Corff (Hendrik) 1647-1711
Ged. Nieuwe Kerk 24-11-1647, begr. Nieuwe Kerk 9-2-1711 (4de kl.), zoon van Hendrik Corff, kassier, en Trijntie Brandenburg, ondertr. kerk op acte van Leiden 31-8-1674 Catharina Ardinois, geb. Leiden.
In 1672 stond Hendrik Corff nog alleen borg voor de boekbinder Boudewijn de Prijs (KS 568). Sinds 1674 vinden we hem steeds in compagnie met Paulus Gijsbertz, die in 1676 zijn zwager zou worden. Blijkens de peil en het kohier van 1674 woonden Hendrik Corff en Paulus Gijsbertz toen tezamen op het Water in de Gecroonde Hoop. In compagnie werden zij ook genoemd als goede mannen in 1677, 1683, 1688 (hun adres was toen op het Water bij de Vrouwensteeg), 1694 en 1704; in 1710 was Hendrik Corff alleen goede man. Op 18-12-1676 werd Hendrik Corff als papierverkoper poorter. Zoals gebruikelijk handelden zij ook in andere goederen, o.a. soldatenrokken (adv. A.C. 6-11-1674), snaphanen (N.A. 5262 not. van Sevenhoven 23-2-1691) en als bevrachters van zout (N.A. 5302 not. van Sevenhoven 7-12-1691) en zoals we zullen zien op Moscovië.
In oktober 1703 kwamen Corff en Gijsbertz in financiële moeilijkheden. Dit faillissement werd echter buiten de Desolate Boedelskamer afgehandeld. Op 3-10-1703 gaven de volgende crediteuren voor not. Lansman een vrijgeleide van zes maanden: Barent Albrinck, F. Ardinois voor Adriaan den Oosterlingh en voor Jacob Heyns, A. Boom voor de wed. Wessel Kluppel en voor Willem Beyts, David van Nievelt voor Anna Caffart, Isaak Schelte, Hendr. du Rieu, Paulus Stegman, Jan de Vries de Jonge, Barent van Lochem, Egbert Thesingh voor de Erven van Abraham en Nic. Intes, Isbrant Bruyn d'Jonge, Jan van Karnebeek, Casparus Raket, Josias Raket, Hendrik Domna voor zijn vader Pieter Domna, Jacob Lansman voor zijn zuster Anna, wed. Ds Joh. Visscherus, Evert Doede, Jean le Breton, Jan d. Tagh, Cornelis Salomon, Baert Cornelisse Veen, Pieter van Eyk, Jacob van Lennep, F. Overschie voor Jan van Ghesel, Jacob van Cralingen, Hieronymus van Alphen, Jaques Dupeyrou de Jonge, J. Cleyburgh wegens zal. de wed. Schippers, Jan de Haas voor de raadsheer van den Broek, Jan Schut, Jan Bruyn, Jacob en Cornelis Honig, Gerrit Tuile(?), Isaac Teyler en Willem van der Voore, Pieter Verhamme, Albertus Verhamme, Abraham Verhamme, Lodew. en Corn. Vermeulen, Gillis van Hoven, Mathijs Simons, Jan van Staden, Reynier Couterier, F.G. Kestner, Jan Aertsen, Harmanus Put en Goosen Tips voor Metje Noot, wed. Winant Tips te Keulen, erfgen. van Barbara Tips, wed. van Philip Coning. (N.A. 4719, 551). Op 10-10-1703 machtigden zij allen (Jacques Dupeyrou de Jonge was hier niet bij, daarentegen drie anderen en wel de wed. van Pieter Edens, Hodshon en van de Graaff, Abraham du Mortier, en tenslotte Jan d. Tagh ditmaal voor Jan d. Tagh en Huysduyn) enkelen uit hun midden een accoord aan te gaan van niet minder dan 22% (N.A. 4719, 553). Op 24-12-1703 kwam het accoord tussen Corff en Gijsbertz en de geautoriseerden uit de crediteuren, Egbert Thesingh, IJsbrand Bruyn de Jonge, Jan de Haas, Casparus Raket en Paulus
Stegman voor not. Lansman tot stand (N.A. 4719, 537), waarbij de eersten op zich namen 30% (het totaal bedrag wordt niet genoemd) te betalen in drie termijnen van vier maanden te beginnen na 15-12-1703. Indien Corff en Gijsbertz tot beter staat geraakten, zouden zij in gemoede met hun crediteuren handelen, echter nooit kunnen worden aangesproken. Als onderpand kregen de crediteuren alle goederen, die Corff en Gijsbertz uit Moscovië verwachten of in geval van schade de assurantiepenningen. De crediteuren zouden de huishuren en 100ste penningen etc. betalen en kregen als onderpand het papier in het pakhuis op de Brouwersgracht, waarbij uit het huis van Corff nog zoveel papier gebracht zou worden als crediteuren voor hun securiteit nodig oordeelden. Corff en Gijsbertz mochten hiervan telkens voor f 1000. - papier weghalen, mits dit direct betalende. Indien de 2de termijn niet op tijd werd betaald, zouden de ge-