LXII.
Walden, Bussum, 8 Oct. 1914.
Beste Henri, ingeslooten een briefkaart uit Zwitserland, waarop ik gaarne zou repliceeren door toezending van een vertaling van mijn oopen brief aan mijn Vlaamsche vrienden. Ik meen begreepen te hebben dat je die in 't Fransch vertaald hebt. Is dat zoo en kan ik er een afschrift of een afdruk van krijgen? Je hebt op mijn vragen daaromtrent niet geantwoord. Als het moogelijk is stuur dan een afschrift direct aan M.E. Koenig. Hij is blijkbaar in de war met de oopen brief van Simons.
Ik zou je graag eens spreeken oover een antwoord op het manifest van de 93 Duitsche geleerden en artiesten, een zóó zwak en erbarmelijk stuk, dat het hier door den eersten besten journalist kan worden verrafeld - zooals Dake ook gedaan heeft.
Mijn verblijf tusschen de paarden en kanonnen was leerrijk en opwekkend. Wat zouden wij meenigmaal gelachen hebben oover de absurditeiten. Kruppkanonnen met bronzen loovertjes geornamenteerd en Hollandsch-patriottische spreuken er op. ‘Het Vaderland getrouwe’ enz.
Krupp krijgt dus een tantième van elken door ons geraakten Duitscher! en leevert vaderlandslievende kanonnen à raison van item zooveel.
Ook heb ik meegemaakt wat mijn neef de artillerie-kapitein ‘sérieuze galopjes’ noemde, zonder er af te vallen, hoor!
Hij verzeekerde dat als hij de mannen moest meedeelen dat het op de Duitschers los ging om Antwerpen te ontzetten, het antwoord een donderend hoera zou zijn. Teegen de Engelschen zouden ze geen cent waard zijn.