| |
| |
| |
Vijftien
Na die ontmoeting van Charles en Frans in Amsterdam waren ruim twee maanden verlopen. In die tijd had Mia zeker zeven brieven poste restante naar het hoofdpostkantoor in Amsterdam gestuurd. De eerste stonden vol smeekbeden naar huis te komen, maar omdat Frans daar in de brieven, die hij hen schreef, nooit op in ging, waren ze van lieverlee achterwege gebleven en schreef ze hem alleen de nieuwtjes uit de buurt, liet hem steeds opnieuw weten, dat iedereen veel van hem hield en probeerde ze de situatie zo veel mogelijk te begrijpen. Pierre schreef niet. Hij vond, dat de jongen hem eerst maar eens uitdrukkelijk moest vragen iets van zich te laten horen. Frans scheen echter genoeg te hebben aan de brieven van zijn moeder en dat maakte, dat Pierre de briefwisseling met groeiende verbittering volgde en geen kans voorbij liet gaan er hatelijke opmerkingen over te maken.
‘Waarom moet hij al die brieven op het postkantoor afhalen?’ vroeg hij eens. ‘Waarom kan hij ons niet gewoon zijn adres geven?’
‘Hij is bang, dat we hem dan laten oppikken.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Ik kan me dat wel indenken.’
‘Ik niet! Wat kunnen we doen als hier nu eens iets ergs gebeurt? Zeg, dat jij of ik nu eens ziek worden?’
‘Hij heeft Cleophas verteld waar hij woont. Die kan zo iets dan meteen doorgeven. Hij heeft Frans moeten beloven het adres geheim te houden. Dat weet je toch?’
‘Mooie geschiedenis! Je eigen kind vertrouwt je niet! En jij steunt die jongen maar, door net te doen alsof er niks aan de hand is! 'n Flink pak op z'n donder, dat heeft-ie nodig! Dat zou 'm die kunsten wel afleren! 't Wordt tijd, dat-ie eens doorkrijgt wie hier de baas in huis is!’
‘Hij is niet meer in huis, Pierre,’ zei Mia, maar dat maakte geen indruk op hem. Hij had zich altijd moeilijk bij veranderingen neergelegd, vooral als zijn eigen gezag daarbij op het spel
| |
| |
stond. Het was alsof hij Frans' vertrek nog steeds niet aanvaardde en er voortdurend rekening mee hield hem ergens in huis tegen het lijf te lopen, zodat hij hem dan eens duchtig kon afstraffen.
De afwezigheid van Frans en Pierres recatie daarop waren echter niet de problemen, die Mia het meeste bezig hielden. Van Charles Cleophas had zij gehoord, dat Frans er misschien wat verwilderd, maar toch heel gezond uitzag en dat zij zich over hem geen onnodige zorgen hoefde te maken. Nu zij hem kon schrijven en hij haar brieven trouw beantwoordde, had zij zich bij zijn vertrek neergelegd. Nee, er was iets anders, dat haar veel meer zorgen baarde en waarvoor zij geen uitweg zag - terwijl juist hiervoor op de kortst mogelijke termijn een oplossing moest worden gevonden. Toke was nu zo zwaar, dat iedereen kon zien, dat de bevalling niet erg lang meer op zich zou laten wachten en nog steeds wist Pierre niet, dat Pie Olivier de vader van het kind was. Het was een onhoudbare toestand, dat zag ze zelf ook wel in. Voor de baby werd geboren, moest Pierre van alles op de hoogte zijn. Natuurlijk zou hij woedend worden en misschien zouden er wel verschrikkelijke dingen gebeuren - maar iedere dag uitstel maakte dat alleen maar erger. Ze had er met Toke over gepraat, maar die zei eerlijk, dat ze er niets voor voelde. Het leek haar veel beter als niemand wist wie de vader was.
Dagenlang probeerde Mia tot een beslissing te komen. Pierre was een lastige, humeurige vent, maar ze hield van hem, met al zijn fouten en gebreken en ze wist, dat hij ook van haar hield. Zij wilde niets voor hem geheim houden en zeker niet iets, waarbij zijn dochter en daardoor ook hij zelf zo nauw betrokken was.
