De Amsterdamse boekhandel 1680-1725. Deel 4. Gegevens over de vervaardigers, hun internationale relaties en de uitgaven N-W, papierhandel, drukkerijen en boekverkopers in het algemeen
(1967)–Isabella Henriëtte van Eeghen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 132]
| |
Adres1685 vermoedelijk tezamen met zijn broer Abraham in de Kalverstraat bij de Gaperssteeg (test. moeder 1686), 1711 Herengracht bij de Brouwersgracht (ten huize van zijn moeder). | |
Boekhandel26-8-1682 proc. voor not. Brouwer door zijn moeder op hem (N.A. 3945, 186). 13-12-1683 gildelid, 17-9-1685 poorter als koopman. Op de lijst van het gilde van 1688 wordt hij als enige van zijn familie genoemd, in 1700 komt hij echter al niet meer voor onder de gildeleden. 1685 etc. voor de compagnie met zijn broer Abraham voor boekhandel en uitgeverij, zie aldaar. 11-3-1687 zelfde overeenkomst met zijn moeder als zijn broer Abraham op 25-2-1687 sloot (zie aldaar), welke hier echter niet geroyeerd werd (N.A. 3954, 245), 21-3-1689 schuldbekentenis van f 500. - van Pieter aan zijn moeder tegen een interest van 3½% en toestemming van hem voor haar, indien dit niet in een half jaar was terugbetaald, om alle boeken, die hij aan haar heeft verpand, te verkopen en zo deze f 500. -, de f 15000. - van 1687 en een obligatie van f 3000. - pro resto van de Frankforter winkel afbetaald te krijgen (N.A. 3958, 177). 1692 dreef hij nog zaken in Frankfort, zoals blijkt uit een uitgaaf in het Duits van de reeds genoemde Henrick Groenewegen, Erklärungen über den Heidelbergischen Catechismus met adres: ‘Bremen/Gedruckt von Hermann Brauer. Ist zu finden in Franckfurt bey Peter von Someren/Buchhändler in Amsterdam. Anno 1692.’ 15-9-1694 procuratie voor not. Brouwer van zijn moeder op hem om op de veiling van Wolfgank, waarin sortimenten zijn, die ook haar aangaan, voor haar op te treden (N.A. 3963, 229). 1711 bepaalde zijn moeder in haar test., dat een onderhandse acte van 29-1-1704 ten behoeve van haar zoon Pieter niet van waarde zou blijven, waartegenover ze hem al zijn schulden kwijtschold, op voorwaarde dat hij op zijn beurt niets na haar dood zou vorderen. Blijkbaar waren zijn zaken niet goed gegaan en had hij zich al vóór 1700 uit de boekhandel teruggetrokken. |
|