| |
| |
| |
Elf
Diezelfde avond nog wist iedereen wat er met Pie gebeurd was en ook waarom ze hem waren komen halen. Het had iets te maken met die handel in oude auto's. In de straat vertelden ze, dat hij met de kilometerstand van de wagens had geknoeid. Iemand had een wagentje, dat hij van Pie kocht, laten keuren en zo was het allemaal uitgekomen.
‘Er zal nog wel meer achter zitten,’ werd duister verondersteld. ‘Maar het fijne hoor je toch nooit.’
‘Behalve natuurlijk als Pie voor de rechter komt,’ zei de vrouw van Staretz.
Het was een zachte zomeravond en ze stonden in groepjes voor hun huisdeuren om het gebeurde te bepraten. Achter de open ramen van de slaapkamers lagen de kleintjes al in bed. Soms hoorde je 'n stemmetje - ‘Mammaaa! Driiiiinken!’ - en vanaf de straat werd dan geroepen, dat er geslapen moest worden en dat anders pappa eens naar boven zou komen. De pappa's van de Berenkuil waren geen boemannen, maar de meesten hadden er wel de wind onder.
Van het geknoei met de kilometerstand en de oude wagens van Pie ging het gesprek over op de winkel van Giel en Sie en wat daarmee moest gebeuren nu De Ster over 'n tijdje die supermart opende en omdat ze het toen toch over veranderingen en dalende inkomsten hadden, begonnen er 'n paar over de Willem iii, die nu in snel tempo bezig was met de afbouw. Pierre vertelde, dat hij zijn licht nog eens bij de autofabriek was gaan opsteken en dat Mia en hij toen besloten hadden, dat hij zich voor een herscholing moest laten inschrijven. Staretz knikte nadenkend. Hij zou graag hetzelfde doen, maar zijn vrouw voelde er niet veel voor. Die zag meer in de bouw. Als hij zich toch moest laten omscholen, kon dat voor hetzelfde geld in 't bouwvak gebeuren en als hij dan over de grens ging werken, kwam hij aan het einde van de week met flink wat geld naar huis.
| |
| |
‘Of helemaal niet,’ zei Martens. ‘Er zijn d'r heel wat, die met de centen in Duitsland onderduiken en de vrouw met de kinderen laten zitten.’
‘Dat zijn kerels, die alleen maar aan zich zelf denken!’
‘Waarom?’ 'n Schuine blik naar het huis van Dries Mostard. ‘Ik ken vrouwen, die precies hetzelfde doen!’
Algemene protesten. Dat was niet waar. Daar lag dat heel anders. Bovendien kwam er hier geen geld aan te pas. 'n Volwassen vent moest z'n verantwoording weten.
Martens haalde z'n schouders op. Het kon hem allemaal niet veel schelen. Over 'n paar weken kon hij bij z'n broer beginnen. Die had z'n zaak helemaal aan de andere kant van de stad en misschien gingen ze nu wel verhuizen. De anderen knikten verstrooid. Tja, zo ging het als je leven veranderde. Ze keken Pierre aan. Wist hij al wat-ie met Frans ging doen?
‘Hoezo?’ vroeg Pierre kort.
‘Laten jullie 'm door de politie ophalen?’
‘We wachten maar af,’ zei Mia haastig. Ze had tot nu nog niets gezegd. ‘Hij komt vanzelf wel terug, zeiden ze bij de politie.’
‘Nou,’ zei de vrouw van Staretz, ‘maar als 't de mijne was, wist ik wel wat ik zou doen... Ik zou 'm bij z'n oren terug halen. Wat jij, Jo?’
Staretz knikte. ‘Die snotjongens denken maar dat ze alles kunnen.’
‘En als-ie dan weer thuis was, zorgde ik er wel voor, dat-ie geen voet meer buiten de deur zette,’ zei z'n vrouw vastberaden.
Staretz knikte weer. ‘Reken maar. Ze moeten gewoon weten wie de baas is.’
‘'n Flink pak slaag en dan naar de kapper!’ zei z'n vrouw.
‘En 'm 'ns aan 't werk zetten. Dan is die flauwekul d'r zo af. Als ze 's avonds doodmoe in d'r nest liggen, leren ze de ernst van 't leven wel kennen. Dan gaat dat kwajongensgedoe d'r wel af!’
Mia draaide zich woedend om en liep weg. Jo Staretz had geen kinderen. Waar bemoeiden hij en zijn vrouw zich mee? Alsof zij Frans zo'n slechte opvoeding hadden gegeven! Ze
| |
| |
hoorde Pierre 'n paar scherpe opmerkingen maken en draaide zich om: ‘Kom mee naar huis, Pierre!’ Hij volgde haar, trok mopperend de voordeur achter zich in het slot.
