| |
Mortier (Pieter) 1661-1711, Waals
Leven
Ged. Walenkerk Leiden 26-1-1661, lid Waalse Gem. 30-3-1681, attestatie naar Parijs 20-4-1681, begr. Walenkerk 18-2-1711 (2de kl.), broer van vorige, ondertr. kerk 19-6-1694 (huw. voltr. Delft) Amelia 's Gravesande, st. 10, begr. Walenkerk 14-10-1719 (1ste kl.).
27-3-1695 test. voor not. P. van Steelant te Delft.
31-10-1703 test. voor not. Ypelaer (N.A. 5335).
2-1-1714 acte van voogdij voor not. Schabaalje (N.A. 6077).
28-9-1719 test. voor not. Ypelaer (N.A. 5342).
20- en 27-3-1721 inv. nalatenschap voor not. Schabaalje en Ypelaer; 18-3-1722 scheiding van de nalatenschap voor idem (N.A. 5342 en 6131, 171 en 6136, 196).
18- en 19-3-1732 scheiding van de nalatenschap voor not. Tzeewen (N.A. 7654, 175).
| |
Adressen
Pieter Mortier huurde van de stad van 1-5-1685 (contract van 2-1-1685) tot 1-5-1698 no. 9 op de Dam voor f 315. -, later f 320. -, van 1-5-1688 tot 1-11-1697 no. 8 op de Dam voor f 450. -, van 1-5-1694 tot 1-5-1698 en van 1-5-1706 tot 1-5-1707 no. 10 op de Dam voor f 330. -, later f 300. -.
| |
| |
Op 1-7-1705 werd hij eigenaar van een huis aan de Beurssluis voor f 9000. -, op 30-7-1705 van een huis aan de Vijgendam voor f 18000. - en op 30-10-1706 van een huis in de Heremietensteeg voor f 9000. - (Kw. 3 X, 167vo en 19 en 3 IJ, 177). Op de twee laatste dagen verleed hij een rentebrief voor een jaarlijkse rente van f 360. -, geroyeerd 8-9-1746, op het huis op de Vijgendam, en een schepenkennis van f 7000. -, geroyeerd 6-5-1732, op het huis in de Heremietensteeg (R.B. 33, 95 en Schep. Kenn. 77, 16). Het huis aan de Vijgendam liet hij afbreken en daar in 1706 een nieuw huis bouwen. Een aantal acten voor not. Schabaalje (N.A. 6032) en een voor not. Hoekebak van 1-9-1707 (N.A. 5905), op zijn verzoek opgemaakt, vertellen over de moeilijkheden, die hij had met de verkopers en de bouwers van het huis. De timmerman was Hendrick Valckens, de metselaar Leendert Tack. Op dit huis dichtte L. Rotgans (Poezy 1715, 326): ‘Op het huis gebou van den Heere Pieter du Mortier gesticht op de Vijgendam.’ De huizen bleven na de dood van de weduwe aanvankelijk eigendom van de kinderen tezamen. Op 30-4-1732 werden Johannes Covens en Cornelis Mortier ieder voor de helft eigenaar door enkele overdrachten in de familie. Voor 3/5 betaalden zij f 31000. -, waarvan f 5400. - op rente bleef staan. (Kw. 5 A, 290-291). In 1742 (wijk 7, 1641) werd de huurwaarde op f 1185. - getaxeerd. Uithangteken, althans tijdens het leven van Pieter Mortier, was de Stad Parijs.
| |
Boekhandel
25-1-1685 kleinpoorter als boekverkoper, 27-8-1685 gildelid, de weduwe betaalt jaarzang tot haar dood, in 1720 de erfgenamen, waarna in 1721 de zoon Cornelis zelf lid wordt.
4-3-1693 acte voor not. Hoekebak, waarbij Mortier als bemiddelaar optreedt in zake kaarten, die te duur zijn verkocht (N.A. 5845 en KS 433).
17-3-1694 verklaring voor idem van Mortier en 2 schuitenvoerders ten verzoeke van Abraham Schaaf over 15 balen Genuees schrijfpapier uit een Genuees schip, die door zeewater zijn beschadigd en door Mortier zijn gekocht voor 53½ st. het goede en 20 st. het beschadigde riem papier (N.A. 5849).
3-4-1696 proc. voor not Ypelaer van Mortier om geld te innen van Jean Jacques Ches, gewezen postmeester te Leipzig (N.A. 5353, 263vo).
3-9-1697 zie Henry Desbordes.
12-7-1701 proc. voor not. Ypelaer van Mortier op zijn broer Abraham te Leiden om daar geld te innen van Frederik Haring (N.A. 5334, 1082).
10-11-11-1704 en 29-5-1705 contracten voor not. Emaus ten Bergh tussen de Zweedse drukker Georg Gottlieb Burchardi en 9 letterzetters en boekdrukkers om naar Stockholm te komen en daar een Zweedse bijbel te drukken, met proefpagina's en proeftitelblad: ‘Biblia Sacra... Tryckt hoos Georg Gottlieb Burchardi 1704’. Het Nieuwe Testament verscheen bij hem met het jaartal 1707, de gehele bijbel 1715 bij Julius Georg Matthiae. Pieter Mortier belastte zich met de uitbetaling van de familieleden in Holland. Op 15-10-1705 werd voor de bovengenoemde notaris een acte verleden over de verdeling van f 140. - door hem onder 8 van hen (N.A. 5672, 1815 en 5673, 773 en KS 1471-1474).
