Gedachten
(1920)–Frederik van Eeden– Auteursrecht onbekend
[pagina 144]
| |
2 Augustus.
| |
3 Augustus.
| |
[pagina 145]
| |
CCIV.Al onze verrichtingen, al onze levensdaden, tot de nietigste, kunnen dienstig zijn aan het hoogste wat wij hebben, mits wij den gewijden zin van al onze functiën begrijpen en niet vergeten. | |
CCV.Wie behagen schept in trots, omdat hij dezen als een attribuut van grootheid beschouwt, verraadt daarmede kleinheid van ziel. | |
CCVI.Geen enkele beeldspraak is zuiver. | |
[pagina 146]
| |
4 Augustus.
| |
5 Augustus.
| |
6 Augustus.
| |
[pagina 147]
| |
CCVII.Er is een soort grootheid, die we ons niet relatief kunnen denken. Dit is de grootheid van kunstenaars en wijsgeeren. | |
CCXIII.Rechtvaardiger wetten zullen niet baten, zoolang de menigte onrechtvaardig en zelfzuchtig denkt. | |
CCIX.De allergevaarlijkste en verkeerdste opvoeding is de sentimenteele en de vleiende opvoeding. Die kweekt bedorven kinderen. | |
[pagina 148]
| |
7 Augustus.
| |
8 Augustus.
| |
9 Augustus.
| |
[pagina 149]
| |
CCXX.Alle dingen hebben een algemeen en een bijzonder karakter. | |
CCXXI.De overgroote meerderheid der menschen heeft geen eigen meening, geen eigen smaak, geen eigen overtuiging. Ze zoeken onmiddellijk iemand wiens gedachten en overtuiging ze kunnen overnemen en navolgen. | |
CCXXII.Stichten en troosten is niet moeyelijk, zoolang men de rechte hel der menschelijke ziel ontwijkt. | |
[pagina 150]
| |
10 Augustus.
| |
11 Augustus.
| |
12 Augustus.
| |
[pagina 151]
| |
CCXXIII.Een zuiver oordeel op rijperen leeftijd is slechts mogelijk door een vrije ontwikkeling in den bloeitijd. | |
CCXXIV.Vrijheid van geest en vastheid van richting is de hoogste vroomheid en meer dan plichtmatigheid, braafheid of beminnelijkheid. | |
CCXXV.In elk echt kunstwerk is iets van den ganschen mensch, iets van zijn essens, iets van zijn bepaald schoon, iets van zijn rang onder de menschen. Dat karakter kan herkenbaar zijn in ruwe, onvolkomen kunstwerken. | |
[pagina 152]
| |
13 Augustus.
| |
14 Augustus.
| |
15 Augustus.
| |
[pagina 153]
| |
CCXVI.Levenservaring verhoogt de geschiktheid tot oordeelen. | |
CCXXVII.Als de kinderen nooit andere weegen hadden gevonden dan de ouders, dan woonden wij menschen nog in hoolen en klooven met beeren en wisents. | |
CCXXVIII.Alleen grove, domme, verwaande menschen hebben er plezier in oneerbiedig te zijn, en de eerbied van anderen te kwetsen. | |
[pagina 154]
| |
16 Augustus.
| |
17 Augustus.
| |
18 Augustus.
| |
[pagina 155]
| |
CCXXIX.Het is onmoogelijk woorden juist zóó te verstaan als ze neergeschreeven zijn. Dat onze gevoelens bij het leezen juist dezelfde zouden zijn als de gevoelens der schrijvers bij het schrijven is hoogst onwaarschijnlijk, ja ondenkbaar. | |
CCXXX.De mensch wordt in alles door onbegreepen impulsen, instincten gedreeven. | |
CCXXXI.De décadentie begint dáár, waar de schoonheidsharmonie losstaat van het groote verband van alle leeven. | |
[pagina 156]
| |
19 Augustus.
| |
20 Augustus.
| |
21 Augustus.
| |
[pagina 157]
| |
CCXXXII.Zoolang er een cultuur bestaat, hebben de beste menschen ook duidelijk gevoeld en gezegd dat de waarheid in ons zelf is. | |
CCXXXIII.Ware geweetensvrijheid bestaat nog niet op deeze waereld, juist omdat de vrije ontwikkeling der menschelijke ziel in haar bloeitijd, in den tijd waarin zij het reinst en zeekerst gevoelt, niet als een heiligdom beschermd en beveiligd wordt. | |
CCXXXIV.Wie de taal lief heeft, zal trachten haar te verrijken en te verfijnen en haar functie te verbeeteren. | |
[pagina 158]
| |
22 Augustus.
| |
23 Augustus.
| |
24 Augustus.
| |
[pagina 159]
| |
CCXXXV.Er is geen wonder te wonderbaar om te geschieden. | |
CCXXXVI.Ieder mensch voelt zich een ikheid, een ego, een middenpunt van waaruit de gansche kosmos wordt beschouwd en gemeeten. | |
CCXXXVII.Er is voor kunstenaars een kritische leeftijd, waarop hun genie en hun waereldsche persoonlijkheid tot éénheid, ik zou bijna zeggen tot verzoening komen. | |
[pagina 160]
| |
25 Augustus.
| |
26 Augustus.
| |
27 Augustus.
| |
[pagina 161]
| |
CCXXXVIII.Er is een gestadige kamp om en in ons tusschen goede en booze machten. | |
CCXXXIX.De muziek kan den mensch de hoogste verhevenheid doen voelen, maar ze kan hem ook absorbeeren en verteeren als een jaloersche, wulpsche vrouw. | |
CCXL.Wie zich gehoorzaam geestelijk en ziellijk aan de leiding van een ander mensch overgeeft, die loopt gevaar door suggestie in de afschuwlijkste dwalingen gevoerd te worden. | |
[pagina 162]
| |
28 Augustus.
| |
29 Augustus.
| |
30 Augustus.
| |
[pagina 163]
| |
CCXLI.Oordeelen is een hooger gevoelen, gebooren uit vergelijken, uit de harmonie van veele op zich zelf staande gevoelens, die door weeten en meeten zijn gerangschikt. | |
CCXLII.Velen willen den natuurlijken mensch, het natuurlijke leven, de gemeenschapsliefde de van - zelf - ontstaande schoonheid. | |
CCXLIII.Men moet trachten, na een gelukkigen dag, het geluk in zich op te nemen en uit te spreiden over volgende sombere dagen. | |
[pagina 164]
| |
31 Augustus.
| |
CCXLIV.Niemand kan zeggen dat zijn opvatting de eenig juiste is. |
|