‘De hele dag zit je over die jongen in de zorgen en dan vertellen ze, dat je 'm verkeerd aanpakt!’
‘Laat ze toch kletsen...’ Zij schudde haar hoofd. ‘Hij komt vanzelf terug... Je zult 't zien.’
‘Geloof je dat zelf?’ Met een ruk keek hij op.
‘Ach...’ Mia zuchtte. Ze besefte, dat het 'n strohalm was waar ze zich aan vastklampte. ‘Dat zeiden ze bij de politie...’
‘De politie! Die zegt wel meer iets waar niks van klopt!’
Ze haalde het telegram weer uit de lade. ‘Hij heeft toch meteen aan ons gedacht... Hij wilde ons niet in de ongerustheid laten zitten...’
‘Uit de brand ben je!’ Pierre ging in zijn leunstoel zitten, vouwde met zo'n kracht zijn krant open, dat het knalde. ‘Ze moesten ze oppakken. Allemaal. En dan naar 'n werkkamp sturen. Dat zou 'n zegen voor de ouders zijn!’
Mia antwoordde niet. Ze wist, dat het zinloos was iets te zeggen als hij zo'n bui had. Hij was de hele middag in 'n zwijgzame stemming geweest, maar Staretz had daar 'n eind aan gemaakt.
‘Waar zijn de kinderen?’
‘De kinderen?’ Ze keek hem wat hulpeloos aan. ‘Bonnie slaapt al... Nico zit boven huiswerk te maken en Ria is naar de bibliotheek boeken ruilen. Greet is direct na het eten weggegaan naar de Instuif...’
‘En Toke?’
‘Die...’ Zij haalde haar schouders op. ‘Ik denk, dat ze naar de dokter is. Hij zei, dat ze rustig 's avonds langs kop komen.’
‘Ik wil, dat ze 's avonds thuis is. Begrepen?’
Zij las het telegram door, legde het weer in de lade. ‘Ja, Pierre.’
‘Als ze gewoon iedere avond thuis was geweest, zaten we nu niet in de ellende!’
‘Ja, Pierre.’
‘En hetzelfde geldt voor die snotneus!’
Zij knikte en ging naar de keuken om koffie te zeten. Het
| |
| |
was bijna half tien. Als het even wilde, bleef hij de hele avond zo doorgaan. Zij kende Pierre en wist, dat dit zijn manier was om zich met zelfverwijten te overladen. Met 'n zucht van verlichting hoorde ze hem de televisie aan knippen. Even later klonk dreunende beatmuziek en de stem van de omroepster van Brussel Vlaams. Weer een klik en direct daarop de stem van mr. G.J.B. Hilterman. klik! Een zelfde soort stem, maar nu in het Frans. klik! klik! Klassieke muziek. Ze keek om de hoek van de deur en zag een balletdanser een danseres tot boven zijn hoofd tillen. klik! Op het andere Duitse net een blote Indiaan, die uit 'n uitgeholde boomstam stapte. Mia trok zich geschrokken terug. Ze filmden ook maar alles!
‘Als je'ns televisie wilt kijken is-t-er verdomme niks te doen!’ Het toestel klikte driftig en daar was de beatmuziek weer.
‘Dat ballet was wel mooi!’ zei ze aarzelend.
‘Ballet!’ Het klonk vol verachting. Toen: ‘Nou moet je toch 'ns komen kijken! Nondeju!’ Hij vloekte driftig.
Ze zette de ketel met water op het gas en ging de kamer binnen. Meisjes in heel krappe, glinsterende pakjes dansten op lange benen over 't scherm.
‘Is dat nou amusement?’ Pierre schudde z'n hoofd. ‘Ze lopen in hun blote billen!’
‘Niet helemaal,’ zei ze haastig, maar ze was toch wel geschokt. Eerst die Indiaan en nu dit weer.
‘Daar zitten nou kinderen naar te kijken!’ Een van de meisjes boog zich voorover, de camera gleed op haar toe en tuurde in haar halsopening. ‘Nondeju! Kijk nou 'ns! Daar moeten ze toch wat aan doen?!’
‘Tja...’ Ze wist 't ook niet.
‘Geen wonder, dat ouders geen gezag meer hebben! Wij hebben ze ook veel te veel maar naar alles laten kijken wat ze wilden... Logisch, dat het dan mis loopt!’ Hij knikte naar het scherm. ‘Kijk daar eens! Die loopt toch gewoon in d'r blote kont?’