7-8-7-1711 veiling van allerlei muziek, eigen muziek met recht van copie, platen, matrijzen etc. en Nouvelles de la rep. des lettres van de overledene (G.A. 88, adv. Gaz. 8-5 en A.C. 11-6); de veiling van de eigen muziek werd geannuleerd, daar deze uit de hand was verkocht en de veiling van de Nouvelles verzet naar augustus (A.C. 2-7, zie ook KS 442).
17-22-8-1711 veiling van eigen sortering van overledene en sortering van anderen in grote aantallen (G.A. 88 en A.C. 28-7 en 15-8).
10-6-1712 obligatie voor not. Schabaalje voor f 19772. - voor de weduwe voor boeken, gekocht
| |
| |
op de veiling van 17-8-1711, Estienne Roger f 9269.16.10, Zacharie Chatelain f 4415.8.12, Pierre Brunel f 3939.11.6 en Isaac Vaillant te Rotterdam f 2147.3.4, te betalen in 20 halfj. term. (N.A. 6067).
22-23-2-1713 veiling van ongebonden boeken van de overledene, meest Latijn, Frans, Italiaans, Spaans, Duits, Hoogduits etc. (G.A. 90 en A.C. 11 en 18-2).
28-2-2-3-1714 veiling van boeken door de weduwe (G.A. 97, met de aantekening: ‘Dese verkopinge is toegestaan op conditie dat dit de laaste zal zijn, also dit voor de derdemaal sal wesen’).
20-9-1714 verklaring van de wed. en van Harmanus Oosterhuysen voor not. Schabaalje, dat een pak boeken uit Den Haag, geadresseerd aan David Mortier, nat is aangekomen (N.A. 6082).
25-4-1715 proc. voor idem van de weduwe op Estienne Ganeau te Parijs om te likwideren met de boekverkopers aldaar, met wie haar man open rekening had (N.A. 6088).
(13-5-1716 confessie van Hermanus Oosterhuysen, oud 31 jaar, boekbinder, die 7 jaar bij de weduwe in dienst is geweest en nu 1½ à 2 jaar weg. Op haar naam heeft hij kort geleden geld bij de heer d'Orville te Haarlem en Michel Böhm te Rotterdam gehaald en tenslotte een wisselbrief, die hij zelf ten name van David Mortier voor f 660. - had laten schrijven, bij de kassiers Rothe en van Ludik aangeboden, zeggende dat de weduwe geld nodig had en aanbiedende f 100. - in pand te geven, wat niet is gelukt. Op 20-5-1716 wegens zinloosheid voor 2 jaar in het Pesthuis geplaatst (R.A. 373, 195vo).
28-9-1719 bepaalt de weduwe in haar test., dat de negotie gemeen zal blijven tot de meerderjarigheid of het trouwen van haar kinderen. Bij verdeling zal haar zoon Cornelis tegen taxatieprijs mogen overnemen, wat hij wil.
21-3-1720 van de inv., die 178 p. beslaat, kan ik uiteraard slechts een keuze doen. Duidelijk blijkt, dat de weduwe de handel in kaarten en kunstplaten met enkele drukken voor zich hield.
Onroerend goed: de 3 huizen.
Obligaties en rentebrieven (van anderen dan boekverkopers): tezamen f 54212.-.
Obligaties van boekverkopers: voor de veiling van 17-8-1711 van Pierre Humbert, Estienne Roger etc., Janssonius van Waesberge, Jan Boom, Pieter de Coup en Johannes Pauli tezamen f 39429.8. -, te betalen in 20 halfj. term., van R. en G. Wetstein van f 33000. - te betalen in 40 halfj. term. (resp. 12de tot 15de term. afbetaald), 4 onderhandse obligaties van Assuerus Lamsvelt van tezamen f 1150. - van 1713-1719 tegen 4% interest, 1 van Gerard Valck van f 400. -. Grootboeken beginnen 1684, openstaande posten sedert 1685 zijn alle kwaad.
In het huis zijn een papierzolder, een kaartenzolder, voorhuis met winkelkamer, hangkamertje boven de winkelkamer (met o.a. een ijzeren boekbinderspers) en een drukkerij (met o.a. twee oude drukpersen met 2 tafels en een druktafel met een ijzeren plaat).
