Louteringen(1927)–Jan H. Eekhout– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] De herders Een witte nacht. De wereld wijd En stil van sneeuw Als lag ze altoos zoo gespreid Voor eeuw na eeuw. Aan den heuvel sliepen de herders en hoog Boven hun hoofden een ster bewoog. De sterre daalde en stak de streek In blank'ren brand. Vreemd blaatte een ram en rees en keek Van d'heuvelrand. Een der herders ontwaakte: ‘zie, 't dag begin..., Opende de oogen, hield d'adem in. Een witte nacht. De wereld wijd Van licht en sneeuw. Veel herders schreden voort. Eén schreide, Eén slaakte een schreeuw. En ze voelden hoe onder hen zacht en diep Wegzonk de sneeuw met een schril gepiep. Vorige Volgende