Eeden beter de zaken kunnen inzien.
2. De Haer spreekt om hulp in de bakkerij. Besloten wordt een atv[ertentie] te plaatsen in de bakkersbode.
3. Besloten Anema te schrijven of hij niet eens over wil komen om eens wat met ons zamen te werken.
dat de toegang tot de vergadering aan Van Eeden is ontzegd: De diepere oorzaak van deze onvrede ligt ongetwijfeld in de dubbelzinnige positie die Van Eeden op Walden innam. Enerzijds was hij medewerker in een kolonie waarin de grond gemeenschappelijk goed diende te zijn, anderzijds de (informele) leider, de grond behoorde nog steeds aan hem en hij zorgde ook voor de financiën. Dit en zijn steeds groter wordend geloof in de waarde van autoritaire leiding aan arbeiders die nog moesten leren wat democratie was, deden hem meer dan eens eigenmachtig ingrijpen in de gang van zaken. Daarbij komt nog dat hij in feite geen krachtig leider was, maar meer een idealiserend theoreticus. Hij besteedde ook veel tijd aan zijn schrijfwerk en wilde bovendien zijn dokterspraktijk (psychotherapie) niet opgeven.
Op de uitsluitings-affaire is Van Eeden later (in De Pionier van 22 augustus 1903) nog eens teruggekomen. In zijn artikel ‘Een en ander uit onze beweging’ beschreef hij het veelvuldig voorkomen van ‘baasjes’ in onrustige groepen, zoals de tuindersgroep op Walden. Zij waren vaak de minst vakbekwamen, maar hadden de meeste praats; terwijl zij zelf weinig uitvoerden, waagden ze het evenwel hun collega's te brutaliseren of zelfs geheel de laan uit te werken. (Het is duidelijk dat hier o.a. De Koe wordt bedoeld.) In verband hiermee kwam hij tot de volgende conclusie: ‘Er werd op Walden beweerd, dat inmenging van niet-medewerkers ongewenscht was. Dit is inderdaad de domheid ten top. Ja, de leiding van het bedrijf mag niet worden gestoord door ondeskundigen of buitenstaanders. Maar het ‘baasje spelen’ wordt alleen voorkomen als er voortdurend toezicht en contróle is van een of meer vertrouwenspersonen, die onpartijdig het belang van de coöperatie behartigen. Dan alleen is er kans, dat de in een hoek gedrongen leden er niet onrechtvaardig worden uitgezet, en dat het baasje geen partij om zich heen vormt van vriendjes, die geheel zijn zin doen. Dan ook alleen kan er gezorgd worden voor een betrouwbare boekhouding en een eerlijke administratie.’
Anema:?