‘Pierre!’ Mia stond zenuwachtig op, ging weer zitten.
‘Zo is 't toch?’ Op de een of andere manier scheen hij een vreemd genoegen aan de uitzending te beleven. ‘Moet je nou 'ns kijken! 't Is toch verdomme net alsof die daar...’
| |
| |
‘Zet nou dat ballet maar op! Dat was mooi!’ Ze werd helemaal onrustig.
‘Niks ballet! Nou wil ik 't wel eens zien ook!’ Er was geen land met hem te bezeilen. Het water kookte en ze liep haastig naar de keuken om de koffie op te schenken. In de kamer gaf Pierre opnieuw uiting aan zijn afkeuring (‘Ze doen verdomme maar raak!’) en ze bleef met opzet wat in de keuken treuzelen, in de hoop, dat het programma gauw afgelopen zou zijn. De buitendeur ging open en Ria kwam binnen met haar nieuwe bibliotheekboeken. Ze legde ze in de gang op de kapstok en ging de huiskamer binnen.
‘Link dat u kijkt, zeg! Dadelijk komt Donovan! Ik ben expres gauw naar huis gekomen! Ze kijken allemaal...’ 'n Klik. ‘Wat doet u nou?! Waarom kijken we niet?!’
De stem van Pierre: ‘Je moeder wilde graag het ballet zien.’
Mia stond in tweestrijd. Toen pakte ze de koffiepot en ging de kamer binnen. Pierre keek haar aan. ‘Jij wilde dit toch graag zien, he?’
Ze zei niets, knikte alleen maar en begon, zonder op het scherm te letten, koffie in te schenken.
‘Op school kijken ze allemaal...’ Ria ging pruilend aan tafel zitten.
‘Daar hebben wij niks mee te maken.’ Pierre staarde geboeid naar de danseres, die op haar spitzen rond de danser trippelde. ‘Kijk maar eens hoe kunstig dat gebeurt!’
‘Ik vind er niks aan. Op de Belg komt dadelijk Donovan...’
Mia zette de koffie op het tafeltje naast Pierre. ‘Als ze daar nou graag naar wil kijken... Dat ene keertje...’
‘Niks ervan.’ Hij dronk van zijn kopje, ging met de rug naar het ballet zitten. ‘Het wordt tijd dat hier 'ns wordt nagegaan wat ze kunnen zien en wat niet.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Je kunt op die manier wel van alles in je huiskamer halen!’
Er werd gebeld. Mia keek verwonderd op. Wie kon daar zijn? Terwijl Ria naar de voordeur ging, bedacht ze, dat het natuurlijk Dries was. Misschien voelde die zich eenzaam en kwam hij 'n kop koffie halen. Maar waarom kwam hij dan niet gewoon achterom?
| |
| |
‘Meneer Cleophas,’ zei Ria toen ze de kamer binnenkwam. ‘Hij wil u spreken.’
‘Mij?’ Mia begreep er niets van. ‘Waar gaat 't over?’
‘Dat zei hij niet. Hij vroeg alleen of m'n moeder thuis was.’
‘Wat is dat nou weer?’ vroeg Pierre ongemakkelijk, maar zij haalde alleen even haar schouders op en ging naar de voordeur.
‘Ach, mevrouw Vasterman!’ zei Charles Cleophas. ‘Sorry, dat ik zo laat nog langs kom, maar ik hoorde net over Frans... Ik bedoel, ik kom even horen of u al iets weet...’ Hij veegde zijn sluike, donkere haren uit zijn ogen, krabde even in zijn baard en keek haar bezorgd aan. ‘Ik... ik hoorde iets van een telegram...’
Mia knikte. ‘Hij zit in Amsterdam. Meer weten wij ook niet.’ Ze zweeg even. Hij had de jongen geld gegeven. Als dat geld er niet geweest was, zou Frans nu nog thuis zijn. ‘Hij kwam wel eens bij u, he? Daar wisten wij niks van.’
Hij hoorde de verwijtende klank in haar stem en keek haar ongerust aan. ‘Hij heeft me 'n paar keer geholpen. We konden 't samen goed vinden. Bette vroeg hem nog eens langs te komen.’
‘U hebt hem ook geld gegeven...’ Ze keek hem afwachtend aan.
Charles Cleophas knikte. ‘Dat had hij wel verdiend. Met de verhuizing heeft-ie zich uit de naad gewerkt.’
‘Met dat geld heeft hij de trein betaald.’
