| |
| |
| |
X Groepsgevoel en democratie.
In de laatste eeuwen is de veréening, (unificatie), der individuën bevorderd op een geheel nieuwe wijze.
Het is nu moogelijk, wat te vooren nooit geschieden kon, dat de meenigte, de groep, nagenoeg plotseling, soms in 't verloop van weinige uuren, collectief een zelfde ontroering ondervindt, eenzelfde gedachte denkt, eenzelfde meening krijgt en eenzelfde handeling beraamt.
Het is alsof de menschheid, als organisme gedacht, door dagblad, post, telegraaf en telefoon een nieuw, uiterst gecompliceerd zénuwstelsel heeft gekreegen, waardoor het sterker leeft, intensiever voelt, machtiger handelt.
Dit is, als men mijne voorstelling van de verééning der Ego's aanvaardt, een nadering tot God te noemen.
| |
| |
Dit klinkt vreemd, wanneer men de dagbladpers van gewoon menschelijk standpunt beschouwt. Maar van een eeuwigheids-standpunt is de pers, hoe vol feilen en leugens ook, een middel voor de nadering tot het Goddelijke.
Ik kan drie historische gebeurtenissen noemen, die alleen moogelijk waren door dat nieuwe zénuwstelsel, dat ‘pers’ wordt genoemd.
Deeze drie zijn: de oppositie der waereld teegen den boeren-oorlog, die teegen de Dreyfus-zaak en eindelijk - heevigst van al, - die teegen het Pruissische militarisme en den aanval op België.
Bij deeze universeele beweegingen verzette zich steeds een sterk patriottisch verblinde minderheid, teegen de krachtig geuite rechtsgevoelens der ooverige waereld. Dit was alleen moogelijk door de pers. Het waren feitelijk pers-oorloogen. Elke partij gehoorzaamde aan de orders van haar bladen en versterkte daarmee haar samenhang.
Waar de meenigte niet voldoende ontwikkeld is, niet genoeg leezen kan, om het nieuwe zénuwstelsel goed te doen functionneeren, zooals in Rusland, daar bestaan ook nog de onrechtvaardigste toestanden. In Italië vergoedt het sterke oopenbare leeven met veel
| |
| |
mondeling verkeer het gemis aan éruditie.
Ooveral is de samenhang der groepen, elk voor zich, vaster geworden. Maar er is ook ooveral nog gebrekkige verteegenwoordiging en gebrekkige organisatie,
Daardoor ontstaan conflicten die volgens ons weeten, ons verstand, ongerijmd en onnatuurlijk schijnen. De strijdende partijen schelden elkaar voor leugenaars en verwijten elkaar schijnheiligheid. Ik heb aangetoond hoe deeze perfiditeit voortvloeit uit het imperialisme, uit gezags-dorst en machtsbegeerte.
Staatkunde is nog bijna altijd gemengd met oneerlijkheid. Het woord ‘politician’ heeft in Amerika de beteekenis gekreegen van een corrupt, oneerlijk, hebzuchtig persoon.
Dit is het gevolg van onrechtvaardige groepeering der staten en van onvoldoende verteegenwoordiging der groepen.
Beeter groepeering - meer oovereenkoomend met ons verstandelijk inzicht, - en zuiverder représentatie zullen de noodzakelijke uitkomst worden van deezen oorlog.
Noodzakelijk - omdat het de algemeene en krachtige neiging is. Niets kan haar teegenhouden als een zeekere traagheid der geesten, die wel werken kan als rem, maar nimmer als volkoomen beletsel.
| |
| |
Het autokratisch kooningschap in een slechte, onvoldoende verteegenwoordiging. De leidende persoonen worden aangeweezen door middelen, die niets uitstaande hebben met hun waarachtige bekwaamheid. Er is dus geen enkele waarborg, dat zij de groep werkelijk zuiver verteegenwoordigen. Een enkele maal komt een geschikt persoon aan 't hoofd, maar ook vaak, zelfs meestal, een onbekwaam, zwak individu - dat door de hem toegekende macht nog verder bederft, en een werktuig wordt in de handen van eerzuchtige, sterke persoonen of kleine groepen.
Het zou oovereenkoomen met ons verstandelijk inzicht, als wij de leidende persoonen koozen, nadat ze hun bekwaamheeden hadden getoond.
Maar dat is niet zoo eenvoudig en gaat niet op eenmaal. De traagheid der geesten werkt hier als rem. De massa is gehecht aan oude instellingen, aan een naam, aan een dynastie. Ook is zij niet op eenmaal scherpzinnig genoeg om de bekwame persoonen uit te vinden.
Niettemin is de neiging onweerstaanbaar. Het kooningschap verandert. Het wordt een ornament, terwijl men door een constitutie de onreedelijkheid corrigeert, en toch tegemoet
| |
| |
komt aan de traagheid (inertie) der geesten.
