Coeteryer (Reynier) 1636/37-1697
Geb. Rotterdam 1636/37, begr. Engelse Kerk 12-7-1697, ondertr. kerk 16-4-1665 Grietie Benjamins (Kol), ged. Nieuwe Kerk 4-10-1643, dochter van Benjamin Jacobsz, slotenmaker, en Maritje Teunis.
Op 22-7-1665 werd hij behuwd poorter als kaartenmaker. Op 24-2-1667 legden voor not. Snel twee speelkaartendrukkers en zes speelkaartenmakers, onder wie de 34-jarige Jan Couterier, ten verzoeke van Mattys Wynnekes, Jacobus van der Linden en Reynier Couterier, speelkaartenmakers, een verklaring af, dat een aantal merken op omslagen van speelkaarten door hen regelmatig werden gebruikt, doch steeds met bijvoeging van eigen naam, ook al tijdens het leven van Pieter Meffert, kaartenmaker. Deze had nooit verboden deze merken te drukken, maar 5 à 6 weken geleden had Mr. Vincent Pothoven, advocaat voor het Hof van Holland, als getrouwd met de weduwe van Pieter Meffert, getracht het hen te beletten. (N.A. 3580). Op 12-7-1667 werden Jacobus van der Linden in de Kalverstraat, Mathijs Winekens ook aldaar, Reynier Coutrier bij de Regulierstoren in de Vijf Huysen en Joost Ottesse Smient door de schout en de advocaat Pothoven gedaagd ‘over de gevoegden teeckens en mercken naar te maacken’. Na verschillende dagingen bleef de zaak op 27-9-1667 ‘in statu’ (Schoutsrol). Blijkens de peil van 1674, waar hij op bovengenoemd adres wordt genoemd, was hij waarschijnlijk, net als de meeste andere kaartenmakers, ook papierkoper.