‘O.’ Hij staarde haar even aan en haalde toen zijn schouders op. ‘Dat spijt me dan, maar u begrijpt wel, dat ik dat tevoren niet kon weten...’ Hij zuchtte. ‘Ik vind het afschuwelijk voor u, dat dit gebeurd is, maar ik weet zeker, dat hij zich er wel doorslaat. Hij loopt echt niet in zeven sloten tegelijk, mevrouw Vasterman!’
‘Dat zegt u.’
‘U hebt toch iets van hem gehoord?’ In het schenken van troost was Charles Cleophas nooit erg goed geweest. ‘U weet nu in ieder geval dat er niks ernstigs met hem is gebeurd... Toen Bette het vanmiddag hoorde, schrok ze.’ Hij wierp haar een snelle blik toe. ‘Is hij... eh... met ruzie weggegaan? Ik bedoel...’
| |
| |
Mia schudde haar hoofd. ‘We zaten in de tuin en hij zou 'n eindje gaan wandelen... Hij is nog bij dat meisje van hiernaast geweest. Hij vroeg of ze mee ging...’
‘Naar Amsterdam?’
‘Natuurlijk niet!’ Ze deed een stap achteruit, begon de deur te sluiten. ‘Meer weten we zelf niet, meneer.’
‘Als ik u op de een of andere manier kan helpen, wilt u mij dat dan laten weten?’
Mia knikte. Pierre moest zich wel afvragen wat ze hier allemaal uitvoerde. Ze wilde terug naar de huiskamer. Wat moest ze die man nog meer vertellen? Vreemde mensen waren die kunstenaars. Belden over tienen nog bij wildvreemden aan. Trouwens, als hij de jongen nou niet dat geld had gegeven...
‘Bette en ik mogen Frans erg graag... We... we zouden hem graag willen helpen.’
‘Dat hebt u al genoeg gedaan.’ Meteen toen ze dat gezegd had, kon ze haar tong wel afbijten. Hij knipperde even met zijn ogen, haalde toen zijn schouders op.
‘Als u er zo over denkt...’ Hij draaide zich om en ging weg.
Zij wilde iets zeggen; voelde, dat er iets ongedaan moest worden gemaakt, maar wist niet hoe. Terwijl hij de straat overstak en in de schemering langs de huizen liep, keek zij hem na en zocht vergeefs naar woorden, die duidelijk moesten maken, dat zij het niet zo had bedoeld. Maar zij vond ze niet en sloot zacht de deur en zuchtte en ging terug naar de kamer.
‘Wat had-ie?’ vroeg Pierre. Het ballet was afgelopen. Op het scherm werd een finale ballroomdancing gehouden.
‘O, niets...’ zei ze vaag. ‘Hij vroeg of we iets van Frans hadden gehoord.’
Pierre antwoordde niet, keek op zijn horloge en vertelde Ria, dat het tijd was om naar bed te gaan. Nico kwam welterusten zeggen en even later kwam Toke thuis. Ze was naar dokter Tijsen geweest en had wat zitten napraten.
‘En is hij tevreden?’ vroeg Mia.
Toke knikte, schonk het laatste restje koffie in een kopje en ging naast haar vader zitten. Zwijgend keken ze naar de voortglijdende dansparen en luisterden naar de sussende ball-
| |
| |
| |
| |
roommuziek. Een half uurtje later kwam Greet van de instuif. Toen de televisie was afgelopen, gingen ze naar bed.
Voor zij insliep, dacht Mia aan Charles Cleophas en weer voelde ze spijt, dat zij hem niet had laten weten, dat zij het niet zo bedoeld had; dat zij echt niets hatelijks had willen zeggen. Ze wenste echt, dat ze het goed kon maken. Naar hem toe gaan was onmogelijk. Dat ging niet. Ze zuchtte en luisterde naar de torenklok, die twaalf uur sloeg en opeens moest ze aan Dries en Reineke denken, die helemaal alleen in het huis ernaast waren en aan Helga, die daar in dat café in Maaseik achter de tapkast stond. Toen gingen haar gedachten naar Pie Olivier, die nu wel in een cel op het politiebureau zou zitten. Wat zou Frans nu aan het doen zijn? Charles Cleophas moest hem echt wel aardig vinden, anders was hij niet helemaal van de Withof hierheen gekomen. Die vrouw waar hij mee samenwoonde had Frans gevraagd eens langs te komen. Ze was blij, dat het niet gebeurd was. Daar hoorde Frans niet thuis. Maar natuurlijk had ze niet zo hatelijk tegen Cleophas hoeven te zijn. Haar woorden deden hem echt pijn, dat had ze wel gezien. Weer was er de spijt, dat ze het niet ongedaan had kunnen maken... Haar gedachten bleven doordraaien, draaiden in een kringetje als een hond, die zijn eigen staart te pakken had. Dries. Reineke. Pie. Frans. Cleophas. Kon ze het maar goed maken.