Pie Olivier scheen een goede les te hebben gehad. Hij was de afgelopen maanden erg veranderd. In plaats van op straat rond te lummelen en aan zijn oude auto's te prutsen, volgde hij nu een opleiding voor vertegenwoordiger. De firma waarvoor hij ging werken, was er een, die jarenlang artikelen aan de winkel van zijn ouders had geleverd en vanwege de goede relatie, kreeg Pie een kans - een kans, die hij duidelijk zo goed mogelijk wilde benutten.
| |
| |
Met de winkel van Giel en Sie was het mis gelopen. De actie van dokter Tijsen had weinig uitgehaald. Zo gauw de nieuwe supermart zijn deuren opende, waren alle huisvrouwen van de Berenkuil er heen gestroomd, aangelokt door de meest fantastische en ongelooflijke aanbiedingen. Giels inkomsten waren van dag tot dag en van week tot week kleiner geworden en Sie en hij hadden al gauw ontdekt, dat ze binnen het jaar nergens meer zouden zijn. Om te redden wat nog te redden viel, had hij meneer Rienstra van de Ster opgebeld en gezegd, dat hij nog eens over de verkoop wilde praten.
Meneer Rienstra had weinig of geen interesse getoond. Als Giel zijn zaak wilde verkopen, dan had hij dat eerder moeten zeggen, vond hij, toen was het voor de Ster nog een aantrekkelijke transactie. Nu hadden ze weinig belangstelling voor een verlopen kruidenierswinkel, maar vanwege de vriendschap wilde hij toch wel 'ns kijken wat hij bij zijn directie kon bereiken. Wat hij bereikte, was niet veel. Ze wilden de zaak dan wel van Giel overnemen, maar alleen om hem een plezier te doen - dat moest hij goed begrijpen - en veel geld konden ze er natuurlijk niet voor neertellen. Het koopcontract werd ondertekend en de winkel ging dicht. De ramen werden van binnen wit gemaakt en de buurt raadde druk wat er nu in zou komen. Veel haast om er iets renderends van te maken scheen de Ster echter niet te hebben. De Oliviers mochten, tot er een nadere bestemming aan het pand was gegeven, hun woonruimte van de firma huren. Het geld werd op de bank gezet en omdat het de enige zekerheid was, die ze nu nog hadden, besloten Giel en Sie zo zuinig mogelijk te leven. Giel keek naar een of ander baantje uit, maar had tot nu toe niets kunnen vinden. Pie, die als aankomend vertegenwoordiger al een bescheiden salaris kreeg, droeg iedere maand een deel er van af vanwege kost en inwoning.
Nee, Pie was wel veranderd, dat moest zelfs Pierre toegeven en voor Mia was dat het enige lichtpuntje. Pierre zou nu in ieder geval niet kunnen zeggen, dat de vader van Tokes baby een niksnut was. Misschien, zo hoopte ze, zou de slag daardoor wat minder hard aankomen. Onbewust besefte ze wel, dat het weinig of geen verschil zou maken en dat was
| |
| |
ook 'n reden, dat zij er nog niet met Pierre over was begonnen.
‘Waarom ga je niet eens bij de pastoor langs?’ zei Helga toen ze op een middag bij Mia thee dronk. ‘Hij zou toch met Pierre kunnen praten? Daar is zo'n man voor.’
Mia haalde haar schouders op. Pastoor Waterman bemoeide zich weinig met de mensen van zijn parochie en zij had geen vertrouwen in hem. Als de pastoor het zou willen, had hij al lang wat aan de kwestie kunnen doen. Hij was al maanden en maanden van Pie's vaderschap op de hoogte.
‘Misschien zouden Dries en ik eens met Pierre kunnen praten,’ zei Helga. ‘Ik weet 't niet... Ik bedoel - jij hebt zoveel voor ons gedaan...’ Ze haalde onzeker haar schouders op.
