Louteringen(1927)–Jan H. Eekhout– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Alleen het leven... Alleen het Leven tot den Droom verzoet, Buigt luist'rend in de nachten en hoort verre, En vroom-bewoge͜ en zuiv'r͜ en onvermoed, Het rits'len van God's kleed over de sterren. Alleen het Leven tot den Droom verzoet. Alleen het Leven tot den Droom verstild Hoort, wen de gouden deemster om beminde En broze ziele-dingen teeder trilt, De Stem van God, die spreekt in d'avondwinden. Alleen het Leven tot den Droom verstild. Leven tot Droom, van Droom tot Lied vervoerd Bloeit eind'loos-zacht omhoog in Zijne handen... Alleen het Leven door God-zelf beroerd Schouwt diep in 't hart van zaal'ge hemellanden! Alleen het Leven tot het Lied ontroerd... Vorige Volgende