van Van Effen, en bevatten door mij toegevoegde woordverklaringen, toelichtingen en de hierboven genoemde vertalingen der citaten. De afbeeldingen zijn mijn keuze. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
CorrectiesAchtereenvolgens vertoog + pagina in origineel, tekst origineel, correctie; N indien dit niet voorkomt in het UBU-exemplaar; # geeft alleen in UBU-ex. gevonden drukfeil.; * = correcties genoemd in nr 105. Opvallend is het aantal verbeteringen vanaf nr 91.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 28]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 29]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ter vergelijking is gekeken naar de exx. KB: 494 F 1 (A-editie) en KB: 229 L 34 (B-editie). De nrs 61-64, 68-69, 74 en 80 blijken opnieuw tot de B-editie te behoren: de hier genoteerde zetfouten komen niet voor in de A-editie, met uitzondering van de datum 3 in plaats van 2 juni 1732. De nrs 99, 103-105 stemmen overeen met de A-editie, ook wat betreft de gebruikte initialen en de plaatsing van de signaturen. Dit bevestigt het bestaan van een druk ná de ‘echte’ A-editie en vóór de ‘echte’ B-editie. |
|