Koperen platen: van Atlas de marine of Zeeatlas, van Atlas van Sanson, van Atlas van Gaillot, van de l'Isle, van Atlas Antique, van Atlas van de Wit (‘N.B. de deelen die gebruykt werden zijn die van Schagen, om reeden, dat die van de Wit buyten staat zijn om gedruckt te werden’), van Allard, van Wereld naar de l'Academie Royale (hierbij soms vermelding van wie de platen zijn, Mortier of de Wit), van allerlei steden, 240 platen van de Forces de l'Europe, bestaande in 12 delen, ‘die verder manqueeren. om deeze deelen compleet te maken, werden uyt het steedeboeck van Italië en Memoires d'artillerie gezoght’, 40 platen Costes de France, ‘maakt tome 13 en 14 van Forces de l'Europe, die verder manqueeren om deeze compleet te maken, werden uyt de Zeeatlas gezoght’, 21 platen Atlas du voyageur du monde, 34 Atlas du voyageur des XVII provinces, 24 France, 12 Italie, 25 Allemagne, 12 Espagne, platen van verschillende spellen, van Theatre de Piemont, Theatre de Savoye, Theatre de l'Italie (4 delen), Histoire d'Angleterre de Larrey, Bijbelse Historiën, Klein Bijbelse Historie, Histoire des Juifs, Josephus Nederduits, Bible
| |
| |
de Martin, Architecture, peinture et sculpture de la maison de ville d'Amsterdam, 13 platen Bloempotten, 12 platen Patronen voor fabriqueurs om te tekenen. Tenslotte volgen een aantal losse platen, platen bestemd voor boeken, en platen, die alleen nog waarde hebben als oud koper.
‘4 pondt tyteltjes dienende tot om de caartjes te vouwen en om de boeckjes te placken van de Jeux en houdtjes daartoe’. ‘Een doosje met houtjes tot Traité de lumiere par Huygens 4o. Eenige houdjes tot Dictionaire de la musique, gedient hebbende beneffens eenige weynige nieuwe en oude.’
Konstboeken: twee boeken van de Bijbelse historien en 1 boek met 61 tekeningen en schetsen van J. Luyken.
Gecorrigeerde en ongecorrigeerde prenten, etc. Een pakje waarop staat ‘Josephus ten deele gecorrigeert door de heer Rabus’.
Gedrukte boeken, prenten, kaarten en andere winkelwaren (van deze opsomming laat ik alleen enkele posten volgen): Bijbelse figuren van Jan Luyken ‘Nadien de platen van de figuren tot de Bijbelse historien fol. 2 vol. zoo verre zijn affgedruckt, dat de zelve zonder op te snijden, 't welck niet wel mogelijck is, niet konnen gebruyckt worden zonder prejuditie van 't boek, zoo is goetgevonden de royael papieren affdrucksels te gebruycken zoo wel tot het kleyn als groot papier.’ ‘Eenmael de figuren tot de Bijbelse historien, dienende tot een patroon om na te drucken.’ ‘Sestigh bladen van Histoire de la Bible par Mr. Martin in quarto op yeder bladt is gedruckt 44 boeck papier, het zelve is nogh niet compleet, en oock ongeplaatdruck’. Jeux (Jeux de geographie, Jeux de la guerre, Jeux de fortification, Jeux de Ovide, Jeux des reines, Jeux des rois de France, Jeux des hommes illustres, Jeux d'armoirie, Jeux du monde. ‘Alle deeze Jeux zijn opgemaakt om als speelkaarten gebruyckt te konnen werden.’) Atlassen (o.a. een van Blaeu 11 vol. Latijn, afgezet door Waterdrincker).
Verschillende soorten onbedrukt papier.
197 matrijzen tot muziek, 76 stempels tot muziek, 45 idem, 38 idem, 765 pond muzieknoten.
Op pakzolder van wed. Eldert van Velsen op 't Rokin in de Zandtlooper een aantal boeken (o.a. Labyrinthe de Versailles 4o ongeplaatdrukt 300 stuks in 2 pakken en 142 pakken van de Bijbelse historien ongeplaatdrukt en onvergaart, ieder pak een letter van 1400 à 1425, te veel moeite om los te maken).
Voor verdere boeken wordt gerefereerd aan de catalogus.
Debiteuren: David Mortier heeft in aug.-sept. 1719 verschillende rekeningen in Frankrijk en Brabant ten behoeve van de wed. ingevorderd, waarvan in het grootboek, beginnende in 1711, notitie is gedaan (Huyssens, Lucas en Verdussen te Antwerpen, Leonard en 't Serstevens te Brussel, Ganeau et Comp. en Dezallier te Parijs), tezamen f 3178.11.8, waartegenover hij heeft gegeven aan Cornelis Mortier, f 780.11. - te Londen 28-2-11-6-1719, f 159.16. - voor reis- en teerkosten van Londen naar Parijs, f 174.5.10 te Parijs verteerd en op thuisreis van Parijs tot Quevrin, f 64.13.8 van Quevrin tot Amsterdam. Met enkele uitgaven voor aankopen totaal f 2079.10.2. Het verschil is door David Mortier vóór het opmaken van de inventaris betaald.
Opgaaf van openstaande schulden in het particulier en in het boekverkopersgrootboek, beide beginnende in 1711.
