Vrolijkheid(1852)–Prudens van Duyse– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De Onveranderlijken. De hoed verandert ieder jaar, Nu groot, dan klein, nu licht, dan zwaar, Na weêr de mode van Parijs Het wil op de eene of de andre wijs; Maar, ach, tot vaderlandsch verdriet, Verandren, zoo gij hoort en ziet, Al die verfranschte bollen niet! Vorige Volgende