Reynier Couterier verhuisde na de dood van zijn vader: ‘Werd bekent gemaekt, dat Reynier Coutrier, tegenwoordig is woonachtig op 't Water bij de Papenbrug, in 't Huys genaemt de Spiegel, alwaer hij als vooren verkoopt alderhande soorten van speelkaerten; als mede alderley schrijf, druk, pak, en couleurde papieren, voor civile prijsen’. (A.C. 9-7-1699; op 1-9-1699 is hieraan nog toegevoegd, dat hij ‘in 't Fortuyn’ woont en ook ‘parsbladen’ verkoopt). In dit huis, het tweede benoorden de Zoutsteeg, dat eerst aan de familie Backer, later aan Jan Schilt behoorde, bleef hij tot zijn dood gevestigd. In 1704, 1710 en 1716 behoorde hij tot de goede mannen als papierkoper.
Op 17-11-1707 legden Paulus Stegman, Reynier Couturier (hij tekent met deze naam) en Simon Boom ten verzoeke van Theodore de Roy een verklaring af, dat zij op 20 oktober door bemiddeling van Boom van hem een partij van 29 balen Genuees postpapier hadden gekocht, waarin 32 riemen per baal moesten zijn, dat er echter een riem ontbrak, dat ze beschadigd waren en met stroop bevuild en naar alle schijn ter plaatse, waar ze waren gekocht, of te Genua met nieuwe couverten waren bekleed, zodat zij maar 50 stuiver per riem of 6½ stuiver minder zouden betalen. (N.A. 7161, 911 not. van Midlum).