Januari.
Eerste plan van een kolonie, naar aanleiding van de lectuur van Thoreau, met Labberton en de Van Hoogstratens.
Thoreau: D.H. Thoreau (1817-1862). Amerikaans schrijver, beroemd door Walden, or life in the woods (1854), die gedurende bijna twee jaar de geciviliseerde wereld de rug toekeerde en een eenzaam leven leidde in een boshut bij de vijver ‘Walden’ (Concord, Massachusetts).
Op 24 januari signaleerde Van Eeden in zijn Dagboek: ‘Er heerscht een sterke Thoreau-stemming’, hetgeen hij nader verklaarde met: ‘We spreken over kolonies die we zullen stichten, en ik zoek gestadig naar geschikte oorden voor een hut of een huisje.’
Uit de Dagboek-aantekening van 5 juni 1897 (‘Ik zag een huttenkolonie in het Vierhoutensche bosch, en ik heb nu nog maar een ideaal, mijn leven door te brengen in zoo'n hut, in dat bosch.’) moge blijken dat zijn plannen niet nieuw waren. Ook bezocht hij op 8 mei 1897 ‘Grooten Batelaar’, de landkolonie van het Leger des Heils voor in de stad vastgelopen zwervers en drankzuchtigen, en op 21 februari van dat jaar de vooruitstrevende ‘Maatschappij De Veluwe’, een industriële commune te Nunspeet. Beide ondernemingen bracht hij in verband met zijn in die tijd ontwikkelde plannen voor het stichten van coöperatieve rijkshoeven, die door de staat gefinancieerde landbouwkolonies zouden moeten zijn. (Zie hoofdstuk ‘De ontwikkeling van Van Eedens sociale denkbeelden’, in het vervolg van het commentaar kortweg aangeduid als: De ontwikkeling).
Labberton: J.H. Labberton (1877-1955). Destijds student in de rechten; schrijver en journalist (ps. Theo van Ameide). Behoorde tot de medeoprichters van Walden, maar is reeds in juli 1898 met ruzie vertrokken. Verbleef in 1902 enige maanden in de kolonie te Lunteren, waarvandaan hij ook na onenigheid wegging. Later werd hij hoogleraar in Gent (1915-1918) en daarna referendaris bij de gemeentesecretarie in Den Haag.
de Van Hoogstratens: E.M. (Betsy) van Hoogstraten-van Hoytema (1849-1939). Zij trouwde in 1871 en kreeg vier kinderen. Met Van Eeden had zij van 1889-1899 een min of meer platonische liefdesverhouding; hij schreef voor en over haar Ellen, Lioba en grote stukken van Van de koele meren des doods. Van hun omvangrijke briefwisseling gaf zij in 1907 Fragmenten uit en vernietigde de rest. Zij liet tegenover Walden het huis ‘De Maerle’ bouwen (ontworpen door Willem Bauer) en woonde er van april 1899 tot ongeveer juli 1901.
Haar dochters Carry (1876-1956) en Mary (1877-1963) waren beiden kolonisten op Walden. Carry trouwde met Nico van Suchtelen (1903) en Mary met de architect Rudolf Mauve. De zoons Sammy (1880-1953) en Willy (1884-1968) werden resp. lid van de Octrooiraad en dirigent. De laatste trouwde met de Duitse pianiste Elly Ney.