Hollandsche zoo hoog staat (Rembrandt, Spinoza) en het hem zoo verbittert dit bedorven te zien.
Thorn Prikker's brieven vind ik het prettigste wat ik in den laatsten tijd gedrukt heb gezien. (Ik spreek nu alleen van het tijdschrift van November). Wat een ding, ineens een gewone, natuurlijke stem in al die openbare artikelen-praterij. God, God, wat is een tijdschrift toch een verderfelijk ding. Alles lijkt mooi-doenerij en geaffecteerd wat er naast staat, omdat het voor een tijdschrift geschreven is. Ze zetten allemaal een stem op en trekken een fotografie gezicht. Aanstonds gaat de deur open en komen we voor de heeren abonnees. En Prikker zou ook niet zoo kunnen, als 't voor de abonnees was. Het is een verkwikking, en een treffend experiment. Maar nu moet het ook hiermee uit zijn, want tweemaal lukt zooiets niet. Hij zou er om gaan schrijven. Ik vind hem goed en echt. Als ik dichter bij hem woonde zou ik hem meer willen zien. Ik wou liever dat hij kwam dan 't goeie Kareltje, die geregeld hier komt maar wel wat veel op zijn papa lijkt, nu en dan.
Je weet niet hoe geisoleerd ik eigenlijk leef. Van een kring is geen sprake. Thym zie ik zoo om de maand eens, en met hem praat ik graag en veel. Met Gorter spreek ik heel weinig en ik zie hem maar bij minuten. Soms strijkt er iemand van mijn familie of een patiënt of een oude kennis hier neer, dat is al. Maar ik ben er heel tevreden mee.
Blijf je nog vier jaar weg? Hou je taai en verbitter niet en verstomp niet. Het moet moeielijk zijn. Elke Indiër klaagt net als jij over het zoodje daar. Die ik hier zie, lijken zoo kwaad niet. Ik ken veel aardige Indische lui en vind ze zelfs minder provinciaal dan de lui hier. Wat breeder en royaler.
Met concessies heb ik nooit iets anders bedoeld als concessies aan jezelven, je eigen inferieure neigingen. Maar wees tegenover anderen voorzichtig.
Ben jelui gezond? Wees hartelijk gegroet met je allen van Martha en je vriend
F. van EEDEN.