werken van Flavius Josephus. Van dit werk, dat in 1704 in folio bij Mortier was verschenen (zie aldaar), een vertaling door W. Sewel van Mortier's Franse uitgaaf van A. d'Andilly van 1700, verscheen bij Oosterwijk in 1722 een tweede druk, waarvoor hij 27-6-1721 privilege had gekregen. Zoals te begrijpen is, waren er in 1723 stellig nog veel exemplaren over, die Schagen eerst verkocht (zie A.C. 10-10-1724). In 1732 kwam hij met een derde druk. Deze werd verkocht door middel van intekening. In een ‘Berigt wegens den nieuwen druk der werken van Fl. Josephus’, voorin het boek, zet hij uiteen, waarom hij de prijs van intekening had moeten verhogen. Hij drukt dan nog eens de condities van intekening (helaas zonder datum, echter 1731) af. Daarin berekent hij de kosten (224 bladen à 6 duiten het blad f 9. -, 210 quarto indrukplaten à 4 duiten ieder f 5.5. -, 9 heele vels platen à 5 st. ieder f 2.5. -, 2 halve vels platen daer onder de tytel à 2½ st. ieder f -.5. -, 3 plans of platte gronden à 4 st. ieder f -.12. -, 2 kaarten, een van een vel, een van 1½ vel f -.10. -, 2 vignetten en 2 roode tytels etc. f -.3. -) op tezamen f 18. -. Toch geeft hij het boek bij intekening voor f 14. - klein en f 21. - groot papier, te betalen de helft bij de intekening en de helft bij de levering. Hij nummert de kwitanties voor het geval er meer wordt ingetekend als er exemplaren zijn. Op 31 mei loopt de intekening af en dan zullen de exemplaren resp. f 16. - en f 25. - kosten. Deze condities kon hij niet handhaven, daar het vermeerderen en verbeteren van de platen hem zoveel had gekost, dat hij resp. f 2. - en f 3. - meer moest rekenen (10 bladen à 6 duiten
f -.7.8, voor de verandering van 72 platen 2 duiten op 't stuk f -.18. -, 1 halve vels plaat f -.3. -, voor de nieuwe kaart meer f -.1.8, 1 pourtrait konstig door Houbraken gesneden f -.10. -). De prijs bleef volgens hem toch 12½% beneden de gebruikelijke. Wilde men zijn intekengeld terug hebben, dan zou hij daarboven ½% interest per maand betalen. Uitvoerige bijzonderheden over de illustraties vindt men bij Luyken (no. 396). Op 14-12-1735 gaven overlieden gunstig advies op een rekwest van Schagen om verlenging van dit privilege (G.A. 81, 75 en KS 671). Er verscheen, voor zover ik kon nagaan, echter geen herdruk meer. Een andere uitgaaf van Flavius Josephus van 1698 in vertaling van S. de Vries (KS 886 en Luyken 321) in 4 delen in 8o, eveneens met prenten van Jan Luyken, werd in 1736 door Schagen herdrukt (Luyken pag. 879) in 2 delen in 4o. Deze uitgaaf komt ook voor met adres van Jan Bosch te Haarlem. Ik vermoed daarom, dat de 704 exemplaren, die bij de scheiding van de nalatenschap van Jannetje Blauduyf voor not. Ardinois op 18-6-1745 aan haar schoonzoon Jan Bosch, boekverkoper te Haarlem, werden toebedeeld voor f 7. - per stuk, tezamen f 4928. -, ofschoon er wordt gesproken van recht van copie, privilege en koperen platen, de vertaling van de Vries betreffen (N.A. 9180, 387).
5-8-1724 adv. hij, dat bij hem was gedrukt ‘Maendelijke samenspraken over allerley uytgekipte boeken en fraeye historien; doormengt met letter- digt- staat- natuur- en wiskonstige, mitsgaders godsgeleerde, regtsgeleerde en andere bedenkingen, door Wilh. Ern. Tentzelius, historieschrijver van den keurvorst van Saxen uyt het Hoogduyts vertaelt, voor de maend july 1724, zullende alle maenden vervolgt worden’ (A.C., 2de stukje 2-9-1724, 3de 10-10-1724, 6de 16-1-1725).
16-10-1730 gaven overlieden gunstig advies op een rekwest van Schagen aan burgemeesters om privilege op een vertaling van een werk van J.F. Ostervald, Verhandeling tegen de onkuischheit (G.A. 81, 33). Deze verscheen met privilege nog in 1730.
20-9-1731 kwam Schagen met een soortgelijk rekwest betreffende Historie der Christenen, die men gewoonlijk Waldensen noemt, waarop overlieden adviseerden dit alleen voor dit speciale werk te geven (G.A. 81, 42). Het verscheen in 1732. Een nieuwe titeluitgaaf verscheen in 1765 bij Schagen's zwager J. Bosch te Haarlem. (Luyken 476).
1738 zag nog een plaatwerk van Luyken, samengesteld uit andere boeken, dat eerder bij Pieter van der Aa te Leiden was verschenen zonder jaartal, het licht, Theatre des Martyrs... se vend chez M. Schagen 1738. Het heeft ook een Holl. titel: Schouwtooneel der martelaren. (E. en Luyken 457).