Nazomer(1859)–Prudens van Duyse– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 194] [p. 194] Tollens en Bilderdyk. Volksdichter, wiens gezangen zuiver vlieten Aen 't hart ontweld; vriend, die er diep in dringt, Dien men herleest met altijd nieuw genieten, Waer hij ons land en 't huislik heil bezingt, Dat 's Tollens. Meer verscheiden, meer verrassend, Meer vindingrijk, soms wat onklassisch lang, Maer keurig dichtstijlist van eesten rang, Maer episch bard; den geeste tegenbassend Der eeuwe, schitterend verstandspoëet, Dat 's Bilderdijk, die vreemd te toovren weet Met onzer tael, het zij ze streelt of dondert. Men viere beide op Neêrlands kunstaltaer: De een wordt bemind, en de andere bewonderd, De een is een zwaen, en de andere een adelaer. Vorige Volgende