Opeens schoot haar iets te binnen. Ze schrok er zelf van, durfde in het begin niet verder te denken. Toen waagde ze het toch; speelde eerst alleen maar wat met de gedachte. Langzaam werd haar duidelijk, dat zij het moest doen. Meteen. De volgende dag. En ze zou er tegen niemand iets over zeggen. Ook niet tegen Pierre. Als het lukte zouden ze het vanzelf wel merken en als het niet lukte, dan was er nog geen man over boord.
Ze voelde, hoe ze helemaal tot rust kwam. Zij had een besluit genomen.
Toen zij de volgende dag in de bus naar Maaseik zat, besefte Mia pas waarom zij naar Helga ging. Het had iets met Charles Cleophas te doen en met haar verlangen die hatelijke opmerking ongedaan te maken. Hoe het precies in elkaar zat,
| |
| |
zag zij niet erg goed, maar ze voelde wel, dat zij Helga op dezelfde manier wilde helpen als waarop Cleophas dat Frans had willen doen. En door nu met Helga te gaan praten, deed ze in ieder geval iets. Met haar grote boodschappentas op haar knieën zat ze voor het raampje en staarde naar buiten. Reineke was de enige, die ze in vertrouwen had moeten nemen. Iemand moest er immers voor het eten van Pierre en de kinderen zorgen. Reineke wist wat ze ging doen, maar zou tegen Pierre en de anderen zeggen, dat ze naar Maastricht was omdat daar op de markt meer keuze in stoffen was, die ze voor een jurk voor Bonnie kon gebruiken. Erg waarschijnlijk klonk het niet, vond ze zelf, maar ze dacht niet, dat iemand daar bij stil zou staan. Pierre zou hooguit kwaad zijn, dat ze het hem niet tevoren had gezegd.
De weg voerde tussen hoge bomen door. Het was nog volop zomer, maar toch hing er al de adem van het naderende najaar in de lucht. Hier en daar verkleurde een enkel blad. De tijd ging snel. Hoe lang was Toke nu al in verwachting? Zij telde het op haar vingers uit en moest toen opeens aan Pie Olivier denken. Pierre wist nog steeds niet, dat Pie de vader van het kind was. Zij hield er niet van dingen voor hem geheim te houden, maar het was toch echt beter zo. Hij zou het niet kunnen verwerken - zeker niet na wat er de vorige avond met Pie was gebeurd. Tot een huwelijk tussen Toke en Pie zou het wel nooit komen; wat voor zin had het dan er met iemand over te praten? Wist Pie eigenlijk zelf wat er aan de hand was? Toke had daar niets over willen zeggen. Mia zuchtte. Hij zou nu wel andere dingen aan zijn hoofd hebben en hetzelfde gold voor Giel en Sie. Die hadden vannacht natuurlijk geen oog dicht gedaan. Ze herinnerde zich hoe Dries na Helga's verdwijning de hele nacht was opgebleven. Toen Frans weg was, hadden Pierre en zij ook de hele nacht met bleke gezichten tegenover elkaar gezeten, wachtend op iets - het rinkelen van de deurbel, het ontwaken uit een angstdroom - dat niet gebeurde; wachtend op iemand, die niet kwam.
De bus passeerde de grens. Mia keek belangstellend naar de popperige villa's met hun voortuintjes vol stenen kabouters, ophaalbrugjes, brievenbussen op een paaltje en vijvertjes met
| |
| |
stenen kikkers en reigers. De meeste huizen hadden rolluiken voor de ramen. Binnen moest het donker zijn. Ze vond het vreemd. Aparte mensen waren die Belgen. Of zou er gewoon niemand thuis zijn?
De bus reed Maaseik binnen. Op een pleintje stapte ze uit, keek de bus na, terwijl die wegreed en bleef toen wat verloren met haar boodschappentas in haar hand staan. Ze had het adres van het café op een papiertje geschreven, voelde even paniek bij de gedachte, dat ze het misschien thuis had laten liggen en vond het toen onder in haar tas. Een soort politieman met een vreemde hoge pet vertelde haar precies waar ze het kon vinden, maar zei, dat ze nog zeker twintig minuten moest lopen. Ze ging op weg en probeerde te bedenken wat ze tegen Helga zou zeggen. Moest ze vertellen, dat Frans de naam van het café had genoemd? En dat ze nu eens kwam om met Helga te praten? Dat zou ze zelf ook wel begrijpen. Het was niet nodig daar nog eens over te beginnen. Even voelde ze zich weer verdrietig bij de herinnering aan die zaterdagavond. Frans was gewoon thuis gekomen; er was nog niks aan de hand geweest. Ze wist dat die gedachten haar treurig maakten, maar ging er toch met een vreemd genoegen op door; juist zoals ze soms met haar tong niet van een zere kies af kon blijven, terwijl ze wist, dat de minste aanraking de pijn erger maakte.
