‘gunstige critiek’? Nu ja, je moet niet zoo over een woord vallen. Ik moet toch wat zeggen, en ik wist er niets naders van. Maar 't is goed dat er bespeurd wordt dat sommigen geheel onaangetast blijven door dat gif van persoonlijkheid, partijgeest, en eigenlijk gezegd: provincialisme, dat tegenwoordig onze literatuur vervult. Net als je zegt: ze zien niet anders dan een klein beweginkje, en een Jantje, die ze een heros noemen omdat hij zegt meer te zijn dan Pietje of Klaasje.
Wat grappig dat jij nu in de Oude Gids komt. Wie had dat gedacht, wel? Komt het onder je eigen naam? (Van Gheel vind ik geen fraaie pseudoniem).
Ik ben laatst bij Thorn Prikker geweest in den Haag. Ja, er is geen kwestie van, hij is op 't moment de kluts kwijt. ‘Symbolisme, allemaal flauwe kul,’ zei hij. Ondertusschen symboliseert hij maar toe. Maar dat zal zeker allemaal wel terecht komen. Hij is zoo'n kostelijke jongen en ik heb geen een visite gemaakt die ik zoo prettig vond. Hij trapte door een ruit en zei ‘da's niks, de glazemakerij is beneden’, hij vroeg niet hoe ik daar kwam, wat ik doen ging, hoe ik 't maakte, niks - hij pakte maar uit en liet kijken en was er zoo lekker in, dat het een plezier was om te zien.
Maar hij moet wat ouderwetscher, wat klassieker worden, daar helpt niks aan. Ik zei dat hij wat bij Alma Tadema moest gaan studeeren. Dat was natuurlijk een grapje, maar ik bedoelde er toch wat mee. Die man beheerscht zich. Jammer dat hij niks te beheerschen heeft, anders was 't een kraan.
De flenterman is mij zeer bekend, we hebben al die liedjes in een boek: ‘baker en kinderrijmen’ door Martha's vader verzameld. Ze zijn uitverkocht. Ik wou er je een gestuurd hebben.
‘Prins Robert was een sjentelman’ zoo is de origineele lezing.
Nu heb ik den heelen middag geschreven. Ik heb nu en dan patiënten in huis - altijd maar één tegelijk - die ik dan zoo goed ik kan, opknap. Zoo kan ik het volhouden, maar ik ben elken dag dankbaarder dat ik die drukte in Amsterdam niet meer heb. Ik ben aan verschillende groote dingen bezig, die veel inspanning van concentratie van me vergen. Er liggen vier plannen waaraan ik afwisselend werk. Ze hebben elk hun eigen motief, Recht, Trouw,