Dat leek Mia niet zo'n goed idee. Pierre zou van hen niks aannemen - misschien zou hij wel over Maaseik beginnen. Ze schudde haar hoofd. ‘D'r moet toch nog iemand anders zijn... Met wie zou je daar nou over kunnen praten?’
‘De dokter?’
Dat ze daar niet aan gedacht had! Dokter Tijsen. Ze had meteen aan hem moeten denken! Hij had dat van de baby toch ook aan Pierre verteld? Ze knikte nadenkend. ‘Ik ga straks naar 'm toe. Hij moet er met Pierre over praten.’
‘'t Zal toch nog moeilijk genoeg zijn,’ zei Helga.
Mia knikte weer. ‘Reken maar.’
Dokter Tijsen zuchtte toen hij hoorde wat ze wilde.
‘Je had het niet voor hem geheim moeten houden, Mia... Door je mond te houden, heb je het alleen maar erger gemaakt.’
‘Ik durfde het niet te zeggen...’
‘Ik heb je gewaarschuwd. Weet je nog wel? Die avond toen ik voor Olivier kwam.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘'t Heeft geen zin na te kaarten.’ 'n Zucht. ‘Wanneer kan ik 't beste langs komen?’
Ze beet op haar lippen. ‘Zou het vanavond nog kunnen, denkt u?’
‘Wat heb jij opeens 'n haast!’ Hij keek haar onderzoekend aan. ‘Er is toch niks anders aan de hand?’
Ze schudde heftig haar hoofd.
‘Nou...’ De dokter keek op z'n horloge, stopte het terug in
| |
| |
zijn vest. ‘Tegen 'n uur of negen dan maar? Zorg er wel voor, dat de kinderen uit de buurt zijn.’
‘Ik zal d'r om denken, dokter.’
Toen Pierre die avond van zijn werk kwam, stond 't eten op tafel en zaten ze al op hem te wachten.
‘Wat ben je vroeg vandaag!’ zei hij, terwijl hij aanschoof.
‘Dan hebben we 'n lekker lange avond.’
Na het eten legde Toke meteen Bonnie in bed en ging toen met 'n vriendin naar de bioscoop. Nico verdween in z'n kamer om huiswerk te maken en Ria en Greet gingen naar Reineke om haar eindelijk eens de spelletjes en boeken te laten zien, die ze met sinterklaas hadden gekregen.
‘Zijn ze allemaal weg?’ vroeg Pierre verbaasd toen Mia om kwart over acht met de koffie binnenkwam.
Ze knikte en legde uit waar ze heen waren en gaf hem zijn pantoffels. Ze installeerden zich voor de televisie en dronken koffie en keken naar 'n aflevering van Coronation Street. Pierre zat tevreden en wat onderuit gezakt in zijn luie stoel en rookte een pijp. Mia keek naar de gebeurtenissen op de beeldbuis, maar kon er haar gedachten niet bij houden. Over 'n minuut of twintig zou de dokter er zijn... Moest ze dat nou tegen Pierre zeggen of moest ze net doen alsof ze van niks wist? Hij zou toch wel snappen, dat zij erachter zat... Ze wist niet wat ze moest doen en hield daarom haar mond en keek naar de gang van zaken in Coronation Street, waar iedereen blijkbaar druk met de een of andere bruiloft in de weer was. Ze begreep er niet erg veel van.
Toen de bel ging, schoot ze overeind. ‘Dat zal de dokter zijn.’
‘De dokter?’ vroeg Pierre. ‘Wat komt die doen?’
‘Hij wou even met je praten,’ zei ze, toen ze al bij de deur was.
Dokter Tijsen keek met hen Coronation Street uit, stak toen een van zijn sigaren op en zei: ‘Tja... Je zult wel denken: wat komt die op de late avond nog doen?’
Pierre keek hem achterdochtig aan en knikte. Mia had de televisie al afgezet en was druk bezig voor alle drie koffie in te schenken.
| |
| |
‘Hoe bevalt dat nieuwe werk?’ vroeg de dokter opeens, alsof ze het daar de hele tijd over hadden gehad.
‘Goed,’ zei Pierre. ‘Maar 't betaalt behoorlijk minder.’
