des Genootschaps benoemd, om zich met de beoordeeling dezer negen stukken te belasten. De Raad heeft vervolgens, voorgelicht door den arbeid der gezegde Commissie, dat stuk voor het beste gehouden, dat voorzien was met de zinspreuk: Pro honore et patria. - Ik neem de pen in hand, voor de eer en 't Vaderland, en oordeelde tevens, dat hetzelve de bekrooning waardig was.
Het bleek bij de opening van het naambriefje, dat de dichter van dit stuk was, de heer Prudentius Van Duyse, te Dendermonde, werkend lid des genootschaps, welke reeds door verschillende genootschappen, wegens zijne dichtstukken, was bekroond geworden, en welke jonge en veelbelovende dichter, aanspraak maken mag op den roem, van reeds eenigermate het zijne te hebben bijgedragen, om de edele dichtkunst in Belgie te doen herleven.
De bekrooning had plaats in de zaal des Genootschaps op den tweeden december 1827. -
De Raad des Genootschaps heeft bij het uitgeven van dit bekroonde stuk, zoowel ten doel de opwekking van den lust onzer dichters, als de bevordering van de kennis aan dichtstukken, door Zuid-Nederlanders vervaardigd.
Brussel, februarij 1829.
De President,
Schuermans.
De Secretaris,
Pietersz.