heeft, nooit onoprecht, maar ontwijkend, en ik nu door mijn brief de zekerheid kreeg dat hij mijn werk noch mijn leven begrijpt.
Ik heb je naam niet genoemd: vooreerst omdat ik van mijn tijdgenooten sprekende, niet aan jou dacht, maar aan de ouderen, ten tweede omdat het groote werk wat je doet apart staat en niet bij de belletristische literatuur der anderen, ten derde omdat ik voorbeelden noem en volstrekt geen volledig overzicht van alle schrijvers geef, eindelijk omdat ik jou laatst van allen zou noemen, om de persoonlijke sympathie tusschen ons, waardoor b.v. mijn oordeel over het Jongetje voor anderen niet geldig zou zijn. En met al die redenen moet je zonder voorbehoud of tegenpruttelen genoegen nemen, anders ben je niet waard Lao Tsz' te vertalen en Thomas te lezen, hoor!
Och Heintje, het wordt tijd dat je thuis komt. Het begint hier werkelijk een beetje een goeie boel te worden.
Als je me belooft te zwijgen, dan zal ik je vertellen wat er hier broeit. Ik heb al lang mijn huis te groot gevonden en mijn leven te verkwistend. Ik verteer meer dan 6000 's jaars en ik weet niet waaraan. Dat opeten van wat anderen zoo moeitevol voortbrengen, gaat mij verdrieten. Nu ga ik een stukje grond koopen, daarop een klein huis zetten, mijn huishouden bezuinigen en van mijn grond zien te halen wat er door overleg en werk van te halen is.
Dan zal ik geld overhouden, en daarvan wil ik laten leven wie hetzelfde leven met mij wil deelen, maar die er nu niet toe in staat is, omdat hij zich niet vrij kan koopen van de maatschappij.
Ik heb nu al een complot van vier jonge mannen, allen met veel talent, twee getrouwd, die dolgraag bereid zijn met mij samen te werken. Een sober buitenleven, handenarbeid en studie. Geen geldmakerij meer, de band met kapitaal zoo klein mogelijk, de eigen voortbrenging zoo groot mogelijk.
Ik zal trachten de grond machtig te worden. Vrij, zonder hypotheek of schulden natuurlijk. We beginnen met de eenvoudigste woningen en langzaam aan.
Eerst ik, dan komen Labberton en van Oordt, dan Steenhof en van Meurs hoop ik, al naar ik geld overhoud om huizen voor hen te zetten en hun voorloopige inrichting te betalen, voor zoo-