De Amsterdamse boekhandel 1680-1725. Deel 4. Gegevens over de vervaardigers, hun internationale relaties en de uitgaven N-W, papierhandel, drukkerijen en boekverkopers in het algemeen
(1967)–Isabella Henriëtte van Eeghen– Auteursrechtelijk beschermdAdressen18-5-1715 etc. Rokin bezijden de Beurs (A.C.). | |
Boekhandel1714 vermoedelijk in dienst van Hendrik Schelte, wiens overlijden hij aangaf. 8-2-1715 poorter als boekverkoper, 11-2-1715 gildelid, betaalt jaarzang tot zijn dood. 18-5-1715 was hij reeds verbonden in een compagnieschap met Hermanus Uytwerf, zijn toen 17jarige neef, zoals blijkt uit een adv. over de verkoop van een bijbel van Schelte (zie aldaar). | |
[pagina 133]
| |
26-28-3-1722 veiling van boeken van de overledene (G.A. 98 en A.C. 21-3-). 15-16-5-1722 veiling van ongebonden boeken van de overledene (G.A. 98 en A.C. 9-5-). | |
UitgeverijVan 1715 tot 1721 verscheen een aantal uitgaven van Steenhouwer & Uytwerf, een enkele ook tezamen met Johannes Oosterwijk (zie aldaar), grotendeels in het Frans, enkele in het Holl. 27-7-1715 adv. zij het verschijnen van Het Gedrag van den hertog van Ormond, vertaald uit het Engels. (A.C.). Dit werd nagedrukt door Jacobus van Egmond (van Alphen 690a), maar een klacht hierover aan burgemeesters bleef zonder resultaat, daar er geen artikel bestond in de ordonnantie van het gilde tegen het nadrukken (KS 848-849). Het was misschien mede deze zaak, die de overlieden er toe bracht in januari 1716 tot burgemeesters een rekwest te richten, dat in de index als volgt wordt omschreven: ‘Request van overluyden aan den geregte van Amsterdam, om te hebben, een keure tegens het nadrucken, wegens 't regt op copy en van buyten lans gekregen, bij of voor de geene die se hier te landen eerst komt te drucken; naauwer bepaling omtrent de auctien; verhoging van boeten omtrent d'ampliatie 1685, voor die de nering beginnen sonder alvorens in den gilde te zijn, verder wegens het intekenen van leerlingen, en om geen boekverkopers van buyten inkomende in den gilde te nemen, dan betalende seker recognitie’. De ordonnantie moest zes artikelen bevatten, waarvan ik het voorstel tot de tweede laat volgen: ‘Ende also het tot noch toe een constante usantie onder de fatsoendelijke boekverkopers hier te lande als ook in Brabant en Vlaenderen is geweest, als een boek buyten lands gedrukt, dienstig geoordeelt wierd hier te herdrukken; dat den geene die het zelve boek eerst van buyten hadde ontfangen, en het zelve, of een gedeelte daer van konde vertoonen, gehouden wierd, den rechten eygenaer van zulken copy te zijn: Edog also zedert eenigen tijd daer over door baetsoekende menschen, veele questien zijn geformeert, mede tot verdriet en overloopens van Uw. Ed. Groot Agtb., omme dewelke na mogelijkheyd te verhoeden, de supplianten verzoeken, dat Uw. Ed. Groot Agtb. gelieve te statueeren, dat diegene die sulken boek, of een gedeelte daervan, het eerste aen de overluyden zal hebben vertoont, voor den eygenaer daar van zal gehouden werden.’ Daarna volgt een verslag van de besprekingen met schepenen. Overlieden verklaarden, dat de Waesberge's, Boom en Pauli vóór en Jacobus van Egmond en Frederik Helm tegen zouden zijn, waarop schepen Hop dezen te zijnen huize ontbood. ‘Doch A. van Dammen, Joh. Oosterwijk, Hendrik van de Gaete, Steenhouwer & Uytwerff van dit request lucht krijgende en merkende dat daar in ook waren vervat saken, die haare onbehoorlijken handel soude komen te beknevelen, stelden zich alhoewel dat ze van tijd tot tijd overluyden aangelopen hadden om den besorging tegen het nadrucken te doen, aan het hoofd van een groote menigte’ en lieten een rekwest tekenen door verschillende leden, dat tegen overlieden was gericht. N. ten Hoorn en G. Onder de Linden, die ook hadden getekend, verklaarden later geheel misleid te zijn. Dit rekwest, dat overlieden nooit te zien kregen, prees het artikel over het nadrukken, maar laakte de andere artikelen. ‘De voorname nadrukker J. van Egmond met dese bende wel ingekomen, dog van een anderen geest gedreven verklaarde ronduyt aan de Hr. scheepen Hop, dat hij moest nadrucken, oft anders zijn broot niet konde winnen.’ Schepen Hop had als bezwaar tegen de bepaling op het nadrukken, dat toch nagedrukte boeken van buiten zouden worden ingevoerd en dat een verbod daarvan de handel zou belemmeren. Wat de andere voorgestelde artikelen betrof, waren volgens hem de oude ordonnantiën afdoende. Het voorstel van overlieden liep daarom op niets uit. (G.A. 57, 94, zie ook van Eeghen, De Gilden 124/125). 1715 en 1718 hebben uitgaven van A.F. Boureau Deslandes, L'Art de ne point s'ennuyer (oorpronkelijk Parijs 1715 E. Ganeau) en van J. de la Roque, Voyage fait par ordre du roi dans las | |
[pagina 134]
| |
Palestine (oorspronkelijk Parijs 1715 C. Huguier et A. Cailleau), beide dus nadrukken, een ‘Catalogue des livres qui se trouvent à Amsterdam chez J. Steenhouwer & H. Uytwerf.’ 20-10-1718 adv. zij, dat bij hen wordt uitgegeven een tractaat ‘La Liberté de l'Italie, demontrée a ses princes et a ses peuples traduite de l'Italien par l'abbé Tossini, in 12o.’ (A.C.). De oorspronkelijke Italiaanse uitgaaf van dit werk van Pietro Tosini, La Libertà dell'Italia dimostrata à suoi prencipi e popoli, in 2 delen verscheen ook te Amsterdam bij Steenhouwer & Uytwerf 1718-1720 (E. en Br. M.). 19-12-1719 en 1-8-1720 adv. zij, dat bij hen wordt uitgegeven De Spectator of Verresene Socrates, vertaald uit het Engels van Addison en Steele, resp. deel I en deel II. Deze verschenen beide met het jaartal 1720 en achterin beide delen een cat. van nieuwe boeken van 1720, die bij hen te krijg waren. De volgende delen, III-VI, verschenen van 1723-1727 bij Hermanus Uytwerf. In de laatste adv. zij tevens Voyage du sieur Paul Lucas, fait en 1714, &c. par ordre de Louis XIV dans la Turquie... (oorspronkelijk Rouen 1719 R. Machuel le Jeune) en L'Etat present de l'Espagne van de abbé J. de Vayrac (oorspronkelijk Parijs 1715 A. Deshayes), die resp. in 1720 en 1719 bij hen waren verschenen. 11-1-1721 adv. zij, dat bij hen is gedrukt en te bekomen ‘Aenmerkingen over den koophandel en 't geld door den Hr. Jan Law: als mede historise en geographische beschrijvinge van Louisiana gelegen in Noord-America, aen de mond van de groote rivier de Missisippy; nevens een berigt van de nieuwe Indische Compagnie, en eenige aenmerkinge over de actiehandel, in 8.’ (A.C.). | |
BijzonderhedenKossmann meent ten onrechte, dat Nicolaas Josua Steenhouwer, die 12-2-1717 in ondertrouw ging met Alida Uytwerf, de boekverkoper was. Deze was blijkens zijn test. van 2-9-1717 voor not. de Wilde zijdelakenwinkelier (N.A. 6459, 149). 31-8-1715 adv. zij, dat bij hen lijsten van de Hollandse loterij te krijg waren. (Haarl. Cour.). |
|