Lasten van de boedel: Kustingbrief van f 9000. - op het huis op de Vijgendam. Betaald aan David Mortier, volgens het contract tussen hem en de weduwe gemaakt, f 2000. -, aan de la Motte voor correctie f 60. -, aan le Cène voor het schrijven van de catalogus f 30. -, aan Covens voor het onderwijs in de Christelijke religie f 30. - en voor 6 maanden instructie aan de twee minderjarige zoons Pieter en Isaac f 31.10. -. Rekening met mrs. Huguetan, beginnend 16-12-1712 en continuerende tot het overlijden van de weduwe, volgens welke Huguetan voor geleverde kaarten nog geld heeft te pretenderen, wat nog moet worden gelikwideerd.
| |
| |
Ampliatie: Door Cornelis Mortier is van het overlijden af tot 16-2-1720 uit de winkel voor f 1786.9. - verkocht en voor f 552.4.12. - betaald.
13-6-1720 fiat van schepenen op rekwest van Agatha Amelia en Cornelis Mortier om met hun oom David, die van 1711 tot 1719 volgens het geannexeerde contract (niet bewaard) met hun moeder handel heeft gedreven, dit contract te mogen continueren, daar anders de boedel zou moeten worden verkocht en grote verliezen zouden worden geleden (R.A. 844, 49vo).
21-11-1720 verklaring voor not. Schabaalje van Cornelis Mortier, dat hij de gemeenschap niet langer wil voortzetten (N.A. 6129).
30-1-1721 fiat van schepenen op rekwest van de voogden van de minderjarige kinderen Mortier om de boeken en kunst- en kaartplaten, die Cornelis Mortier wil overnemen, te mogen laten taxeren, de eerste door Rudolf Wetstein en Johannes Janssonius van Waesberge, de tweede door Andries de Leth en Johannes Loots, en de rest te mogen verkopen en tot scheiding over te gaan (R.A. 847, 113).
17-22-3-1721 veiling van boeken van de overledene (G.A. 97; de veiling was aanvankelijk vastgesteld op 6-8-3, maar werd blijkbaar uitgesteld, zie A.C. 25-2 en 4 en 6-3).
29-4-1721 acte voor not. Schabaalje, waarbij de voogden van de minderjarige kinderen verklaren Sara Mortier uit het huis op de Vijgendam te hebben weggehaald en elders te hebben ondergebracht (N.A. 6132, 266; naar ik aanneem geschiedde dit in verband met de ondertrouw op 24-4-1721 van Agatha Amelia Mortier met de gouverneur (?) van haar broers, Johannes Covens).
27-5 en 25-7-1721 insinuaties voor idem van de voogden van de minderjarige kinderen aan de andere kinderen om tot de scheiding van de nalatenschap over te gaan, waarvoor zij ruim f 20000. - in contanten gereed hebben, mede omdat één van hen, Gerard Valck, zoals hij altijd doet, naar de messe in Frankfort wil gaan (N.A. 6132, 372 en 6133, 541).
5-7-1721 kwitantie van de erfgenamen voor not. Wetstein voor Johannes Oosterwijk voor een som van f 11047.5. - ter voldoening van een bedrag van f 14828.8. - voor gekochte boeken op de veiling van 17-19-3-1721, waarop volgens de koopconditie 25½% is gerabatteerd (N.A. 8298, 54).
9-7-1721 obligatie van Sara van Gent, weduwe van Barent Visscher, voor not. Wetstein voor boeken, gekocht op bovengenoemde veiling, voor f 7397. -, te betalen in 16 halfj. term., en verklaring, dat zij de laatste 5 termijnen van deze obligatie, tezamen f 2311.11.4, heeft betaald met een rabat van f 970.7.8, dus met f 1341.3. -. (N.A. 8298, 57).
28-7-1721 insinuatie door not. Wetstein namens de voogden aan Cornelis Mortier en Johannes Covens om een datum vast te stellen voor de verkoping van koperen platen, afdrukken, atlassen etc. Met daarbij een exemplaar van de gedrukte, maar nog niet gedateerde catalogus: ‘Catalogus van verscheyde koopere plaaten bestaande in zee- en landkaarten, scheepen, planen, verscheyde atlassen de voyageurs in 8. Forces de l'Europe, Maison de ville d'Amsterdam, Werelt, en vier Delen Allard, 4 bladen etc. Bloempotten, Matrijsen en stempels, als mede musycknoten. Atlassen van Blau en Jansonius. Als mede eenige aparte deelen en stede-boeken. Beneffens eenige ongebonde boeken. Welke verkogt sullen werden op de solder, ten huyse van de wed. Eldert van Velsen op 't Rokin in de Twee Sandloopers bij de Olieslager-steegh, op den... Augustus 1721. Tot Amsterdam, Bij de erfgenamen de Wed. P. Mortier, 1721. Alwaar de catalogen te bekomen zijn.’ (De catalogus bevat eerst een opgaaf van koperen platen met de aantallen van de afdrukken en vermelding of die afgezet zijn, dan een opgaaf van atlassen en tenslotte diversen: 230 Inleyding tot de geographie 4o, waaraan kaarten en figuren ontbreken, 270 Nouveau traité de la dévotion 12o, ‘1 pak overige lage van de bijbel, Mortier, Huguetemps en de l'Orme’, 1 drukpers en rollen, 1 boekbinderspers, de op de inventaris reeds genoemde muziek en ‘1 harp curieus en fraay geschildert’).
| |
| |
12-13-8-1721 veiling van platen en papierkonst van de overledene (G.A. 97, A.C. 5- en 9-8).