‘'t Was zeker wel even wennen, in het begin?’
‘Wat dacht u? Je moet iets gaan doen, dat je nog nooit in je leven hebt gedaan.’
‘Tja, 't zal wel 'n overgang zijn.’
Stilte. Ze roerden in hun kopjes, dronken van hun koffie, keken wat rond.
‘Wilt u nog 'n kopje?’ Mia pakte zenuwachtig de pot van de kachel. Er werd weer ingeschonken en gedronken.
‘Laat ik nu eindelijk maar eens vertellen wat ik kom doen,’ zei dokter Tijsen, na een paar keer heftig aan zijn sigaar te hebben getrokken. ‘Het houdt verband met Toke...’
‘Is er iets niet goed met haar?’ vroeg Pierre.
De dokter stelde hem gerust. Nee, daar hoefde hij zich geen zorgen over te maken. Met Toke ging alles uitstekend. Hij was zelfs heel tevreden over haar. Als de zwangerschap bij alle vrouwen zo zonder klachten verliep als bij haar...
‘Waar gaat 't dan over?’ vroeg Pierre.
‘Mmmmm.’ De dokter schraapte zijn keel. ‘Heb je er nooit eens over nagedacht wie de vader van 't kind zou kunnen zijn?’
‘De vader van 't kind...?’
‘Van Tokes kind,’ zei Mia. De dokter keek haar even aan en ze zweeg.
‘Ik weet, dat Toke dat niet heeft willen zeggen.’ Dokter Tijsen tikte de as van z'n sigaar. ‘En dat kunnen we haar niet kwalijk nemen, Pierre. Ze deed dat om jou te sparen.’
‘Mij te sparen?!’ Hij keek van de dokter naar Mia. ‘Vertel me niet, dat iedereen hier in huis het weet - op mij na.’
‘Natuurlijk niet!’ zei de dokter haastig. ‘Alleen Toke en Mia weten het en ik natuurlijk en...’
‘Hoe lang weet jij dat al?’ Hij draaide zich naar Mia. ‘Jullie hebben mij er dus gewoon buiten gelaten om...’
‘Niemand wil jou ergens buiten houden, Pierre,’ zei dokter Tijsen rustig. ‘Daarom is Mia juist naar mij toe gekomen. Ze wil zo graag dat jij van alles op de hoogte bent... En nu ben ik hier om er met je over te praten.’
| |
| |
Hij antwoordde niet, trok driftig aan zijn pijp en scheen over die woorden na te denken.
‘Tja...’ De dokter dronk van zijn koffie. ‘Het betreft iemand hier uit de buurt, Pierre... Tot dusver heeft hij zich nog niets aan Toke of haar baby gelegen laten liggen, maar daar kan nog verandering in komen wanneer het kind er is.’ Hij trok aan zijn sigaar, blies bedachtzaam rookwolken uit. ‘Ik zou niet graag hebben, dat je... dat je hem of zijn familie onder druk zou zetten... Ik begrijp heel goed, dat je die knaap het liefst eens flink bij zijn lurven zou pakken. Maar daar schiet niemand iets mee op. Toke niet, jij niet en hij ook niet...’
‘Wat bedoelt u?’ vroeg Pierre.
‘Ik bedoel...’ de dokter zuchtte, ‘... dat je die jongen niet met verwijten moet gaan overladen. Om te beginnen geloof ik niet, dat het eerlijk is hem alle schuld te geven. Daar komt nog bij, dat je van hem eerder wat medewerking zult krijgen als je je gevoelens wat in bedwang houdt. Een huwelijk doordrijven zou bijvoorbeeld dwaas zijn. Dat krijg je misschien klaar, maar je zou er 'n paar mensen levenslang ongelukkig mee maken.’
‘Wie is het?’ vroeg Pierre kort.
‘Luister nou eerst even naar wat de dokter te vertellen heeft...’ zei Mia haastig.
‘De dokter kan me nog meer vertellen!’ Pierre keek hen beurtelings aan. ‘Ik wil weten wie het is!’
‘Hou je nou rustig, Pierre...’ Mia stond nerveus op, begon weer koffie te schenken.
