Jeugd-verzen(1926)–Frederik van Eeden– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] XIX Zonne-bloem Ik ken een plant, niet fraai van loof niet schoon, niet rank gesteeld. Haar vorm is lomp, haar bloem is grof, geen dichter zingt er ooit zijn lofGa naar voetnoot1) of nam haar tot zijn beeld. Toch heeft zij iets wat mij behaagt. Zij keert zich naar het licht, van af het eerste morgen-uur wendt zij naar 't vroolijk zonnevuur haar groot en geel gezicht. Ik wilde dat ik als die bloem naar 't licht mij wenden kon. Zij draagt de kleur der vroolijkheid en richt haar kelk ten allen tijd naar 't helder licht der zon. voetnoot1) Zoo was het in 1875 Vorige Volgende