[Hs. F] Vergadering van 4 October '02.
Aanwezig: De Boer, Van Eeden, Heller, Mina Bolland, Aafjes, Tromp, Trijntje de Boer, De Haan, De Koe.
1. De Koe stelt omtrent de bakkerij voor, dat zoowel De Haer uit R'dam als Keulen uit Den Helder - zoo zij geschikt blijken - zullen worden aangenomen, en dat Aafjes dan in den tuin komt werken. Dit wordt algemeen goedgevonden. Heller zal De Haer schrijven, spoedig over te komen.
Omtrent het brood voor Amsterdam blijkt uit de rekening van De Boer, dat op de witte brooden nog ƒ 2 per 100 brooden verdiend wordt. Verschillende kosten voor de fabrikatie kunnen nog verminderd worden:
a. De tarwe kan goedkooper ingekocht worden op den duur kunnen wij dan door zelf malen bezuinigen.
b. Op de vracht kan waarschijnlijk wel reductie worden verkregen en gunstiger bepalingen omtrent het vervoer, wat het meegeven met den trein van 12 ½ u. aangaat etc. Van Eeden zal hiervoor in Amsterdam bij de H.S.M. moeite doen.
c. De melk kan goedkooper worden door het houden van nog een koe. Hiervoor is hooi genoeg. Besloten wordt dan nog 2 koeien bij te koopen. Dat is voordeelig voor de mest meteen.
Met de levering voor Amsterdam zal dus voorloopig op denzelfden voet worden doorgegaan.
2. Heller vraagt of zijn broer hier voor Dieterman mag komen inspringen met venten, totdat de nieuwe bakker komt. Hij zal dan naderhand in de Horstermeer De Haan helpen metselen.
Op de vergadering van 2 October werd nog behandeld:
5. In de behoefte aan vrouwelijke werkkrachten kan nog worden voorzien door Lena Veen te vragen hier te komen, die wil wel komen. Echter zijn we al met Ida Klinger in besprek, die zal in elk geval voorgaan. Blijkt zij geschikt, dan zullen we Lena Veen niet vragen.
Aafjes: Hij bleef reserve-bakker. De samenwerking tussen hem en Heller liet te wensen over.
H.S.M.: Volledig: De H.IJ.S.M., de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij; opgericht in 1839 (eerste lijn: Amsterdam-Haarlem).
De Haan: Hij zou De Boer en Rypma gaan helpen met de bouw van een