Groot-Duitsche dichtkunst(1942)–Jan H. Eekhout– Auteursrecht onbekendEen reeks vertolkingen Vorige Volgende [pagina 152] [p. 152] De steenhouwer Nog weet ik niet - Maar eenmaal zal ik weten. Nog ben ik niets - Maar eenmaal zal ik zijn. Nu eet ik nog de zweet doordrenkte bete, Worden mijn lendenen van pijn doorreten. Maar eens roem ik een eigen wereld mijn. Nog sterf ik steeds Temidden van de velen. Nog ga 'k teloor In de vergetelheid. Nog moet ik anderen mijn Wit verhelen. Nog voel ik 't noodlot tergend met mij spelen. Nog tast ik naar den zin der eeuwigheid. Maar eenmaal grijp Ik in Gods eeuwig Heden En is mij zon En bergland even na. Dan zal ik dreunend over d' aarde treden, Zal ik de rotsen dwingen naar mijn schreden En langzaam zal ik zeggen: Ik besta. Hannes Razum Vorige Volgende