Höheren Bürgerschule, zu Berlin) Berlin 1895, vindt men een dertiental lezingen van de melodie.
Zooals de rustteekens en de syncopen het bewijzen, is de bovenstaande lezing aan eene meerstemmige bewerking ontleend.
De beide liederen door D.J. op de melodie van Luther's lied gedicht, verschillen, wat het metrum betreft, met elkander en ook met Luther's tekst.
Ook in Fruytiers' Ecclesiasticus, Antw. 1565, bl. 135, doet zich van de Duitsche melodie eene lezing voor met het opschrift: ‘Een vasten burch is etc.’, voor het lied: ‘Ick sie dat een godvruchtich man’. In zijne uitgave van Fruytiers' werk, Amst. 1898, teekent D.F. Scheurleer, bl. L, aan: ‘Een vertaling (van het Lutherkoraal) komt voor in het Nederrijnsche boekje van 1545, te Boskoop gevonden.’
Van Luther's lied leverde Laurens Reael mede eene vertaling die, met het jaartal 1585, tot opschrift draagt: ‘Een nieu liedeken. Op de voyse als het begindt’. Deze vertaling met aanvang: ‘Een vasten burch es onsse Godt, // een goedt gheweer en waepen’ (5 str.) komt voor in Archief voor Nederl. Kerkgeschiedenis, VI (1897) bl. 381.