Ze was nu buiten het stadje en liep een lange, rechte weg af, die aan beide kanten met een rij bomen was afgezet. Hier en daar stonden wat lelijke, vierkante gebouwtjes - garages, timmerwerkplaatsen - die aan alle kanten met roestige rommel omgeven waren. Ze liep langs 'n paar woonhuizen waar vetplanten in roodkoperen, van uitgehamerde ornamenten voorziene sierpotten voor het raam stonden (nergens was een sterveling te zien) en stond toen opeens voor een café, dat een stukje van de weg af lag. Bar Capriccio stond er op het raam. Daar moest het zijn.
Mia bleef staan en opeens viel het haar op hoe stil het was. De weg scheen uitgestorven. Er waren zelfs geen vogels en alleen van achter een korenveld aan de overkant kwam het verre brommen van een onzichtbare tractor. Ze haalde even
| |
| |
diep adem om het vreemde, kriebelende gevoel in haar maagstreek te bedwingen, liep naar het raam en keek naar binnen. Zonlicht viel op de nikkelen kranen van de tapkast en op de grote spiegel, die er achter hing. Er was niemand te zien. Weifelend legde zij haar hand op de deurkruk, drukte die omlaag en ging naar binnen. Achter in het huis ging een, twee keer een belletje over. Midden in de gelagkamer bleef ze weer staan en keek om zich heen. Vier, vijf tafeltjes met smoezelige kleedjes er over. Lang de muren kleurige kerstboomkaarsjes - precies zoals Frans gezegd had - en achter de glazen deurtjes naast de tapkast repen chocolade, pakjes sigaretten, speelkaarten. Boven haar hoofd speelde een radio. Een stem vertelde welk weer het koninklijk weerkundig instituut te Ukkel verwachtte.
‘Madam?’
Ze schrok op. Een dikke man was door een zijdeur de gelagkamer binnengekomen en ging nu achter de tapkast staan.
‘Wat zal 't zijn, madam?’
‘Ik zou graag mevrouw Mostard willen spreken,’ zei ze.
‘Helga?’ De man keek haar nieuwsgierig aan.
Zij knikte, liep naar een van de tafeltjes, legde haar tas er op en bleef er naast staan.
‘Ik zal eens kijken. Ik weet niet of ze er is...’ De man verdween. Een dikke vlieg gonsde langs de ruit, tikte er af en toe even tegen. Een mosgroene pantserwagen kwam helemaal alleen de weg afrijden en verdween achter de bomen. Ze keek hem verstrooid na en probeerde zich te herinneren wat ze Helga allemaal had willen zeggen. Boven haar hoofd werd een stoel verschoven. De radio zweeg. Even later ging de zijdeur open en kwam Helga de gelagkamer binnen. Frans had gelijk gehad. Ze had zo'n hoog, opgekamd kapsel en droeg 'n jurk met 'n veel te blote hals.
‘Mia!’ Helga staarde haar geschrokken aan. ‘Wat kom jij hier doen? Heeft Dries...!’ Zij zweeg en bleef bij de deur staan.
‘Ik heb Dries sinds zaterdagavond niet meer gezien. Ik weet alleen, dat hij je zondag wilde gaan halen en dat hij 's avonds alleen naar huis is gekomen.’
Helga leunde tegen de muur. ‘Wat kom je doen?’
| |
| |
‘Ik... ik wilde eens met je praten.’
‘Er valt niks te praten.’ Helga haalde haar schouders op. ‘Alles wat er te zeggen viel, heb ik Dries al gezegd... Hij vroeg me, of ik met hem mee wilde gaan. Ik heb gezegd, dat ik er niet meer aan begin...’ Ze liep naar de bar, ging erachter staan. ‘Wil je iets drinken? Cola? 'n Pilsje?’
‘Kan je dat zo maar schenken?’ Mia keek haar verwonderd aan.
‘Natuurlijk. Zo precies kijken ze hier niet! Wat zal 't zijn?’
‘Cola dan maar.’ Ze ging wat onwennig op een van de krukken zitten en legde haar tas naast zich. Helga sloeg haar armen over elkaar en leunde voorover op de bar. ‘Waarom wil je er niet meer aan beginnen?’
