Vrolijkheid(1852)–Prudens van Duyse– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 77] [p. 77] Ware ik! ‘Ware ik Paus, of ware ik Koning!’ O, wat simpele ijdelheid! Gij zijt meerder dan een Koning. Zie, de troon der starrenwooning Dekt u met zijn majesteit. Laat dien droom der schaduw varen, Ken u zelven: gij zijt vorst. Wil, en dat uw driften buigen, En hun juk zal u getuigen: ‘Mensch, een God woont in uw borst!’ ‘Ware ik Paus!’ - Welnu, wat zoudt ge? Falen zoo als nu gewis; Wenschen hooger op te steigeren, En waar scepters hulde weigeren, Voelen, dat men mensch nog is. [pagina 78] [p. 78] Vorst, noch Paus wenschte ik te wezen, Had ik daar de keuze van; Maar mij kennen, op mij waken, En gelukkigen soms maken: Onder niemand stond ik dan. Vorige Volgende