Groot-Duitsche dichtkunst(1942)–Jan H. Eekhout– Auteursrecht onbekendEen reeks vertolkingen Vorige Volgende [pagina 187] [p. 187] Spreuklied Wij komen uit de eeuwigheid En groeien langzaam in den tijd. Wij kwamen allen uit Gods hand Om weer te keeren naar Zijn land. Daartusschen liggen nacht en dag, Geluk en leed, en menige slag. Want van de wieg tot aan den dood Voert onze weg door licht en nood. Waar ons Gods oogen gadeslaan Moeten wij steil door 't leven gaan, Opdat in d' allerleste stond Nog rein zij 'tgeen aan God ons bond. Onsterflijk is des harten trouw, De eer, zoo kuisch als hemels blauw, Onsterflijk is der liefde gloed In blik, gebaar en woord en bloed. Dan, of wij rijk zijn of gering, Bestemmen menig eeuwig ding Wij - heilig hielden wij de Wacht - Voor volk en land en nageslacht. Martin Damsz Vorige Volgende