6-11-1721 kwitantie voor not. Wetstein van de erven van de wed. Mortier voor R. en G. Wetstein voor f 2555.5.8, zijnde hun uitgeschoten geld met 6% rente voor hun 1/6 part in de Dict. van Bayle, dat zij aan de broers Wetstein hebben verkocht. Bij de acte is een afrekening 1720-1721 met verklaring, hoe men tot het bovengenoemde bedrag komt. Mortier en Covens verklaren de hun toegewezen 25 exemplaren van het werk voor f 42.10.9 per stuk te hebben ontvangen. (N.A. 8298, 145).
29-11-1721 obligatie van Cornelis Mortier voor idem voor boeken, gekocht op de veiling van 17-19-3-1721, van f 1164.9.8, te betalen in 4 halfj. term. (N.A. 8298, 161).
18-3-1722 uit de acte van scheiding blijkt, dat de boeken getaxeerd zijn op f 34441.16. -, de koperen platen en afdrukken op f 12692.16.8 voor de overname door Cornelis Mortier. Deze zijn hem onder borgtocht op 5-4-1721 overgegeven. De overige goederen tot de negotie en winkelnering behorend zijn in publieke veiling verkocht. Dit is belegd in effecten en lijfrenten, alles tezamen f 188700. -. Hiervan is nog over f 86536.4.8. De rest is als voorschot aan de vijf kinderen gegeven, het meest aan Cornelis. Onverdeeld blijven de drie huizen, ± f 5000. - aan schuldbekentenissen van verre familieleden, restanten van boekverkopersobligaties (Pierre Humbert, Estienne Roger, R. en G. Wetstein, Janssonius van Waesberge, Jan Boom, Pieter de Coup, Pierre Humbert, wed. Barent Visser, Hendrik Scheurleer en Cornelis Mortier).
18 en 19-3-1732 bij de tweede scheiding krijgt ieder der erfgenamen 1/5 part van de huizen. Een aantal boeken, die op 9-12-1727 van Estienne Roger en op 2-11-1730 van de gebroeders Barbou te Parijs ter effening van openstaande rekeningen zijn binnengekomen, worden tegen taxatie overgenomen. De laatste termijn van de obligatie der broers Wetstein zal 1-6-1732 vervallen. Een familiestuk van 6 personen van Verkolje komt aan Cornelis Mortier.
| |
Uitgeverij en drukkerij
Van 1685 tot 1711 verscheen een groot aantal boeken met de naam van Pieter Mortier, de meeste in het Frans, enkele in het Latijn en in het Hollands. Vele van deze uitgaven hebben achterin een catalogus van boeken (soms op speciaal terrein), die bij hem te koop zijn. Ik kan deze niet alle noemen. Naast de boeken waren het ook kaarten, die hij uitgaf. Hierover vindt men vooral bijzonderheden bij Marc Huguetan, daar Mortier sedert 1690 met de broers Huguetan tezamen daarin was geïnteresseerd. Deze relatie bestond nog bij de dood van de wed. Mortier in 1719. Ook enkele boeken waren het resultaat van de samenwerking Huguetan-Mortier. Een derde tak van de werkzaamheden van Pieter Mortier vormde de muziekuitgeverij, in concurrentie met Estienne Roger (zie aldaar). De weduwe zette deze niet voort, maar bepaalde zich tot de kaarten en plaatwerken, terwijl haar zwager David Mortier de uitgeverij van boeken voortzette. Waarvoor de drukkerij van twee persen, die bij het overlijden van de weduwe wordt genoemd, diende, kan ik niet met zekerheid zeggen. Ik vermoed echter, gezien haar specialisering, dat het persen voor plaatdrukken waren.
8-3-1686 privilege van de Staten voor Pierre Mortier voor de Histoire des troubles de l'Ongrie depuis l'an 1650 jusqu'à present.
27-12-1686 en 2-1-1687 adv. van het uitgeven van een aantal Franse werken (A.C.).
27-2- en 19-4-1687 adv. van het drukken en uitgeven van de Voyage de Siam des peres Jesuites (A.C.). Dit werk van Guy Tachard verscheen met het jaartal 1688, een ‘Catalogue des livres nouveaux qui se trouvent chez le dit Mortier’ en als vignet op de titelpagina een drukkerij.
22-11-1687 ‘T'Amsterdam bij Pieter Mortier en Compagnie, boeckverkopers op de Vijgendam, is gedruckt en sal in 't kort uytgegeven worden Histoire metalique de la republique de Hollande,
| |
| |
vermeerdert met meer als hondert medalie, nevens een cretique op de Fransche editie, tot Paris gedruckt. Item het selve werk in 't Nederduytsch vertaeld door G.V. Broekhuysen.’ (A.C.) Op 26-11-1687 kreeg hij privilege op dit werk. De oorspronkelijke druk was in 1687 bij Horthemels verschenen, de nadruk van Mortier verscheen met het jaartal 1688. In 1690 gaf hij een supplement hierop uit, dat hij tegelijk met de Hollandse, zeer vermeerderde uitgaaf van f 9. - klein en f 15. - groot papier adverteerde (A.C. 8- en 11-7).
