zedelijke kracht gebroken was. Dat was niet geheel waar, maar het goede in hem, dat zijn leven lang in hem kampte tegen wat hij als het kwade kende, heeft toen een geduchte knauw gekregen.
De lust om voor een beginsel te strijden, die bron van blijheid en zedelijke kracht, was hem na zijn onverdiende nederlaag na heldhaftige strijd vergaan. En pijnlijk voelde ik mijn verantwoording - daar hij toch alles gedaan had in kinderlijk vertrouwen op mijn wijsheid.
Minder grond tot zelfverwijt vind ik in hetgeen ik deed tegen zijn onoverwinnelijke afkeer van schoolgaan en schoolonderricht. Ik geloof dat de uitkomst aantoonde hoe voor een kind als Paul mijn handelwijze werkelijk de juiste is geweest. Ik nam hem af van de gewone school, waar hij elke dag te laat kwam en feitelijk niets leerde, en liet hem gaan op de ambachtsschool te Utrecht, om onderricht te krijgen in zagen en schaven. Dat stond hem aan, hij vroeg er zelfs om, en het gelukte mij bovendien een tegelijk flink en liefderijk man te vinden, die overwicht op hem had - bij wiens gezin hij kon inwonen.
Dit werkte gunstig. De geregelde handenarbeid, de strengheid van de school-orde, en de blijmoedige tucht in huis, dat alles deed hem goed. In de drie jaren dat hij op de ambachtsschool was, is hij nooit te laat op school gekomen, terwijl hij vroeger nooit op tijd was.
Hijzelf voelde het dat hij zulk een tucht behoefde. Hij was alleen gelukkig en tevreden als hij hard werken kon, onder liefderijke maar strenge leiding. Hij wist dit en zocht altijd die condities. Ze moesten bij hem aanvullen wat in zijn constitutie ontbrak.
Maar ook dan nog was er gevaar voor zijn tedere zielsaard. Nog jaren nadat hij de ambachtsschool ver-