Louteringen(1927)–Jan H. Eekhout– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] Aanwezigheid Uw adem, Heer, aan alle verten uitgebroken, Doorruischend 't duister glanzend blauwen van den nacht, Krachtig ontloken zang, die aandraagt al de roken Der Meieweiden in heur welig-zachte pracht, En God, mijn God, Uw staan midden den bloei der heemlen, Uw stralend staan, schoon lijk Uw eerste macht'ge Daad, En van al vele werelden om U het weem'len - Het spel der sterren om Uw diep en klaar gelaat -! Vorige Volgende