1690 etc. voor zijn betrekkingen tot de broers Huguetan zie men onder Marc Huguetan.
10-, 12-, 19- en 24-7-1691 adv. van het verschijnen over 15 dagen van Le Grand dictionaire historique van Moreri, bewerking van Le Clerc, bij F. Halma en G. van de Water te Utrecht, P. van der Aa te Leiden en P. Mortier te Amsterdam (A.C.). Het privilege van 15-9-1689 was ten name van P. van der Aa. De volgende, zevende druk verscheen in 1694 te Amsterdam bij Boom & van Someren, P. Mortier en H. Desbordes, Utrecht bij G. van de Water en den Haag bij Adriaan Moetjens, de achtste in 1698 bij Gallet.
26-4-1692 zie Andries van Hoogenhuysen.
2-7-1693 contract voor not. Hoekebak tussen François Halma, Pieter van der Aa en Pieter Mortier over het drukken van bijbels, Gereformeerde, Roomse en andere in het Hollands, Frans en andere talen, bestaande in 16 punten (N.A. 5846, zie KS 434-436). Op 7-12-1694 werd dit contract geamplieerd voor idem. Mortier heeft 1/3 van Van der Aa overgenomen, maar zal gelijke stemmen met Halma hebben. Wel zal hij 2/3 van de koperen platen tegen Halma 1/3 hebben. Telkens zullen 300 exemplaren worden afgedrukt, 200 voor Mortier en 100 voor Halma. Degeen, die het eerst uitverkocht is, zal ze voor de helft van de verkoopsprijs van de anderen inkopen. Bij weigering zullen direct weer 300 exemplaren worden afgedrukt. (N.A. 5852).
1694 verscheen Galanteries des rois de France bij Mortier. Marchand schrijft hierover in zijn uitgaaf van de brieven van Bayle (Lettres 1714 II, 484) het volgende: ‘Chez P. Mortier, en 1694, en 2 volumes, in 8, quoique le titre porte Bruxelles. Comme le débit de cet ouvrage n'avoit point été avantageux au libraire, il le reproduisit une seconde fois, sous le nouveau titre d'Intrigues galantes de la cour de France, depuis le commencement de la monarchie, jusqu'à présent. Cologne, Pierre Marteau, 1698, in 8, 2 volumes; et quoiqu'il assure de la maniere du monde la plus positive, dans le titre, que c'est une nouvelle edition, augmentée de beaucoup dans tout le corps de l'ouvrage, sur des mémoires très curieux, c'est cependant, en tout et par tout, la même edition que la précédente, si l'on en excepte les deux nouveaux frontispices, et un misérable avertissement, qui ne dit absolument rien. Je ne sçai si l'on peut en imposer au public, avec moins de ménagement, pour ne pas dire avec plus d'impudence; et c'est un exemple assez convaincant de ce que je me souviens d'avoir déjà remarqué ci-dessus, Lettre XXI, note (1), au sujet de l'Evangile nouveau du cardinal Pallavicin, que la licence, que prenoient les libraires de Hollande, de changer comme bon leur sembloit les titres de leurs livres, jettoit une telle confusion dans l'Histoire Litéraire, qu'il étoit absolument impossible de sçavoir à quoi s'en tenir sur quantité d'ouvrages, dont ils ont tellement embarassé l'Histoire, que, quelque soin qu'on prenne de l'éclaircir, on ne viendra jamais à bout de la débrouiller entièrement’. (In de bewuste noot noemt Marchand de libraire d'Amsterdam, die de uitgaaf van 1676 in 1696 met nieuwe titel uitgaf, niet met name).
1699 verschenen twee werken van François Blondel, L'Art de jetter les bombes, en erachter Nouvelle maniere de fortifier les places, beide met het adres ‘Chez l'auteur. Et se vend a Amsterdam, chez Pierre Mortier, libraire (sur le Vijgendam). 1699.’ Het werk, dat te Parijs door François le Cointe werd gedrukt, met gravures van J.B. Broebes, heeft achterin een ‘Catalogue des ouvrages de Mons. Blondel qui se vendent à Amsterdam chez Pierre Mortier’. Dit zijn behalve de bovengenoemde de Cours d'architecture, Cours de mathematique en de Histoire du calendrier Romain, die alle blijkbaar op dezelfde wijze verschenen.