‘Natuurlijk houdt Pierre zich rustig,’ zei de dokter. ‘Hij is verstandig genoeg om in te zien, dat je met uitbarstingen en ruzies niets bereikt.’ Hij knikte tegen hem. ‘Is dat niet zo, Pierre?’
‘Zeg me nou maar wie het is.’ Pierre schoof zijn kopje van zich af. ‘Ik zal er geen lawaai over maken. 't Is nou toch gebeurd!’
‘Zo kunnen we praten,’ zei dokter Tijsen. ‘Ik moet je eerlijk zeggen, dat ik van het begin af aan geweten heb, dat je het verstandig zou opvatten - ook al zal het misschien niet meevallen te horen, dat 't Pie Olivier is.’
| |
| |
Er viel een stilte. Mia moest naar de keuken om de suikerpot bij te vullen. De dokter had al zijn aandacht bij zijn sigaar.
‘Pie Olivier,’ herhaalde Pierre. Hij trok aan zijn pijp, blies een rookwolk uit. ‘Precies wat ik dacht.’ Hij klopte met veel lawaai zijn pijp uit, stond op en liep naar de tuindeuren. Zwijgend schoof hij het gordijn een stukje opzij en staarde in de donkere tuin. Mia kwam terug in de kamer, keek van Pierre naar de dokter en van de dokter naar Pierre en ging weer in haar stoel zitten.
Pierre draaide zich om, leunde met zijn rug tegen de muur. ‘Als dat zo is, zal ie voor haar zorgen ook,’ zei hij opeens, alsof hij een besluit had genomen. ‘Voor haar en voor het kind!’
‘Je wilt toch niet, dat ze samen trouwen?’ vroeg Mia. Ze hield haar ogen strak op hem gericht en scheen opeens al haar onzekerheid te hebben verloren.
‘Trouwen? Met 'n vent, die in de gevangenis heeft gezeten?!’ Hij snoof minachtend. ‘Nog niet over m'n lijk!’ Hoofdschuddend liet hij zich in zijn stoel vallen. ‘Maar 't zal 'm geld kosten! Hij kan haar onderhouden! Haar en dat kind van 'm! Hij kan voortaan geregeld geld komen afdragen, daar zal ik wel voor zorgen!’
Mia schoot overeind. ‘Dat zul je niet! Je zult helemaal niks! Als er voor haar en het kind gezorgd moet worden, dan zal ik dat doen - daar heeft ze niemand anders voor nodig! Ik ben gelukkig nog niet te oud om...’
‘Trouwen - daar komt niks van in!’ Pierre scheen haar woorden niet te horen. ‘Maar het zal hem wel geld gaan kosten. Laat dat maar aan mij over!’
‘Ik laat niks aan jou over!’ Mia's stem klonk zacht en de woorden kwamen een voor een met nadruk over haar lippen. ‘Toke wil niks meer met Pie te maken hebben. Helemaal niks, versta je? En daarom zal zij geen cent van hem aannemen... Als er voor haar gezorgd moet worden, dan zal ik dat doen. Haar eigen moeder!’
‘Zeg, ben jij helemaal...’ Pierre staarde haar woedend aan en maakte toen een machteloze beweging in de richting van de dokter. ‘Kunt u haar niet aan haar verstand brengen, dat het...’
| |
| |
‘Niemand hoeft mij hier iets aan m'n verstand te brengen.’ Mia keek de twee mannen aan. ‘Ik weet wat ik moet doen en als dat je niet bevalt, Pierre Vasterman, dan zeg je het maar, dan kun je het verder alleen uitzoeken...’
‘Wat bedoel je daarmee?’
‘Ik bedoel, dat Toke en ik dan weggaan en dat je het huishouden verder helemaal alleen en op jouw manier kunt doen! Ik heb er genoeg van dag in, dag uit te horen wat ik moet doen en wat ik niet moet doen!’
‘Luister nou eens, Mia...’ begon de dokter, maar ze luisterde niet.