‘Omdat ik het genoeg geprobeerd heb!’ Helga schoof haar een glas en een flesje toe, tapte voor zich zelf een glas bier. ‘'t Is niet de eerste keer, dat hij 't met 'n ander houdt...’
‘Ik weet niet of hij je dat gezegd heeft, maar die meid ziet-ie niet meer...’
‘Dat zei hij, ja...’ Helga knikte nadrukkelijk, dronk van haar bier. ‘Maar wat zegt me dat? Over 'n half jaar of 'n jaar is 't weer 't zelfde liedje...’
Mia keek verrast op. ‘We wonen zo lang naast jullie. Ik heb nog nooit eerder gemerkt, dat Dries iets aan de hand had...’
‘Dat komt omdat je 'm niet van dichtbij meemaakt.’ Zij haalde haar schouders op. ‘Ik wil niet zeggen, dat hij iedere keer met 'n ander op stap gaat, maar hij ziet ze...’
‘Hij ziet ze?’ Zij begreep niet wat Helga bedoelde.
‘Ja... Af en toe komt hij opeens met 'n verhaal over 'n meid, die hij heeft gezien. Zo'n koffiejuffrouw op de mijn, of zo maar de een of ander in de stad... Er is er altijd wel een.’
‘Bedoel je, dat hij daar dan met jou over praat?’
Helga knikte. ‘En als er dan eens een is waar hij niet over praat, dan moet je van anderen horen, dat hij daar 's zondags mee door de stad zwerft. Ik heb er nou echt genoeg van. Ik begin er niet meer aan.’
‘Maar echt 'n...’ het woord kwam wat onhandig over haar lippen, ‘... 'n verhouding heeft hij nog nooit gehad? Ik bedoel, dit was de eerste keer?’
| |
| |
Helga lachte kort en haalde haar schouders op. ‘De eerste keer, dat ik er achter ben gekomen, ja, als je dat bedoelt.’
Mia knikte. Zij had niet veel verstand van dit soort dingen en vond het een verschrikkelijk moeilijk gesprek. Helga was bovendien heel anders dan zij haar thuis gewend was. Harder. En ook ongeduldig - alsof er ergens iemand op haar wachtte. Ze schudde haar hoofd. ‘Maar als hij al eens eerder iets... iets aan de hand zou hebben gehad, moest je het toch ook gehoord hebben? Net als dit keer?’
‘Misschien. Ik weet het niet.’ Helga's ogen gleden naar de zijdeur.
‘Als dat zo is, dan heeft hij dus verder alleen maar over meisjes gepráát?’
‘Ik wil niet, dat hij naar andere vrouwen kijkt. Hij moet genoeg hebben aan z'n eigen vrouw.’ Helga tapte een tweede glas bier. Mia keek ernaar en was er blij om. Het betekende, dat ze het in ieder geval niet erg vond om erover te praten. Het gesprek verveelde haar niet - anders zou ze het vast bij dat ene glas gelaten hebben. ‘Wil jij nog iets drinken?’
‘Geef... geef mij ook maar 'n glas pils.’ Ze bestudeerde aandachtig alle handelingen van het tappen. ‘Dries voelt zich erg alleen. Hij verlangt naar je...’
‘Daar geloof ik niks van.’
Mia keek haar aan. Zij voelde precies wat er met Helga aan de hand was en zij voelde ook, dat Helga daar helemaal geen weet van had. Ze begon naar woorden te zoeken om het haar duidelijk te maken. Gewoon praten over allerlei dingen, die er in huis gebeurden of die je van anderen hoorde, was gemakkelijk. Dan hoefde je alleen maar te zeggen wat je had gezien of wat die anderen je vertelden. Maar onder woorden brengen wat je voelde, wat niet in je hoofd, maar in je hart zat, dat was moeilijk. Ze zuchtte.
‘Hoe is 't thuis?’ vroeg Helga, die er zeker niet verder over wilde praten.
‘Frans is weg.’
‘Weg?’
‘Weggelopen. Zondag ging hij wandelen en toen is hij niet meer teruggekomen. Hij zit nou in Amsterdam.’
| |
| |
‘In Amsterdam?!’ Helga boog zich verder naar haar toe. ‘Hoe weet je dat? Heeft-ie opgebeld?’
Ze schudde haar hoofd. ‘We kregen 'n telegram. Gistermorgen. We moesten ons maar niet bezorgd maken, stond erin.’
‘Wat verschrikkelijk!’ Helga klemde haar lippen op elkaar. Het opgekamde kapsel rook naar haarlak. Mia keek ernaar en dacht aan wat Pierre haar over die meid in Kerkrade had verteld. Die had precies zulk haar gehad. Zou Helga dat weten? Toen drongen Helga's woorden tot haar door.