| |
| |
31-8-1699 berichtten overlieden aan burgemeesters op de verzoeken van Mortier om privilege op Flavius Josephus en op de Histoire des Bijbels met prenten, dat deze alleen voor deze speciale uitgaven moesten worden gegeven, niet in het algemeen, daar dit anderen schade zou kunnen aandoen. Op 1-4-1700 kreeg Mortier de gevraagde privileges, speciaal voor deze uitgaven, van de Staten. Flavius Joseph, Histoire des Juifs, verscheen in 1700, Flavius Josephus, Alle de werken in 1704 (Luyken 349 en 396), beide in folio. H. Schelte, die in 1703 eveneens met een Franse uitgaaf van dit werk kwam, echter in 3 delen in klein formaat, werd daarover aangevallen door Mortier. Ter verdediging zei hij deze nagedrukt te hebben van Fricx in Brussel (1701-1703 5 vol in 8o), als wraak, omdat die een van zijn werken had nagedrukt, en bovendien het privilege van Mortier niet te kennen. (KS 439-441, waar een acte van 20-8-1703 voor not. Servaas betreffende deze zaak niet is afgedrukt, zie N.A. 4990, 253 en 279 en N.A. 5889, 859). De Historie des Ouden en Nieuwen Testaments verscheen in 2 foliodelen tegelijktijdig in het Frans (onderschriften Martin) en in het Hollands (vertaling Sewel) in 1700 en werd later steeds aangeduid als de Grote Bijbel van Mortier. Daar Mortier ook privilege van de Staten-Generaal, van 22-5-1700, hiervoor had en dat liep voor 15 jaar, te rekenen van de dag van het voldrukken af, is in deel II bij de afgedrukte privileges vermeld: ‘Dit werk is voor de eerste maal voldrukt 1 september 1700.’ In 1703 en 1702 verscheen in klein folio een werk met dezelfde titel, alleen in het Hollands, de zogenaamde Kleine Bijbel van Mortier. (Luyken 351 en 384). Wij zagen reeds, hoe Mortier een aanval tot Lindenberg richtte, met de beschuldiging dat diens uitgaaf van een werk van Basnage strijdig was met het door hem verkregen privilege. Op 26-5-1701 adverteerde hij de beide uitgaven: ‘T'Amsterdam bij Pieter Mortier is gedrukt de Bijbelsche
Historie des Oude en N. Testaments in folio, 2 deelen; zijnde noyt geen werk soo uytmuntende, in 't licht gebragt: en alsoo dit werk soo deftig beschreven is, dat de uytgever versogt is hetselve in minder formaet te doen drukken, om in de famillien te gebruyken tot leering der kinderen en dienstboden, etc. soo sal hij 't selve werk bij intekening drukken, en het heel goedkoop geeven, te weeten 4 duyten yder plaetje en 5 duyten yder vel papier: de reets gesneedene platen konnen van een yder gesien worden, en sullen in andere steeden meede te sien zijn, neevens de conditien, etc. die overal sullen gesonden werden, en de namen der boekverkoopers, nader in de courant bekent gemaekt worden.’ (A.C.). Op 29-5-1703 adverteerde hij ‘de Groote Bijbel met kunstprenten door D. van der Plaets in folio, 2 dln., op royael papier a 55 guld., en op groot mediaen a 42 guld. ongebonden. Dit selve werk is ook te koop met kleynder platen, meest door Jan Luyken, voor 15 guld. ongebonden, heel nodig tot gebruyk voor kinderen en dienstboden.’ (A.C.). In de Journal de Trevoux van maart 1703 wordt aangekondigd: ‘Histoire du Vieux et du Nouveau Testament enrichie de plus de quatre cens figures en taille douce. A Anvers chez Pierre Mortier.’ Ik kan niet zeggen, of dit juist is en er ook exemplaren van de Grote Bijbel met adres Anvers verschenen, die dan waarschijnlijk bestemd waren voor Rooms-Katholieke streken. Met David van der Plaets, die een belangrijk aandeel had in de illustraties van de Grote Bijbel, kreeg Mortier reeds in 1701 moeilijkheden. Op 6-4-1701 liet hij van der Plaets door not. Moors insinueren, dat zijn rekening exorbitant was en dat hij binnen 8 dagen al zijn verdere pretenties moest opgeven (N.A. 6317, 1823). In 1703 was hij blijkbaar in een proces met van der Plaets gewikkeld. Toen werden althans voor not. Ypelaer een aantal verklaringen afgelegd op verzoek van Mortier, 24-10 door Willem Goeree, 29-10 door Philip Tideman en Ottomar
Elliger, kunstschilders, en Joseph Mulder, plaatsnijder, 31-12 door Barent van Arnhem, Pieter Boeteman, Simon Hardes en Pieter Mortier Isaacszoon, die van 1698-1700 in dienst waren bij Mortier en toen vele malen Bijbelse Historien en Boekzalen bij van der Plaets hadden gebracht, en door Sara Verrijken, weduwe van Dirk Boeteman, en tenslotte 8-1-1704 namens Hendrik Erkelens over de betaling en over het aandeel dat van der Plaets in het werk had gehad (N.A. 5335, 1183, 1187, 1271 en 1279 en 5336, 25).
| |
| |
22-11-1700 ‘Pierre Mortier.... avertit tous les libraires, de Liege, Brabant, Flandres, Haynaut, Namur, Champagne et tous les pais conquis, qu'il leur donnera aux prix de l'impression, les Caracteres de Theophraste, avec une nouvelle clef en marge, par Mr. de la Bruyere, de l'Academie Françoise 12. 3 vol. Il donnera sur le même pied, Les Pensées de Pascal sur la religion et sur quelques autres sujets, nouvelle edition augmentée. Les libraires qui s'en veulent servir, seront obligez de prendre au moins 25 exemplaires, et enverront leur argent audit Mortier. C'est à cause de la contrefaction qu'on lui vient de faire, qu'il sacrifie ces deux copies sur le pied coûtant.’ (Gaz.).