‘Ik wil niet, dat die jongen van Olivier hier verder nog in betrokken wordt. Toke wil op geen enkele manier iets met hem te maken hebben en het gaat nu om Toke en niet om jou of mij... We zullen hier heus geen honger lijden omdat we die paar onnozele centen van Pie moeten missen en bovendien hebben Giel en Sie Olivier al genoeg ellende... Als wij nu ook nog eens bij hen komen om er 'n schepje op te doen...’ Haar stem schoot uit. ‘Je kunt nou kiezen of delen, Pierre! Of wel we laten alles zoals het is en praten er verder niet meer over - of je zoekt het verder alleen maar uit. Dan heb je Toke en mij voor het laatst gezien!’
‘Mia, hoor nou eens even...’ Hij staarde haar onthutst aan.
‘Ik hoef niks meer te horen.’ Ze huilde bijna. ‘En dan te denken, dat ik al die tijd m'n mond heb gehouden over Pie omdat ik bang voor je was! Ik ben blij, dat we er nou eindelijk 'ns over kunnen praten!’
‘Misschien is het beter als jullie dat verder samen doen,’ zei dokter Tijsen, terwijl hij opstond. ‘Jullie kunnen het wel zonder mij af, lijkt me.’
‘Blijft u nou nog even, dokter!’ zei Pierre. ‘U hoort toch zelf wat ze allemaal zegt? U zult toch...’ Hij zuchtte.
‘Ik geloof niet, dat ik verder nog iets kan doen,’ zei de dokter. ‘Dit moeten jullie samen oplossen, Pierre. Ik kan alleen maar zeggen, dat Mia een vrouw is en dat vrouwen dit soort dingen vaak heel anders zien en voelen dan mannen. Je moet proberen daar wat begrip voor te hebben... En Mia moet
| |
| |
begrijpen dat het voor jou niet meevalt opeens een heel andere houding aan te nemen. Als jullie allebei je best doen...’ Hij haalde zijn schouders op en gaf hen een hand. ‘Maar dat is iets wat alleen jullie aangaat... Blijf rustig zitten. Ik kom er wel uit.’ Bij de deur bleef hij staan. ‘Blijf niet te lang ruzie maken, want voor je het weet staat je kleinkind op de stoep!’
Toen hij weg was, bleef het lange tijd stil in de huiskamer. Pierre stopte weer een pijp, stak die op en zei op heel andere toon: ‘Laten we er nou 'ns rustig over praten.’
Ze bleef op haar hoede en zei onwillig: ‘Ik heb precies verteld hoe ik er over denk... Als er voor Toke en het kind gezorgd moet worden, dan zal ik dat doen. Daar hebben we geen ander voor nodig.’
Hij keek haar aandachtig aan, trok nadenkend aan zijn pijp. De gebeurtenissen van de afgelopen maanden - Toke die 'n kind moest krijgen, Frans, die 't huis uit ging, het nieuwe werk in de autofabriek - hadden hem zo volkomen in beslag genomen, dat hij langzaam maar zeker het idee had gekregen, dat hij hier in huis de enige was, die alles in de hand kon houden. Hij was Mia als 'n verlengstuk van 't huishouden gaan zien en had vergeten, dat zij zich over al die problemen en moeilijkheden net zoveel zorgen maakte als hij. Hij had niet begrepen, dat zij ook naar oplossingen had gezocht en zag niet in, dat haar oplossing misschien beter en verstandiger was dan de zijne. Terwijl hij daar in zijn luie stoel zat en naar haar keek en over alles wat er deze avond was gezegd, nadacht, worstelde hij met zijn trots.
