vroeger bijwonen. Dit wordt goedgevonden. Van Eeden zegt, dat hieraan z.i. de opvatting gegeven moet worden van teruggave van een gedeelte der som, vroeger gestort door Tromp, bij eventueel vertrek.
2. Brief van De Koe. Hij vraagt uit 't communistisch verband te mogen treden tegen een som van ƒ 12 per week. Hoekstra en Van Eeden opperen hiertegen bezwaar. Zij vinden De Koe's aanwezigheid op het werk bepaald bezwarend. Hoekstra zegt zelfs - als De Koe nu niet direct zich uit 't werk terug trekt - dat hij zoolang weg zal gaan totdat De Koe is vertrokken.
Men zal daarom De Koe voorstellen liever zijne onderhoudskosten tot zijn vertrek als voorschot te beschouwen, om terug te geven als hij in betere finantieele omstandigheden is - en dan nu zich uit den arbeid terug te trekken.
3. Tromp zegt, dat de kosten van een man op 't groote huis thans zoowat ƒ 2.80 per week bedragen zonder toelage, belasting etc. inbegrepen. Verdient men nu ƒ 0.80 per dag, dus ƒ 4.80 per week, dan schiet er nog ƒ 2 toelage in geld over. Tr. stelt voor dit aan Arie Rezelman te geven. Goedgevonden.
4. De statuten door Van Eeden opgemaakt zullen circuleeren en de volgende vergadering worden besproken.
5. Het loon van Hoekstra wordt vastgesteld op ƒ 12 per week. Van hetgeen hij hier aan kapitaal inbrengt zal een taxatie worden gemaakt om bij eventueel vertrek voor over te nemen, tenzij H. dit wil meenemen.
Tromp: Hij was geen onbemiddeld man. Behalve het geld dat hij in Walden gestoken had (ƒ 3500,-; zie 17.III.1902) bezat hij nog een reservekapitaaltje dat ƒ 8500,- bedroeg.
Brief van De Koe: De reden van deze brief was in de eerste plaats het conflict tussen De Koe en Van Eeden over Hoekstra. De Koe vond hem een ploert en ook de meeste andere kolonisten waren tegen diens komst, maar Van Eeden was zeer op de hand van Hoekstra omdat hij hem een bekwaam werker achtte. De ruzie tussen beiden werd grotendeels via ingezonden brieven in kranten uitgevochten. De Koe schreef een reeks stukjes over Walden in Het Volk, o.a. ‘Het doorgangshuis in het Gooi’ ( 21 mei 1903), over het z.i. schrikbarend verloop der kolonisten. Van Eeden repliceerde in Het Volksdagblad met ‘De campagne van Het Volk tegen Walden’ (10 juni 1903), waarin hij Het Volk een specifiek anti-Walden orgaan noemde wegens alle laster die er de laatste tijd in verschenen was. De Koe heette hij iemand die geen kritiek kon verdragen van een