Gedachten
(1920)–Frederik van Eeden– Auteursrecht onbekend
[pagina 205]
| |
CCCVI.Eerbied is voor ieder mensch eeven noodig als voorzichtigheid. | |
[pagina 206]
| |
2 November.
| |
3 November.
| |
4 November.
| |
[pagina 207]
| |
CCCVII.Heb je eenmaal een stellige, diepe, vaste, overtuiging, doe er dan niet angstig geheimzinnig mee, uit vrees voor ruzie, met wie ook. | |
CCCVIII.De vrije wil zich alleen staande houden en aan niemand zijn vrijheid opdringen. | |
CCCIX.Geweetensvrijheid wordt het ideaal der cultuurvolkeren genoemd, hoewel deze geweetensvrijheid bij veele cultuurvolkeren in het geheel niet en bij de besten nog maar gebrekkig bestaat. | |
[pagina 208]
| |
5 November.
| |
6 November.
| |
7 November.
| |
[pagina 209]
| |
CCCX.Als drie menschen over God spreeken, dan kan niemand zeeker zijn dat ze alle drie hetzelfde bedoelen. | |
CCCXI.De taal is als een orgaan, waarvan de hoofdzaak is de functie, niet de structuur. | |
CCCXII.Al wat op aarde als levende wezens onder 't bereik onzer waarneming is, is te beschouwen als één groote familie, waarvan de mensch het laatste, meest volgroeide lid is. | |
[pagina 210]
| |
8 November.
| |
9 November.
| |
10 November.
| |
[pagina 211]
| |
CCCXIII.Er is een waarachtige, hooge, zuivere kunst van 't woord, dat is van het benaderen en in klank verbeelden der waarheid. | |
CCCXIV.Voor elk individu is het bestaan van een gemeenschapsverband, dus ook van een gemeenschappelijke standaard voor woordkunst, en een gemeenschappelijk begrip van het kunstenaarsschap, onmisbaar. | |
CCCXV.‘Panta rei’, alles stroomt en snelst van al ook de ziel van het menschengeslacht. | |
[pagina 212]
| |
11 November.
| |
12 November.
| |
13 November.
| |
[pagina 213]
| |
CCCXVI.Niemand kan voelen voor een ander. | |
CCCXVII.Weetend hoe de taal misleiden en bedriegen kan, hebben wij te zorgen haar meester te blijven en aan ons werkelijk weezen te onderwerpen en niet ons door taalvormen te laten binden en misleiden. | |
CCCXVIII.Iedere geestesrichting brengt fanatieken en zélooten voort en de jonge fanatieken zijn de ergsten. | |
[pagina 214]
| |
14 November.
| |
15 November.
| |
16 November.
| |
[pagina 215]
| |
CCCIX.Een werkelijk geniale geest zal niet aankomen met oude dogma's en formules en dooddoeners, doch een eigen taal spreeken. | |
CCCXX.De mensch moet aannemen dat zijn medemenschen allen hetzelfde gevoel hebben - maar hij voelt zich anders dan zij, omdat hij zichzelf is en alle zeekerheid omtrent hun bestaan berust op eigen waarneeming. | |
CCCXXI.Het komt er op aan in de religieuze quaestie het algemeen menschelijke op te spooren, het levende van de doode dogma's en vormen te bevrijden. | |
[pagina 216]
| |
17 November.
| |
18 November.
| |
19 November.
| |
[pagina 217]
| |
CCCXXII.Het leeven van een taal doet zich kennen door voortdurende wijziging, maar wijziging kan verfijning en verrijking, of verslapping en verminking zijn. | |
CCCXXIII.De zucht tot opeenhoopen van rijkdom blijft, ook al kan men met dien rijkdom niets beginnen, zooals ook de bij honig blijft verzamelen al zal ze er zelf nooit van eten. | |
CCCXXIV.De grootste kunst is de uiting van den mensch die, naar ons begrip, 't mooiste voelt en 't mooiste wil. | |
[pagina 218]
| |
20 November.
| |
21 November.
| |
22 November.
| |
[pagina 219]
| |
CCCXXV.Ridderlijk, oprecht, zelfstandig-denkend, door dik en dun trouw te blijven aan eigen geweeten, en aan hetgeen men als goddelijke maning verstaat - dat is een opgaaf zóó zwaar, zóó geweldig en zóó gevaarlijk - dat niet één op veele duizenden in staat is, die taak vol te houden. | |
CCCXXVI.Het zoeken naar een veranderende strekking in alle woorden en daden is ons ingeboren. | |
CCCXXVII.Er is een soort weerstand, die uit verwaandheid en zelfooverschatting voortkomt, die heet dweeperij. | |
[pagina 220]
| |
23 November.
| |
24 November.
| |
25 November.
| |
[pagina 221]
| |
CCCXXVIII.Rechtsgevoel is, evenals naastenliefde, een uiting van het onbewuste gemeenschapsgevoel. | |
CCCXXIX.Als de mate van onderlinge verstandhouding niet toeneemt in rechte rede met de persoonlijke vrijheid, volgt noodwendig desorganisatie en verval. | |
CCCXXX.Een wijs mensch behoudt zijn eerbied zoolang hij kan en ontziet ook zooveel mogelijk de eerbied van anderen. | |
[pagina 222]
| |
26 November.
| |
27 November.
| |
28 November
| |
[pagina 223]
| |
CCCXXXI.De socialist bestreeft het zuivere leven, de artiest de zuivere spiegeling. | |
CCCXXXII.Alle woorden zijn benadering, ook verzen, ook muziek - maar door het licht van hun hoogstralend schoon, doen zij ons de diepte en ondoorgrondelijkheid beseffen van onze eigen ziel. | |
CCCXXXIII.De eerste eisch van een verstandige discussie acht ik deze, dat waar personen in het debat worden aangeroerd, zooals vaak onvermijdelijk is, de spreker zijn eigen persoon en die van zijn tegenstander op gelijken voet weet te behandelen, alsof het beiden vreemden zijn die hem niet aangaan. | |
[pagina 224]
| |
29 November.
| |
30 November.
| |
CCCXXXIV.Alle secten zijn afgeweken in verdraagzaamheid van de zuivere leer hunner voorgangers. | |
CCCXXXV.De eigenlijke leidende kracht gaat uit van den stillen, verborgen arbeid van wijzen en denkers. |
|