Onderwijl gaat de polarisatie der Ego's gestadig voort. Waar zij vrij kan werken - zooals in een republiek - daar geeft ze wel meer aanleiding tot wrijvingen en conflicten, - men denke aan Frankrijk - maar ze wint sneller veld. Het volk leert beeter onderscheiden, de nieuwe staatsvorm wint aan vastheid en de gekoozen persoonen, die maar geduurende een korten tijd moogen regeeren, gaan meer en meer beantwoorden aan den eisch van zuivere representatie.
Het kiezen van den imperialist Napoleon III door een volksstemming, was een geweldige flater - veroorzaakt door de traagheid der geesten, die verblind waren door de glorie van den eersten Napoleon. Bij de groote débacle van 1871 werd die fout geboet en hersteld. Ondanks gestadig geharrewar en ondanks corruplie, waren toch de laatstgekoozen leiders mannen van eer en bekwaamheid, - de gevreesde verwarring bij het périodisch aftreeden komt niet voor, en de kans op herstel van het kooningsschap is kleiner geworden dan ooit.
In Amerika is deeze voortgang nog duidelijker, omdat daar geen tradities belemmerend werken - en omdat het verbindend zénuw- | |
| |
stelsel der menschheid daar beeter functioneert dan ergens elders.
Reeds de keuze van een man als Roosevelt was hoopvol en merkwaardig. Met al zijn gebreeken was die man toch een goede representant van de Amerikaansche menschengroep. Forsch, energiek, doortastend, wat snoevend en lawaayig, maar eerlijk, moedig en rechtschapen.
Terwijl het een wonder mag heeten en een triomf voor de démocratie, dat een massale groep van 90 millioen menschen in staat is geweest eenen man als Wilson, een der beste staatshoofden dien de waereld heeft voortgebracht, uit te vinden en aan 't hoofd te stellen.
In landen als Engeland en Nederland werken de tradities remmend en het goede gevolg daarvan is, dat de opvoeding van het volk wordt voltooid, terwijl de instellingen naar 't uiterlijk onveranderd blijven. Komt eerlang de tijd - en dit acht ik onvermijdelijk - dat de regeeringsvorm verandert, dan zal dat kunnen gaan zonder wanorde, zonder bloed vergieten.
De ware democratie is ook aristokratisch. Dat wil zeggen dat de heerschende persoon zoozeer is ‘aristos’, rechtschapen, goed, voor- | |
| |
naam - dat hij de deugden en de zonden van zijn groep in zich voelt, en in zich vereenigt het eergevoel en het schuldbesef der massa.
Zoo was ook de Chineesche opvatting van het Keizerschap. De Keizer ging jaarlijks bidden in den tempel des Heemels, - en deed boete voor allen, met diep gevoel van verantwoordelijkheid, zooals eenen Wijze betaamt.
De Leider of Heerscher moet zijn de rechtvaardige, liefdevolle, verantwoordelijke mensch, en niet - zooals de Duitsche, Russische en Oostenrijksche vorsten - de machtdorstige, bazige, opgeblazen mensch. Niet een imperialist - maar een die waarlijk, in eenvoud en deemoed, zoekt het hoogste Zelf, God in zich, zijn heilig ego - en wiens eenig doel is de gerechtigheid, het polariseeren der massa in de Heilige Richting.
Het denkbeeld dat de massa, als massa, zou kunnen regeeren, is onzinnig. Zulk een democratie is dood gebooren. Altijd zullen er enkele individuën moeten zijn, die als genieën of helden worden geëerd, gevolgd en gehoorzaamd.
Maar wel kan de massa zulke genieën erkennen en verheffen door vrije keuze. En dat zal geschieden in de Staatsreegeling der toekomst, de aristokratische démokratie.
| |
| |
Ik heb in de ‘Blijde Waereld’ gesprooken van een gezaglooze toekomst, waarin niemand heerscht en niemand gehoorzaamt, maar allen Gods wil doen, uit eigen inzicht.
Men zal wellicht vragen of ik die verwachheb opgegeeven.
Ik antwoord: inteegendeel. Ik heb nooit zulke schoone verwachtingen gehad of ik acht ze thans nog veel te gering, lang niet schoon genoeg.
Maar zoolang wij menschen zijn, zullen er ook beeter en slechter individuën zijn. En dan is het noodig dat de goeden de leiding hebben, niet de massa ‘en bloc’.
Hoe meer de massa echter ontwikkeld en beschaafd wordt des te beeter wordt haar samenhang. Des te minder inspanning of geweld is er noodig haar te bestuuren, des te meer gaat de leiding onmerkbaar, als van zelve, wu-wei.
Wij zijn in een steeds veranderende periode en wij benaderen voortduurend een hooger organisatie, die, naar het door mij gekoozen symbool, gelijkt op het graanveld waar de halmen vrij-staand opstreeven naar het Licht, elkander beschermend, zonder op elkander te steunen of elkander te verdrukken.
|
|