17-1-1704 ‘Pierre Mortier... a depuis quelques années le droit de l'impression des Oeuvres de St. Evremont: Et il a reçu de Mr. de Maiseaux à Londres, tout ce qu'il avoit pu ajouter à ces oeuvres. Presentement le dit des Maiseaux et ses associés veulent faire imprimer ces Oeuvres de St. Evremont au grand préjudice dudit Mortier, ce qui lui a fait prendre la resolution d'avertir le public qu'il lui fournira ces Oeuvres d'une plus belle édition et de meilleur papier avec de très belles figures en taille douce, à un tiers meilleur marché que l'édition qu'on veut faire à Londres, et on les imprimera aussi en plusieurs petits volumes et à deux tiers meilleur marché. Ceux qui en voudront acheter de l'un ou de l'autre édition, peuvent souscrire et ne payeront que 30 sous par exemplaire en souscrivant. Ils acheveront la reste quand ils recevront les exemplaires.’ (Gaz. Journal historique de Rotterdam).
12-2-1704 gunstig advies van overlieden op de rekwesten van Mortier om privilege op de Oeuvres de St. Evremond, de Scarron, Theatre d'Italie en Flavius Josephus Duyts in de vertaling van Sewel. (G.A. 52).
17-6-1704 brief van Bayle aan Desmaizeaux: ‘Il est infiniment plus facile de trouver à la Haye des souscriptions pour une edition des Oeuvres de Mr. St. Evremond, aussi belle que celle que vous dirigez, qu'ici (= Rotterdam), où nous avons peu de gens qui fassent des bibliotheques, ou qui n'attendent les editions de ce pais, qui sont à vil prix, en comparaison de celles de Londres. Mortier contrefera la vôtre, dès qu'elle aura paru. Il vient de publier un petit volume d'Oeuvres posthumes de Mr. de St. Evremond, où je pense qu'il y a bon nombre des pieces, que vous lui aviés autrefois envoiées.’ (Lettres 1714, 846). De Engelse uitgaaf van de Oeuvres mélées de Mr. de Saint Evremond verscheen te Londen bij Jacob Tonson 1705, de Amsterdamse bij Mortier 1706 (zie o.a. Journal des sçavans XXXV 301).
Juni 1708 tot dec. 1710 gaf Mortier de Nouvelles de la republique des lettres uit, die tot dusverre bij Henry Desbordes waren verschenen. In de maandelijkse of tweemaandelijkse nummers vindt men telkens vermeldingen van nieuwe uitgaven van hemzelf, o.a. voorin jan. 1709 van muziek en kaarten, april en mei-juni etc. van kaarten, juli-aug. van muziek, dec. van het Groot Italiaans Woordenboek, maart 1710 de vermelding dat hij Atlas en kaarten van Frederik de Wit heeft gekocht, etc. tot dec. 1710 toe.
7-7-1708 etc. voor de strijd tussen Mortier en Estienne Roger betreffende het uitgeven van muziek, zie men aldaar. Sedertdien leest men op het adres van de uitgaven van Mortier meestal ‘chez qui l'on trouve toute sorte de musique’, o.a. bij de bovengenoemde Nouvelles de la republique des lettres.
1708 verscheen als laatste uitgaaf van het werk van Jan Luyken bij Mortier Print-Verbeeldingen der Historien des Ouden en Nieuwen Testaments (Luyken 429).
31-1-1711 adv. Mortier het Woordenboek of de Dict. van Halma, die bij hem en Willem van de Water te Utrecht uitkwam (A.C., zie Pierre Marin).
17-11-1712 adv. de weduwe ‘62 nieuwe Bijbelse Kunst-Prenten des Oude en N. Testaments op royael papier, alle getekent en geëtst door den vermaerden Jan Luyken; dit werk is seer konstig en deftig uitgevoerd, en werden verkoft 8 st. op royael papier, 10 st. op swaer oliphants papier,
| |
| |
dezelve kunnen in alle fol. bijbels gebonden werden.’ Daarna volgt een opsomming van kaarten (A.C.).
| |
Bijzonderheden
15-5-1696 adv. dat bij Mortier van 21-5 af elke dag om vier uur de billetten in de loterij van 32 gulden te koop zullen zijn (A.C.).
Een naamgenoot van Pieter Mortier was een juwelier, die op de Prinsengracht over de Amstelkerk woonde en op 18-9-1706 en 14-12-1708 zijn testament verleed voor not. L. Meyer, tezamen met zijn echtgenote Clara Mits (N.A. 5411, 535 en 5419, 487). Hun dochter Geertruida, geb. Batavia 1682/83, trouwde 1706 met Ds. Gerardus van der Graaff en kreeg bij haar huw. voorw. 20-7-1706 o.a. de helft van een huis op de Nieuwendijk, hoek Engelse steeg, waar de Duif in de gevel stond, bewoond door Hendrina Blaauw (N.A. 5410, 331).
|
|