Als hij eerlijk was, zei hij haar nu, dat zij gelijk had en dat het veel beter was als zij samen voor Toke en het kind zouden zorgen. Ook al zouden ze met Pie 'n regeling kunnen treffen - het zou toch altijd 'n gemier en getrek blijven om 'n paar onnozele centen. Voor Toke moest dat afschuwelijk zijn. Als hij eerlijk was, gaf hij dat zonder meer toe. Maar toegeven stond gelijk met ongelijk bekennen. Zouden ze 'n volgende keer nog naar hem luisteren als hij nu toegaf, dat hij zich vergiste? Pierre zuchtte. De dokter had gelijk. Dit was iets, dat alleen Mia en hem aanging en waarbij hij geen steun van anderen mocht verwachten.
| |
| |
‘Weet je,’ zei Mia opeens. ‘Samen zouden we zoveel voor haar kunnen doen.’ Ze glimlachte. ‘Daar... daar zijn ouders voor, geloof ik.’ Ze liep op hem toe, ging op de leuning van zijn stoel zitten en legde haar arm om zijn schouder. ‘Samen zouden we het redden...’ 'n Zucht. ‘Dat was natuurlijk onzin - dat over weggaan en zo. Zonder jou zou 't toch niet lukken.’ Ze legde haar hoofd tegen het zijne. ‘Weet je, dat ik 't leuk vind, nu er 'n kleintje bij komt? Toke en ik kunnen er samen voor zorgen...’ Ze lachte. ‘'t Is net alsof we weer van voor af aan beginnen... Je weet wel - net als toen Toke werd geboren.’
‘Ik voel me nog helemaal geen opa!’
‘Toch zul je 't nou gauw genoeg zijn!’
Pierre legde zijn pijp weg en sloeg zijn arm om haar middel. ‘'t Is net alsof je opeens bent teruggekomen,’ zei hij onhandig. ‘Ik bedoel-alsof je bent weg geweest en er nu opeens weer zit.’
‘Ben je daar blij om?’
‘Ja.’ Hij zuchtte. ‘Soms zal ik wel verschrikkelijk moeilijk voor je zijn.’
‘Verschrikkelijk.’
‘Maar dan bedoel ik het niet zo... Ik bedoel... ik denk wel eens...’ Hij zuchtte weer, probeerde het opnieuw. ‘Ik pieker en ik pieker en als ik jou dan aan 't werk zie... koken en de bedden opmaken en 't huis poetsen... dan denk ik, dat je 't veel te druk hebt om...’ hij haalde zijn schouders op, ‘... om met andere dingen bezig te zijn.’
‘Welke andere dingen?’ vroeg ze zacht.
‘Nou... Frans en Toke en de baby... al die moeilijkheden.’ Zij wilde iets zeggen, maar hij legde zijn arm vaster om haar heen. ‘Ik weet nu wel, dat 't niet zo is... Dat schoot me straks opeens te binnen... En toen snapte ik, dat ik 't ook wel 'ns mis kon hebben.’ Weer 'n zucht. ‘Je hebt gelijk... We moeten samen voor Toke zorgen en daar hebben we niemand anders voor nodig.’ Hij keek haar van opzij aan. ‘Maar je had het niet voor me geheim moeten houden... dat Pie de vader is. 't Is nu net alsof jullie me niet vertrouwden...’
‘We waren bang voor je.’ Ze moest zelf om haar woorden glimlachen.
| |
| |
‘Ik zou jullie toch niet opeten?’ Het klonk heel onbeholpen. Ze kuste hem op zijn haren. ‘Natuurlijk niet! Maar dat waren we vergeten.’
Nico kwam beneden om welterusten te zeggen. Ria en Greet stapten 'n paar minuten later binnen. Toen de kinderen naar bed waren, zaten Pierre en Mia tegenover elkaar aan tafel en dronken ieder een glaasje keizerbitter en wachtten op Toke.
Even voor elven hoorden ze het tuinpoortje dicht slaan. Toke kwam de kamer binnen en legde 'n papieren zak op tafel. ‘Croquetten,’ zei ze. ‘Voor ons alle drie een.’ Ze keek naar de fles keizerbitter. ‘Ik dacht wel, dat u op de goede afloop zou drinken!’
Pierre keek haar aan en plotseling besefte hij, dat hij voor een tijdje het vertrouwen in haar en Mia had verloren. Dat was nu voorbij en hij voelde zich blij en opgelucht en gelukkig, alsof er eindelijk een ondraaglijke last van zijn schouders was genomen. Hij keek naar de croquetten en toen weer naar Toke en wist, dat zij al die tijd in hem was blijven geloven.
|
|