‘Ja, 't is verschrikkelijk. Ik ben nog naar de politie geweest, maar die kan niks doen. We moesten maar afwachten, zeiden ze.’
‘Afwachten! Alsof je geen duizend angsten uitstaat over zo'n kind!’
‘Zo is 't...’ Weer 'n paar herinneringen. ‘Voor hij wegging, is hij nog bij Reineke geweest. Hij vroeg, of ze met hem naar de bioscoop wilde.’
‘Wilde ze niet?’ Helga keek op.
‘Ze moest huiswerk maken. Aan het station heeft-ie toen 'n kaartje gekocht. Hij had van Cleophas 'n paar tientjes gekregen.’
‘Cleophas?’
‘Die artiest... Je weet wel... Hij woont in dat boerderijtje. Samen met 'n vrouw. Ze zijn niet getrouwd.’ Opeens schoot haar iets anders te binnen. ‘Pie Olivier is gisteren opgehaald. Door de politie...’
‘Wat?’ Helga staarde haar ongelovig aan. ‘Waarom? Wat had hij gedaan?’
‘Gezwendeld. Met die oude auto's van 'm. Daar stonden er toch altijd 'n paar van voor de deur?’
‘Dat had ik nooit van 'm gedacht.’
‘Tja...’ Even stilte. Toen, met een zucht: ‘Toke krijgt 'n kind van 'm.’ Het was eruit voor ze het goed en wel besefte. Ze sloeg haar ogen neer, trok met haar vinger figuurtjes op het blad van de bar.
‘Wat zeg je nou?!’ vroeg Helga zacht. Ze legde een hand op Mia's arm.
‘Ze krijgt 'n kind van 'm... Pierre weet niet, dat hij de
| |
| |
vader is. Ik kan het 'm niet vertellen. Niet na wat er gisteren is gebeurd.’
‘Godallemachtig.’ Helga zei 't fluisterend. Er viel een stilte. De bromvlieg tikte tegen de ruiten.
‘Tja...’ Mia schudde haar hoofd. ‘Soms valt het niet mee, het leven...’ Ze haalde verontschuldigend haar schouders op.
De deur van het café ging open en er kwamen twee mannen binnen. Ze gingen aan de bar zitten, bestelden bier en begonnen meteen met Helga over het weer en de zomer en de vooruitzichten voor de komende winter te praten. Mia zat zwijgend naast hen en wist, dat het heel even net als vroeger was geweest, tussen Helga en haar. Zo hadden ze vroeger dikwijls samen gepraat, koffie drinkend of ieder aan een kant van de heg; gewoon 'n praatje over de kinderen of over de mensen in de buurt. En een enkele keer ook wel eens over moeilijkheden, die ze hadden, maar daar hadden ze dan samen altijd wel een oplossing voor kunnen vinden. Even was het weer net als vroeger geweest - dezelfde band, hetzelfde contact, hetzelfde gevoel, dat je gewoon over alles kon praten omdat de ander het zou begrijpen.
Maar nu was het weg. Ze keek naar Helga, die bier tapte en grapjes maakte en het te druk had om zich verder nog met haar te bemoeien en opeens wist ze wat ze Helga had willen zeggen: gewoon, dat ze jaloers was op al die meisjes, die Dries
| |
| |
aardig had gevonden en dat ze hem daardoor misschien wel naar die blonde in Kerkrade had gedreven - maar het was te laat haar dat te vertellen. De twee mannen zouden meeluisteren en Helga zou haar niet begrijpen, zo ver weg was ze nu.
‘Ik ga maar weer eens,’ zei ze mat. Ze pakte haar boodschappentas en liet zich onhandig van de kruk glijden.
Helga liep met haar mee naar de deur en nam daar Mia's hand in de hare en zei: ‘Ik ben blij, dat ik je heb gezien.’ Ze opende haar mond, alsof ze nog meer wilde zeggen, maar zweeg toen en schudde haar hoofd.
‘Wil je, dat ik iets voor je doe? Thuis, bedoel ik. Heb je iets nodig? Ik kan het opsturen...’
Helga schudde weer haar hoofd en zei toen heel zacht: ‘Sterkte... Veel sterkte.’
Mia ging naar buiten en liep terug naar de bushalte. Het was nu druk op de weg. Ze voelde zich erg moe en alles was voor niets geweest. Voor ze in de bus stapte, kocht ze 'n lapje stof om er 'n jurkje voor Bonnie van te maken.
|
|